33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

Nr. 70 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN OTWIN VAN DIJK EN BERGKAMP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 38

Ontvangen 17 april 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 2.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Voordat het onderzoek van start gaat, kan de cliënt het college een persoonlijk plan overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met e, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen. Het college brengt de cliënt van deze mogelijkheid op de hoogte en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding, bedoeld in het eerste lid, in de gelegenheid het plan te overhandigen.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Indien de cliënt een persoonlijk plan als bedoeld in lid 1a aan het college heeft overhandigd, betrekt het college dat plan bij het onderzoek als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met e.

Toelichting

Dit amendement beoogt dat de cliënt zelf in staat wordt gesteld op een voor hem of haar passende wijze een persoonlijk plan op te stellen. In het plan kan de cliënt – al dan niet tezamen met zijn persoonlijke netwerk – de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, onderdelen a tot en met e, en de maatschappelijke ondersteuning die door hem wordt gewenst, beschrijven. De omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, onderdelen a tot en met e, worden ingevolge het wetsvoorstel onderzocht door het college. Doordat de cliënt hieromtrent voorafgaand aan het onderzoek door het college een persoonlijk plan kan overleggen, is het college direct bekend met de wijze waarop de cliënt zelf vorm wil geven aan zijn persoonlijk arrangement dat nodig is om zelfredzaam te kunnen zijn en te participeren. Hiermee komt de regie bij de burger te liggen. Gebleken is dat de eigenaar van het probleem vaak, samen met mensen uit zijn omgeving, de sleutel voor de oplossing in handen heeft. Door de cliënt een persoonlijk plan te laten opstellen, wordt de eigen regie en de betrokkenheid van het sociale netwerk van cliënten in de WMO versterkt. Tevens draagt dit volgens de indieners bij aan de tevredenheid van cliënten over de zorg en ondersteuning die geboden wordt door de gemeente. Dit vereist wel transparantie van gemeenten over de wijze waarop het resultaat van het onderzoek wordt opgesteld.

Cliënten zijn zelf regievoerder en eigenaar van hun persoonlijk plan. Er is een breed scala aan zelfregie instrumenten beschikbaar. Om uitvoering te geven aan dit amendement kan worden aangesloten bij de bestaande praktijk van persoonlijke plannen. Burgers hebben zelf de keuze op welke wijze en met welk(e) instrument(en) of methodiek(en) zij hun persoonlijke plan willen vormgeven.

O. van Dijk Bergkamp

Naar boven