33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA

Nr. 158 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 mei 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 23 december 2019 inzake Jaarplan voor 2020 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Kamerstuk 33 835, nr. 136)

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 mei 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, De Leau-Kolkman

Vraag 1

Welke maatregelen gaat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2020 nemen met betrekking tot de volksgezondheidsrisico’s gekoppeld aan de handel in exotische dieren, zoals de nieuwe uitbraak van coronavirus laat zien?

Antwoord

Bij de importcontrole van zendingen van levende (exotische) dieren door de NVWA wordt toegezien op de diergezondheid. Ik verwijs uw Kamer verder naar het antwoord dat de Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) mede namens mij heeft gegeven in antwoord op Kamervragen van de Kamerleden Wassenberg (PvdD) en Van Esch (PvdD) over de dierlijke oorsprong van het nieuwe coronavirus en de falende aanpak van de handel in bedreigde diersoorten (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 162). Hij heeft aangegeven geen reden te zien om nu tot een aanscherping van toezicht en handhaving op de import van dierlijke producten en dieren uit China over te gaan. Zie ook de brief van 31 maart 2020 inzake COVID-19 Update stand van zaken (Kamerstuk 25 295, nr. 200).

Vraag 2

Hoeveel commercieel gehouden konijnen worden er op jaarbasis buiten de slachthuizen geslacht?

Antwoord

Er zijn geen gegevens bekend over hoeveel commercieel gehouden konijnen geslacht worden buiten de slachthuizen.

Vraag 3

Hoeveel konijnen worden er op jaarbasis bij poeliers geslacht?

Antwoord

De NVWA heeft alleen informatie over het aantal geslachte konijnen op erkende slachthuizen. Er zijn in 2019 bij één erkend slachthuis 18.556 konijnen geslacht. Bij de overige erkende slachthuizen zijn in 2019 geen konijnen geslacht.

Vraag 4

Op welke wijze, met welke frequentie en met welke capaciteit houdt de NVWA toezicht bij poeliers die zelf slachten?

Antwoord

Bij erkende kleine pluimveeslachthuizen is dat één tot enkele kwartieren per werkdag. Het toezicht bij poeliers zonder erkenning wordt in het kader van risicobeheersing geconcentreerd in de periode vlak voor Kerst. In 2019 zijn in deze periode 21 poeliers bezocht. Daarbij wordt toezicht gehouden op hygiëne en op traceerbaarheid van aanwezig wild.

Vraag 5

Kunt u verklaren hoe het mogelijk is dat 40 konijnenbedrijven informatie hebben aangeleverd aan de Autoriteit Dierengeneesmiddelen (SDa) voor het onderzoek naar antibioticagebruik, terwijl er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 47 konijnenhouderijen zijn in Nederland en hoe beoordeelt u dit verschil?

Antwoord

Het verschil in aantal komt hoogstwaarschijnlijk door tijdelijke of definitieve leegstand. Er is de afgelopen jaren een dalende trend te zien in het aantal konijnenbedrijven in Nederland.

In de SDa rapportage «Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2018» worden de data van 40 konijnenbedrijven verwerkt die informatie hebben aangeleverd over antibioticumgebruik, dat gebeurt via een aangewezen databank. Bedrijven waar geen dieren aanwezig zijn, worden niet meegenomen in de analyse. De NVWA controleert bij bedrijfsinspecties de antibioticumregistratie.

Vraag 6

Hoeveel controles heeft de NVWA in 2019 uitgevoerd op het transport van konijnen en wat waren hierbij de bevindingen?

Antwoord

De NVWA heeft in 2019 één transport met konijnen gecontroleerd. Er zijn tijdens deze inspectie geen afwijkingen geconstateerd.

Vraag 7

Hoe vaak heeft de NVWA in 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 controles uitgevoerd op stations voor kunstmatige inseminatie waar fokrammen worden gehouden voor de verzameling van zaadcellen voor de konijnenhouderij, hoeveel en wat voor soort overtredingen zijn hierbij geconstateerd en welke sancties zijn hierbij opgelegd?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op onder andere de bepalingen uit het Besluit houders van dieren bij bedrijven die konijnen houden met het oog op de productie van dierlijke producten. Hierin maakt de NVWA geen onderscheid in bedrijven die fokrammen houden voor de verzameling van zaadcellen of bedrijven die konijnen houden voor de productie van vlees. Er kan derhalve niet worden aangegeven hoe vaak de NVWA controles heeft uitgevoerd per specifiek type bedrijf, noch wat voor soort overtredingen er eventueel zijn geconstateerd en welke sancties hierbij zouden zijn opgelegd.

Vraag 8

Hoe vaak leidt het afnemen van zaad bij de fokram en het insemineren hiervan bij de voedster in de konijnenhouderij tot letsel?

Antwoord

Cijfers met betrekking tot letsel als gevolg van het afnemen van zaad bij een fokram of het insemineren van een voedster worden niet centraal geregistreerd. Het is derhalve niet bekend hoe vaak dit eventueel tot letsel leidt.

Vraag 9

Wat is de sterfte onder voedsters in de konijnenhouderij?

Antwoord

Sterftecijfers worden niet centraal geregistreerd. De aantallen zijn daarom niet bekend.

Vraag 10

Op welke manier wordt er gecontroleerd of konijnenhouders daadwerkelijk een dierenarts inschakelen op het moment dat meer dan 10% van de gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen vroegtijdig sterft in hun stallen en waarom wordt dit pas vereist bij een sterfte van meer dan 10%?

