33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

S/ Nr. 170 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 18 november 2014.

De wens dat het in de maatregel te regelen onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 18 december 2014.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2014

Hierbij bied ik u aan het Uitvoeringsbesluit Wmo 20151 in het kader van een wettelijk voorgeschreven nahangprocedure op grond van artikel 65 van de Wet toelating zorginstellingen. Het besluit is een uitvloeisel van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De nahang heeft betrekking op artikel 6.16 van het besluit. Het betreft een technische aanpassing van artikel 2.1, zevende lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Dit artikel treedt niet eerder in werking dan 30 dagen na het overleggen van het besluit, tenzij binnen die termijn door of namens de uw Kamer de wens te kennen wordt gegeven dat het in de algemene maatregel geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt het artikel ingetrokken.

In artikel 2.1, zevende lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi is onderdeel 1° vervallen. De vormgeving van het zevende lid en onderdeel 2° is gewijzigd.

Het vervallen onderdeel regelde dat kleinschalige voorzieningen voor beschermd wonen van mensen met een psychiatrische aandoening, in afwijking van wat ten algemene voor AWBZ-instellingen voor intramurale zorg geldt, hun onroerend goed zonder toets van het College sanering mochten verkopen en de opbrengsten daarvan niet in het Algemeen Fonds Bijzonder Ziektekosten hoefden te storten. Nu beschermd wonen van mensen met een psychische stoornis naar de Wmo 2015 is overgeheveld, hoort dit niet meer in het Uitvoeringsbesluit WTZi thuis. De uitzondering op artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen geldt nog wel voor andere kleinschalige woonvoorzieningen die op grond van de AWBZ verzekerde zorg verlenen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het onderscheid tussen «licht» en «zwaar» verblijf te schrappen. Dit onderscheid is inmiddels minder relevant geworden.

Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven