33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

Nr. 84 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET DE LEDEN DIK-FABER EN BERGKAMP TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NRS. 56 EN 27

Ontvangen 22 april 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 2.1.2, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de verschillende categorieën van mantelzorgers, en vrijwilligers, zoveel mogelijk in staat te stellen hun taken als mantelzorger of vrijwilliger uit te voeren;.

II

In artikel 2.2.2 wordt «mantelzorgers en andere vrijwilligers» vervangen door: mantelzorgers en vrijwilligers.

Toelichting

Dit amendement beoogt enerzijds in het wetsvoorstel het onderscheid tussen mantelzorgers en vrijwilligers beter te verduidelijken en anderzijds aan te sluiten bij het grote verschil in ondersteuningsbehoeften bij mantelzorgers, zodat het college daarmee rekening houdt. Door het wijzigen van artikel 2.1.2 worden gemeenten verplicht om bij het plan nadrukkelijk te bezien wat zij gaan doen om ver verschillende soorten mantelzorgers en vrijwilligers zoveel mogelijk in staat te stellen om hun werk te doen. Hieronder vallen ook mantelzorgers die mantelzorg verlenen aan mensen die zorg ontvangen in het kader van de Zorgverzekeringwet of de Jeugdwet. Met dit amendement wordt tevens artikel 2.2.2 aangepast, waar wordt gesproken over «mantelzorgers en andere vrijwilligers», wordt nu gesproken over «mantelzorgers en vrijwilligers».

De indieners menen dat door de gekozen formulering de suggestie wordt gewekt dat mantelzorgers hun taken «vrijwillig» verrichten. Niet alle mantelzorgers kiezen ervoor om zorg te verlenen, zij kunnen hiertoe door omstandigheden zijn gedwongen. Door de formulering te wijzigen wordt beter recht gedaan aan de praktijk.

De indieners brengen met dit amendement tot uitdrukking dat er een grote diversiteit aan ondersteuningsbehoeften bij mantelzorgers en vrijwilligers kan bestaan en dat het wenselijk is dat het college daar bij het nemen van besluiten of het verrichten van handelingen rekening mee houdt.

Dik-Faber Bergkamp

Naar boven