Antwoord

In het Besluit houders van dieren is bepaald dat indien het uitvalpercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger is dan 10%, de houder een dierenarts consulteert. De houder registreert de uitkomst van de consultatie en dient deze 3 jaar te bewaren. De registratie kan bij een inspectie van de NVWA op bepalingen uit het Besluit houders van dieren worden ingezien. Deze 10% is een afspraak van de konijnensector zelf die destijds is vastgelegd in de inmiddels vervallen verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren, waarin voorschriften met het oog op welzijn van konijnen in de konijnenhouderij waren opgenomen. Deze bepalingen zijn bij het opheffen van de productschappen overgenomen in het Besluit houders van dieren.

Vraag 11

Hoe wordt het vierogenprincipe uitgevoerd? Zijn er twee NVWA-dierenartsen tegelijk fysiek aanwezig in een bepaald slachthuis gedurende de hele tijd dat er wordt geslacht?

Antwoord

Op bepaalde slachterijen en verzamelcentra wordt het vierogenprincipe toegepast. Dit betekent dat er naast de reguliere dierenarts een tweede dierenarts of NVWA inspecteur voor een gedeelte van de tijd bij de levende keuring wordt ingezet. De focus ligt nadrukkelijk op het bewaken van dierenwelzijn.

Vraag 12

In welke 13 slachthuizen is het cameratoezicht nog niet ingevoerd en zijn dit kleine, middelgrote of grote slachthuizen, welke diersoorten en hoeveel dieren worden hier geslacht en wordt hier bedwelmd of onbedwelmd geslacht?

Antwoord

Dertien middelgrote slachthuizen hadden eerder aangegeven niet mee te willen werken aan cameratoezicht op vrijwillige basis. Inmiddels hebben al deze 13 slachthuizen te kennen gegeven dat cameratoezicht in te voeren op hun bedrijf. Uit privacyoverwegingen worden de namen van deze slachthuizen niet gedeeld. In deze slachthuizen werden in 2019 ruim 207.000 dieren geslacht. Het gaat om kalveren, runderen, schapen, geiten en varkens. Drie van de dertien slachthuizen slachten onbedwelmd.

Vraag 13

Hoeveel kleine, hoeveel middelgrote en hoeveel grote Nederlandse pluimveeslachthuizen slachten voor de halal-markt en op welke wijze, met welke frequentie en met hoeveel capaciteit wordt hier toezicht gehouden door de NVWA?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op het dierenwelzijn voor en tijdens de slacht en op de hygiëneregels ten aanzien van het vlees. De NVWA houdt geen toezicht op de bestemming, zoals bijvoorbeeld de halal-markt, die het vlees krijgt van dieren die onverdoofd geslacht zijn. Bij onbedwelmd slachten is er permanent toezicht van de NVWA. Er zijn bij de NVWA in 2019 echter geen pluimveeslachterijen bekend die onbedwelmd hebben geslacht.

Vraag 14

Kunt u een organogram van de NVWA en alle dienstgroepen aan de Kamer sturen?

Antwoord

Op de website van de NVWA vindt uw Kamer de laatste versie van het organogram, van juli 20191. Daarbij kan ik uw Kamer melden dat de directies Bedrijfsvoering en CFO momenteel worden samengevoegd tot één directie Interne Organisatie met één directeur. Daarnaast zijn de onderdelen programmadirectie NVWA 2020 en het programmabureau inmiddels opgeheven.

Vraag 15

Wie voert het onderzoek naar de herbezinning uit, wat is de onderzoeksopdracht en waarom specifiek deze opdracht?

Antwoord

In mijn brief van 12 juli 2019 (Kamerstuk 33 853, nr. 127) aan uw Kamer heb ik de opdracht verwoord voor de herbezinning: «Hoe zorgt de NVWA ervoor dat de doelen als geformuleerd in NVWA2020 gerealiseerd gaan worden tegen de achtergrond van het stopzetten van de ontwikkeling van de applicatie INSPECT en de geconstateerde dieperliggende belemmeringen? Zorg dat eind 2019 daartoe concrete verbeterpunten zijn geïdentificeerd, uitgewerkt en zoveel als mogelijk in uitvoering genomen. Maak helder aan welke randvoorwaarden moet zijn voldaan om de plannen te realiseren». Het onderzoek naar de herbezinning wordt door de NVWA zelf uitgevoerd. In verband daarmee is er tijdelijk een lid aan de directieraad van de NVWA toegevoegd. Ik zal uw Kamer op korte termijn de eindrapportage over de herbezinning toezenden.

Vraag 16

Wanneer kan de Kamer de uitkomsten van de herbezinning tegemoet zien?

Antwoord

Uw Kamer kan de uitkomsten van de herbezinning op korte termijn tegemoetzien.

Vraag 17

Hoe worden de strategische doelen bereikt, wat is daarvoor nodig en waarom juist deze vijf strategische doelen?

Vraag 18

Hoe komt de aanpak van de NVWA ook in de praktijk tot uiting?

Antwoord vraag 17 en 18

De strategische doelen zijn vastgelegd in de NVWA Organisatiekoers2. In dit document staat per strategisch doel hoe dit wordt bereikt:

  • 1. Het bevorderen van naleving van wet- en regelgeving en optimale beheersing van risico’s voor voedsel-en productveiligheid, dierenwelzijn en plantgezondheid wordt bereikt door de inzet van de NVWA te richten op het bevorderen van naleving bij alle betrokken doelgroepen.

  • 2. Het versterken van controle op producten, zowel voor de Nederlandse markt, als de exportmarkten, voor de (inter)nationale handel wordt bereikt door een adequaat systeem van keuringen en door tweedelijnstoezicht op private keuringsdiensten.

  • 3. Het vergroten van uniformiteit in de manier van werken van de NVWA, voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor bedrijven wordt bereikt door uniform te werken via het interventiebeleid.

  • 4. Het vergroten van transparantie in de werkwijze van de NVWA, voor een goede informatiepositie van (vertegenwoordigers van) consumenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en departementen wordt bereikt door het ontsluiten, delen en presenteren van de kennis van de NVWA en openbaarmaking van resultaten.

  • 5. Het vergroten van de doelgerichtheid, doelmatigheid en wendbaarheid van de NVWA, voor een zo groot mogelijk maatschappelijk effect wordt bereikt door de capaciteit op een slimme en flexibele manier in te richten en verantwoording af te leggen, met de inzet van vakkennis, (nieuwe) middelen, uniformering en standaardisering van werkprocessen, passende ICT-ondersteuning, strategisch personeelsbeleid en sturing op KPI’s.

De vijf strategische doelen zijn afgeleid van de missie van de NVWA: staan voor de veiligheid van voedsel, consumentenproducten, dierenwelzijn en natuur. Om de strategische doelen te bereiken worden door de NVWA jaarlijks te behalen resultaten geformuleerd en de daarvoor uit te voeren activiteiten (als inspecties, keuringen, onderzoeken, adviezen, beschikkingen) gepland. De strategische doelen zijn daarmee onderdeel van het jaarplanproces van de NVWA.

Vraag 19

Wie bepaalt welke bijdrage van de NVWA wordt gevraagd?

Antwoord

In het jaarplanproces maken de NVWA en opdrachtgevers LNV en VWS hierover de afspraken binnen de beleidsmatige en budgettaire kaders.

Vraag 20

Heeft de NVWA ook een zelfstandige rol bij het bepalen van de onderzoeksrichting of keuzes in beleid of is de NVWA vooral een uitvoeringsorganisatie?

Antwoord

De NVWA is een rijksinspectie en geen uitvoeringsorganisatie. In de «Aanwijzingen inzake de rijksinspecties» zijn eenduidige, rijksbrede regels vastgelegd over de positie en het functioneren van de rijksinspecties. Hierin staat dat de Minister de bevoegdheid heeft om «algemene en bijzondere aanwijzingen» te geven. Een bijzondere aanwijzing kan betrekking hebben op het opdracht geven tot het verrichten van concreet onderzoek3. Indien de Minister een bijzondere aanwijzing geeft, moet deze openbaar worden gemaakt.

Daarnaast regelt de Wet onafhankelijke risicobeoordeling NVWA (Wor) de onafhankelijkheid, kwaliteit en transparantie van risicobeoordelingen van het onafhankelijke Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (bureau). De kwaliteit en objectiviteit van de wetenschappelijke adviezen van bureau wordt bewaakt door een onafhankelijke Raad van Advies.

Op 18 april 2019 stuurde ik uw Kamer mede namens de Minister voor MZS het rapport: «De NVWA: bewaker, ook beleidsmaker?» over de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen NVWA en departementen over beleid(sregels)4. Zoals eerder toegezegd wordt u hierover binnenkort nader geïnformeerd.

Vraag 21

Op welke manier wordt voor de NVWA-top duidelijk dat er in de hele organisatie uniform en transparant gewerkt wordt?

Antwoord

Dat gebeurt op verschillende manieren zoals via teamoverleg en MT overleg, het uniformiteitsteam en signalen van bedrijven waar de NVWA toezicht op houdt. Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 11 februari 2020 (Kamerstuk 33 835, nr. 138) heb opgemerkt komen medewerkers van de NVWA idealiter in gelijke gevallen tot een gelijk oordeel. Dat is de essentie van uniform werken door de NVWA. Er zullen echter altijd verschillen zijn tussen de oordelen van medewerkers, het blijft mensenwerk. Belangrijk is dat deze verschillen binnen een bepaalde bandbreedte blijven. Daarnaast werkt de NVWA aan de accreditatie van de werkprocessen in de slachthuizen. Het invoeren van geaccrediteerde werkprocessen zal een belangrijke bijdrage leveren aan uniform werken. Van deze processen afwijken zal slechts bij uitzondering mogelijk zijn en de redenen daarvoor zullen ook schriftelijk worden vastgelegd.

Vraag 22

Hoeveel bedrijven zijn aangesloten bij geaccepteerde private toezichtsystemen?

Antwoord

Een overzicht van de geaccepteerde kwaliteitsschema’s staat op de website www.ketenborging.nl.

Op de websites van de betreffende kwaliteitsschema’s staan de bedrijven die volgens het kwaliteitsschema zijn gecertificeerd. Daarnaast accepteert de NVWA zelfcontrolesystemen op basis van de hygiënecodes voor horeca, ambacht, zorginstellingen en retail. Geaccepteerde zelfcontrolesystemen staan op de website van de NVWA.

Vraag 23

Waarom willen bedrijven zich aansluiten bij geaccepteerde private toezichtsystemen en waarom doen niet alle bedrijven dit?

Antwoord

Private toezichtsystemen zijn systemen waarbij bedrijven zich vrijwillig aansluiten. Dit is niet verplicht. Er zijn diverse redenen voor bedrijven om zich hierbij aan te sluiten zoals de intrinsieke wens om met behulp van de vereisten vanuit het kwaliteitssysteem de voedselveiligheid goed te borgen. Een andere reden kan zijn dat afnemers deelname aan een kwaliteitssysteem vereisen. De NVWA toetst of deze private kwaliteitssystemen voldoen aan de door de Taskforce Voedselvertrouwen gestelde criteria. Indien dat het geval is wordt het systeem als «geaccepteerd» vermeld op de website www.ketenborging.nl.

Vraag 24

Welke kwaliteitssystemen zijn er geaccepteerd en welke zijn nu in behandeling? Is dit een uitputtende lijst of is de verwachting dat er in de toekomst meer kwaliteitssystemen bijkomen?

Antwoord

Welke kwaliteitsschema's er zijn geaccepteerd en welke nu in behandeling zijn, is te zien op www.ketenborging.nl. Er zijn op dit moment negen kwaliteitsschema’s geaccepteerd en zes in behandeling. De verwachting is dat meer schema’s zich zullen aanmelden.

Vraag 25

Aan welke eisen moet een kwaliteitssysteem voldoen voor acceptatie?

Antwoord

De NVWA toetst of kwaliteitsschema’s die zich hebben aangemeld voor Ketenborging.nl voldoen aan de criteria die door de Taskforce Voedselvertrouwen zijn opgesteld. Deze criteria staan vermeld op de website www.ketenborging.nl. Zodra een kwaliteitsschema aan deze criteria voldoet, wordt het systeem als «geaccepteerd» aangemerkt op de website www.ketenborging.nl.

Vraag 26

Waarom is gekozen voor een toezichtondersteunend privaat kwaliteitssysteem en niet een systeem van de NVWA?

Antwoord

Het bedrijfsleven is primair verantwoordelijk voor de naleving van de voedselveiligheidswetgeving. Via private kwaliteitssystemen wordt hier invulling aan gegeven. De NVWA kan voor het toezicht gebruikmaken van informatie uit deze kwaliteitssystemen. Dit vervangt echter nooit geheel de verantwoordelijkheid van de NVWA om erop toe te zien dat bedrijven de regelgeving omtrent voedselveiligheid naleven. Op basis van zelf uitgevoerde risicoanalyses kan de NVWA besluiten om gecertificeerde bedrijven minder intensief te inspecteren.

Vraag 27

Hoeveel mensen werken er op de afdeling internethandel?

Antwoord

De NVWA heeft geen afdeling internethandel. In verschillende domeinen wordt toezicht op internethandel gehouden. Inspecteurs die werkzaam zijn bij o.a. de domeinen productveiligheid, BED (Bijzondere Eet- en Drinkwaren), natuur, tabak en alcohol, gewasbescherming en dierenwelzijn houden toezicht op internethandel. Deze inspecteurs doen dit binnen hun takenpakket. De afdeling Handel & Digitaal Toezicht van de NVWA ondersteunt de verschillende domeinen bij het toezicht op internethandel door onder andere het ontwikkelen van web scrapers. Deze afdeling heeft ook taken die niet met internettoezicht van doen hebben. De afdeling bestaat uit ongeveer 9 fte. Ten slotte werkt een aantal medewerkers parttime aan het tijdelijke project toezicht op internethandel, dat als doel heeft toezicht op internethandel te professionaliseren en stakeholders te activeren, om zo internethandel veiliger te maken.

Vraag 28

Op welke manier wordt er in 2020 verder geïnvesteerd in internethandel?

Vraag 29

Welke middelen heeft de NVWA om op te treden tegen onveilig online aanbod?

Antwoorden 28 en 29

In verschillende domeinen wordt in 2020 risicogericht toezicht gehouden op internethandel. Dit betekent dat aanbod van webwinkels wordt bekeken en waar nodig (anoniem) monsters worden genomen. Wanneer het aanbod niet voldoet aan de wet- en regelgeving wordt handhavend opgetreden. Bij aanbieders die zijn gevestigd buiten de Europese Unie is handhaven niet mogelijk. In 2020 zal worden geïnvesteerd in het in toenemende mate automatiseren van het aanwijzen van welk aanbod door een inspecteur zal worden bekeken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van web scrapers die het online aanbod geautomatiseerd controleren. Op deze manier hoeven inspecteurs niet meer handmatig webwinkels te zoeken die zij gaan inspecteren, wat leidt tot efficiëntie en een betere selectie van webwinkels. Daarnaast wordt in 2020 geïnvesteerd in de vaardigheden die nodig zijn bij het houden van toezicht op internethandel van inspecteurs, middels een opleiding toezicht op internethandel. Ook wordt ingezet op het vergroten van het bewustzijn van online aanbieders dat ook zij de wet- en regelgeving moeten naleven. Ten slotte worden platforms, andere marktpartijen en overheidsdiensten geïdentificeerd waarmee werkafspraken gemaakt kunnen worden met als doel de veiligheid voor de consument, dier en natuur bij internethandel te borgen. Met deze partijen worden vervolgens waar mogelijk werkafspraken gemaakt. De NVWA heeft toezichtcapaciteit, kennis, wetgeving en techniek tot haar beschikking om deze activiteiten uit te voeren.

Vraag 30

Wat zijn de precieze werkafspraken die zijn gemaakt met Marktplaats omtrent de handel in dieren?

Antwoord

De NVWA werkt nauw samen met Marktplaats om gezamenlijk illegaal aanbod tegen te gaan. Daartoe hebben Marktplaats en de NVWA in januari 2019 een samenwerkingsdocument ondertekend. Deze samenwerking houdt in dat de NVWA risicogericht toezicht op Marktplaats houdt. Hiertoe kan de NVWA zoekopdrachten aanmaken, waardoor de NVWA automatisch melding krijgt van advertenties die voldoen aan deze zoekopdrachten. Of deze advertenties voldoen aan wet- en regelgeving wordt door inspecteurs van de NVWA handmatig beoordeeld. Waar nodig volgt een inspectie. Op aanwijzen van de NVWA verwijdert Marktplaats vervolgens advertenties. Als blijkt dat de zoekopdrachten dermate verfijnd zijn dat deze geen «false positives» opleveren dan kunnen advertenties die aan deze opdracht voldoen automatisch worden verwijderd. Ook kan Marktplaats op verschillende manieren en in overleg met de NVWA kopers en aanbieders voorlichten over geldende wet- en regelgeving waarop de NVWA toeziet. Daarnaast kan de NVWA beschikbare gegevens over specifieke aanbieders vorderen bij Marktplaats.

Ook heeft Marktplaats stappen genomen die moeten voorkomen dat op Marktplaats handel in dieren plaatsvindt die niet voldoet aan wet- en regelgeving. Marktplaats heeft een aantal door de adverteerders (verkopers) in te vullen verplichte velden toegevoegd aan de advertenties voor honden en katten, waardoor kopers meer informatie krijgen. Bovendien moeten adverteerders per 1 augustus 2019 betalen voor het plaatsen van een advertentie voor honden en katten. De betaling zorgt voor een verbeterde traceerbaarheid van adverteerders.

Marktplaats verwijst ten slotte door middel van aanvullende informatie bij advertenties voor honden en katten actief door naar het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG), waar consumenten informatie kunnen vinden over het aanschaffen van huisdieren.

Vraag 31

Hoeveel meldingen zijn er sinds het opstellen en ingaan van de werkafspraken gemaakt bij de NVWA omtrent misstanden in de handel van dieren bij Marktplaats?

Antwoord

Meldingen worden per diersoort of diercategorie gecategoriseerd en niet op onlinehandel. Er is dus niet bekend hoeveel meldingen over onlinehandel van dieren bij de NVWA zijn binnengekomen.

Vraag 32

Hoeveel interventies waren er in 2019 met betrekking tot online handel, uitgewerkt in gezelschaps- en exotische dieren?

Vraag 33

Hoeveel overtredingen werden er in 2019 geconstateerd met betrekking tot de onlinehandel, uitgewerkt in gezelschaps- en exotische dieren?

Antwoord vraag 32 en 33

Sinds april 2018 (toen de NVWA en Marktplaats de pilot «markplaats advertenties» startten in aanloop naar de gemaakte werkafspraken in 2019) heeft Marktplaats op aanwijzing van de NVWA 101 advertenties van invasieve exotische dieren verwijderd. Daarvan betrof het in 83 gevallen rivierkreeften. Daarnaast zijn 2 advertenties met beschermde diersoorten verwijderd, waarvan één nepadvertentie van een oplichter.

Er zijn geen advertenties verwijderd waarin honden of katten werden aangeboden. Er is niet strafrechtelijk of bestuursrechtelijk opgetreden tegen aanbieders op online platforms.

Vraag 34

Hoeveel online advertenties zijn er in 2019 verwijderd omdat deze in overtreding waren met de huidige dierenwelzijnswetgeving?

Antwoord

In 2019 zijn geen advertenties verwijderd. Dit komt doordat het vaak niet mogelijk is om enkel op basis van het bekijken van advertenties te beoordelen of de houder voldoet aan de houdersvoorschriften of andere dierenwelzijnsregelgeving. Zo kan aan de hand van een afbeelding en omschrijving in een advertentie bijvoorbeeld niet worden bepaald of een hond gecoupeerd is op medische indicatie of niet. Bij dit soort advertenties is het doorgaans nodig een fysieke inspectie uit te voeren. Bij deze inspecties wordt de capaciteit van de NVWA risicogericht ingezet.

Vraag 35

Hoe lang duurt het gemiddeld voordat een gesignaleerde verboden aanbieding van dieren daadwerkelijk van het desbetreffend online platform wordt verwijderd?

Antwoord

De NVWA en Marktplaats hebben afgesproken dat Marktplaats advertenties verwijdert binnen 24 uur na melding door de NVWA. Daar stuurt de NVWA meteen een bericht naar de adverteerder achteraan met uitleg waarom de advertentie verwijderd is. Het is onbekend wat de gemiddelde duur is voordat een gesignaleerde verboden aanbieding van dieren wordt verwijderd bij (andere) online platforms.

Vraag 36

Hoe vaak komt het voor dat gesignaleerde verboden aanbiedingen van dieren niet worden verwijderd?

Antwoord

Er wordt alleen geregistreerd welke advertenties worden verwijderd. Naar een melding van een Marktplaats advertentie wordt altijd gekeken, maar er moet een duidelijke, wettelijk grond zijn om de advertentie te laten verwijderen door Marktplaats. Bij invasieve exoten kunnen advertenties worden verwijderd enkel door de informatie uit de advertentie te beoordelen, bij andere diersoorten is de overtreding niet altijd vast te stellen op basis van de informatie uit de advertentie. Als dit laatste het geval is, kan op basis van risicobeoordeling worden besloten een fysieke inspectie uit te voeren, waarna alsnog kan worden verzocht aanbiedingen te verwijderen. Wanneer de NVWA advertenties meldt bij Marktplaats dan worden deze altijd verwijderd.

Vraag 37

Hoe vaak in 2019 heeft de NVWA opvolging gegeven aan een gesignaleerde online aanbieding van een verboden diersoort in de vorm van inbeslagname van het dier?

Antwoord

Voor gezelschapsdieren zijn geen advertenties verwijderd en dus ook geen dieren in beslag genomen. Van de verwijderde advertenties van invasieve exotische dieren, zijn door de NVWA op aangeven van RVO.nl geen dieren in bewaring genomen.

Vraag 38

Hoeveel dossiers/processen gerelateerd aan de handel in wilde dieren waren er in 2019?

Antwoord

In 2019 heeft de NVWA 48 controles afgerond gericht op soorten genoemd in de Europese exotenverordening. Daarnaast zijn in 2019 539 inspecties afgerond gericht op bezit en handel van beschermde dieren en planten. Of een zaak betrekking heeft op dieren of planten wordt niet apart geregistreerd. Daarnaast zijn 72 inspecties uitgevoerd in het kader van dierenwelzijn bij exotische dieren.

Vraag 39

Valt het handelen in exotische dieren in het domein van dierenwelzijn, natuur en milieu of behoud van instandhouding van biodiversiteit?

Antwoord

Handel in exotische dieren valt bij de NVWA in het domein natuur.

Vraag 40

Is de NVWA voornemens om het toezicht op de handel in beschermde wilde dieren via online platforms te vergroten?

Vraag 41

Hoeveel capaciteit gaat de NVWA het komende jaar besteden aan het toezicht op de handel in beschermde wilde dieren via online platforms?

Vraag 42

Welke middelen maakt de NVWA het komende jaar vrij voor het toezicht op de handel in beschermde wilde dieren via online platforms?

Antwoord vraag 40 t/m 42

Net als het voorgaande jaar zullen meldingen over de handel in beschermde wilde dieren via online platforms risicogericht worden opgepakt. De NVWA heeft ook in 2020 een bepaalde capaciteit en middelen voor toezicht op de handel in beschermde wilde dieren gereserveerd met betrekking tot het domein natuur en de afdeling handel & digitaal toezicht. De NVWA heeft daarbinnen geen specifieke middelen of budget geoormerkt voor toezicht op handel in beschermde wilde dieren via online platforms.

Vraag 43

Waarom heeft de NVWA ervoor gekozen de inspectierapporten van horecabedrijven in heel Nederland te openbaren?

Antwoord

Openbaarmaking is onderdeel van het besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet en vindt stapsgewijs plaats. Het tempo van de uitrol is afhankelijk van de beschikbare administratieve en ICT-ondersteuning.

Begin 2019 is de Gezondheidswet aangepast waarin geregeld is dat de NVWA inspectieresultaten en later ook sanctiebesluiten actief openbaar maakt op grond van de Gezondheidswet. In het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet wordt opgenomen voor welke domeinen de actieve openbaarmaking in werking gaat. Dit besluit wordt in de komende jaren verder uitgebreid met andere domeinen waarvan de inspectieresultaten openbaar gemaakt gaan worden. Uiteindelijk zal de NVWA over de volle breedte van haar toezicht de inspectiegegevens en sanctiebesluiten actief openbaar maken.

Vraag 44

Op welke manier komt de transparantie tussen en binnen afdelingen van de NVWA tot uiting?

Antwoord

Voor het goed functioneren van afdelingen is interne communicatie, coördinatie en afstemming een voorwaarde. Kernwaarde daarbij is transparantie. In het kader van het ontwikkelen en ondersteunen van vakmanschap wordt expliciet gestuurd op meer inhoudelijk overleg en afstemming. Dat geldt bijvoorbeeld voor het samenwerkingstraject van de directies Handhaven en Keuren. Doel daarbij is onder andere uniformering van toezicht en het delen van kennis in de gehele toezichtsketen.

Verder is de NVWA bezig om de regie over domeinen te versterken. Concreet betekent dit een steviger aansturing, regie en samenwerking van collega’s die met dezelfde inhoudelijke onderwerpen (bijvoorbeeld dierenwelzijn of productveiligheid) te maken hebben. Ook dit draagt bij aan transparantie binnen en tussen afdelingen.

Vraag 45

Zijn er mogelijkheden voor NVWA-werknemers om misstanden te kunnen aankaarten?

Antwoord

Binnen de NVWA kunnen medewerkers misstanden op meerdere manieren aankaarten. Daartoe hebben de medewerkers de volgende «kanalen» ter beschikking:

  • melden bij hun direct leidinggevende of naast hogere leidinggevende

  • melden bij een van de vertrouwenspersonen

  • melden bij de integriteitscoördinator

  • melden bij de incidenten-postbus

In de praktijk wordt van alle mogelijkheden gebruik gemaakt. De meldingsbereidheid binnen de NVWA is hoog. Ook komt het voor dat een melding na bespreking/ beoordeling wordt doorverwezen naar één van de andere «kanalen».

Vraag 46

Hoeveel zendingen zijn er gemaakt per land van koraal, tropische vissen en bedreigde diersoorten?

Antwoord

In onderstaand overzicht is opgenomen hoeveel zendingen er per land zijn gemaakt van tropische vissen. De NVWA registreert bij zendingen niet specifiek of het bedreigde diersoorten betreft, dus deze informatie is niet te geven. Ook voor koraal worden de zendingen niet geregistreerd, omdat de invoer van koraal niet keuringsplichtig is.

Zendingen 2019

Naam land

Totaal

Australië

7

Brazilië

36

China

37

Colombia

73

Costa Rica

1

Cuba

22

Djibouti

8

Egypte

4

Fiji

3

Filipijnen

26

Hong Kong

4

India

3

Indonesië

143

Israël

10

Japan

206

Kenia

20

Kongo

3

Malediven

13

Maleisië

20

Mauritius

1

Nigeria

16

Peru

121

Singapore

198

Sri Lanka

82

Suriname

3

Taiwan

17

Tanzania

5

Thailand

31

Verenigde Staten

36

Vietnam

5

Eindtotaal

1.154

Vraag 47

Hoe wordt na controle voor invoer (wanneer de zendingen vrij zijn voor heel Europa) rekening gehouden met de verschillende normen en regels voor bijvoorbeeld dierenwelzijn binnen de landen van de EU? Worden importproducten van buiten de EU altijd gecontroleerd door én de Europese voedselwaakhond én de NVWA?

Antwoord

Binnen Europa geldt voor dierenwelzijn tijdens dierenvervoer de Transportverordening. De NVWA ziet toe op de naleving van de bepalingen uit deze verordening. De NVWA kan niet handhaven op eventuele aanvullende regels met betrekking tot dierenwelzijn tijdens dierenvervoer die in andere landen gelden. Dieren en producten die conform EU-regelgeving bij import gecontroleerd moeten worden, ondergaan deze controles bij de aangewezen buitengrenscontroleposten. De controles worden uitgevoerd door de NVWA. De European Food Safety Authority (EFSA) geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies over voedsel gerelateerde risico’s en is geen bevoegde autoriteit die controles uitvoert.

Vraag 48

Hoeveel incidenten kunnen er jaarlijks niet door de divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA onderzocht worden terwijl dit eigenlijk wel nodig is?

Antwoord

Bij incidenten en crises wordt met voorrang capaciteit ingezet door de NVWA-IOD, incidenten worden dus altijd opgepakt. Desondanks zijn er signalen van fraude die niet verder kunnen worden onderzocht als gevolg van de beperkte capaciteit van de NVWA-IOD. Dit is niet te kwantificeren omdat dit een doorlopend proces is van weging en keuzes in onderwerpen die voorrang krijgen, waarbij de voedselveiligheid prioriteit heeft. Momenteel loopt een onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA. Over de uitkomst van dit onderzoek wordt uw Kamer bericht.

Vraag 49

Hoe hoog is het bereikbaarheidspercentage van de NVWA, hoeveel mensen krijgen telefonisch meteen contact, hoe lang is de gemiddelde telefonische wachttijd, hoeveel telefooncontacten en hoeveel online contact heeft de NVWA jaarlijks met mensen met vragen, hoeveel procent van de vragen wordt op dit moment in één keer goed beantwoord en hoe kan het dat mensen soms een foutief antwoord ontvangen van de NVWA?

Antwoord

Het bereikbaarheidspercentage van de NVWA is 98%. In 2% van de gevallen is er geen bereikbaarheid door storingen binnen het netwerk. In 2019 zijn in totaal 54.455 telefoontjes binnengekomen, waarvan 53.352 direct telefonisch contact kregen met een medewerker van het Klant Contact Centrum (KCC). De gemiddelde telefonische wachttijd is 25 seconden. Het aantal contacten met vragen is niet exact te zeggen, aangezien mensen de NVWA bellen met vragen én meldingen. In 2019 is 3.517 keer het online vragenformulier ingezonden aan de NVWA. In 2019 werd 73% van de vragen direct door het KCC goed beantwoord. De overige 27% van de vragen is uitgezet binnen de NVWA voor een antwoord vanuit de specialistische kennis bij de specifieke domeinen. De NVWA hecht bijzonder veel waarde aan de juistheid van de informatie die zij verstrekt. Burgers en bedrijven moeten ervan uit kunnen gaan dat het antwoord dat zij van de NVWA ontvangen correct is. De NVWA heeft geen signalen ontvangen over verkeerd gegeven antwoorden, in 2019 zijn er geen klachten binnengekomen bij de NVWA over onjuist verstrekte antwoorden.

Vraag 50

Hoe groot is de toenemende vraag naar opsporing op het gebied van fraude bij incidenten of crisis in de voedselketen en fraude met (internationale) handel in grondstoffen voor food en feed incidenten, en wat is de oorzaak van deze toenemende vraag?

Antwoord

Incidenten zoals met paardenvlees (2013) en fipronil (2017) zijn mede ontstaan als gevolg van frauduleus handelen en hebben een sterk internationaal karakter. Binnen Europa is er sinds het incident met het paardenvlees meer aandacht voor de aanpak van voedselfraude. Als gevolg daarvan vindt meer informatie uitwisseling en samenwerking in grensoverschrijdende, Joint Investigation Teams (JITs) plaats. De EU rapporteert jaarlijks over de opgepakte zaken via het zogeheten voedselfraude netwerk5.

Uit de adviezen in verschillende rapportages die naar aanleiding van deze incidenten zijn opgesteld, door onder andere de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Commissie Sorgdrager blijkt dat goede signalering en opsporing van groot belang is. De toename van globale handelsstromen, de prijsdruk en meer aandacht voor verduurzaming van de voedselproductie dragen bij aan de verleiding tot het plegen van fraude.

Een ander voorbeeld is fraude met niet voor dierlijke of menselijke consumptie bedoelde reststromen en afval. Ook hierover komen signalen binnen bij de NVWA. Deze vorm van fraude betreft vaak internationale fraude met grote financiële belangen.

Vraag 51

Wordt er een toename verwacht in het aantal meldingen van fraude ten aanzien van voedselintegriteit nu is gecommuniceerd dat er geen opsporingscapaciteit wordt ingezet voor deze meldingen?

Antwoord

De NVWA signaleert in de Staat van Voedselveiligheid (2018) dat de mogelijkheden voor en de winstgevendheid van fraude zijn toegenomen. Dit lijkt verband te houden met verschillende maatschappelijke ontwikkelingen, zoals prijsdruk, langere en complexere voedselketens en de nieuwe eisen die aan voedsel worden gesteld als het gaat om duurzaamheid, biologische productie, dierenwelzijn en andere waarden zoals halal en fair trade. Ik verwacht daarom dat de gelegenheid voor fraude ten aanzien van voedselintegriteit onverkort toeneemt. Of dit ook tot een toename van meldingen leidt, en wat het effect daarop is van communicatie over de opsporingsprioriteiten, is niet te voorspellen.

Vraag 52

Kunt u een overzicht geven van het aantal fte dat de NVWA over de afgelopen jaren (2010 tot 2020) tot haar beschikking had en kunt u dit uitsplitsen naar een procentuele urenverdeling per publiek belang?

Antwoord

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van de ambtelijke bezetting van de NVWA sinds 2012 weergegeven.

Tabel ontwikkeling ambtelijke bezetting NVWA (fte)

20101

20111

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2.549

2.347

2.168

2.163

2.229

2.437

2.480

2.372

2.407

2.432

2.450

X Noot
1

De tabel geeft de ambtelijke bezetting van de NVWA vanaf 2012. Voor de jaren daarvoor zijn de aantallen gebaseerd op de gegevens van de VWA, AID en PD.

De op de jaarplannen gebaseerde inzet op de verschillende publieke belangen (productieve fte) is hieronder als totaal weergeven in fte’s en tevens als procentuele verdeling over de publieke belangen.

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal productieve FTE

1.822

1.823

1.951

2.038

1.992

2.041

2.026

2.126

2.167

Publiek belang (%)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Controle subsidieregelingen

5%

5%

5%

5%

5%

4%

4%

4%

4%

Dierenwelzijn

7%

7%

8%

8%

7%

7%

7%

7%

8%

Diergezondheid

8%

8%

9%

8%

8%

8%

9%

8%

9%

Natuur en Milieu

11%

11%

12%

12%

13%

12%

12%

11%

11%

Plantgezondheid

9%

9%

9%

9%

9%

9%

9%

9%

11%

Productveiligheid

7%

7%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

7%

Tabakontmoediging

3%

3%

2%

2%

2%

2%

2%

2%

2%

Voedselveiligheid

50%

50%

48%

49%

49%

50%

51%

51%

48%1

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

X Noot
1

Dit percentage is lager dan de voorgaande jaren door de uitplaatsing van het voedselveiligheidslaboratorium (en de overplaatsing van de betreffende medewerkers naar Wageningen Food Safety Research).

Vraag 53

Hoeveel fte en aantal uren heeft dierenwelzijn gekregen in 2019?

Antwoord

Voor 2019 heeft het domein dierenwelzijn 14.302 uren gekregen. Dat is gelijk aan 103,8 fte.

Vraag 54

Kunt u aangeven welk deel van de 11% getoond in de figuur een gevolg is van de handhaving van de Europese Controle- en Plantgezondheidsverordening en de Plantgezondheidswet?

Antwoord

Van de capaciteit voor het domein fytosanitair, die 11% van de totale capaciteit van de NVWA bedraagt, is 13% (1.4% van de totale NVWA capaciteit) het gevolg van nieuwe uitvoeringstaken in het kader van de Controleverordening en de Plantgezondheidsverordening.

Vraag 55

Waarom is het laboratorium verplaatst?

Antwoord

In juni 2018 heb ik samen met de Minister voor MZS besloten tot de overdracht van het Laboratorium voor Voeder- en Voedselveiligheid (LabVV) van de NVWA aan

Wageningen Research (WR, zie Kamerstuk 33 835, nr. 81). Dit heeft geleid tot samenvoeging van dit laboratorium met het RIKILT tot één nieuwe laboratoriumorganisatie op het gebied van chemische, microbiologische en moleculair-biologische voeder- en voedselveiligheid: Wageningen Food Safety Research (WFSR). De belangrijkste doelstellingen die hiermee beoogd werden zijn:

  • Het vergroten van de efficiency en effectiviteit van de laboratoriumondersteuning van de NVWA.

  • Het vergroten van de kritische massa en de kennispositie van deze ondersteuning.

  • Het zorgdragen voor een capabele crisisorganisatie ter ondersteuning van de NVWA en de Ministeries van LNV en VWS bij incidenten en crises op het terrein van voeder- en voedselveiligheid en voedselfraude.

Vraag 56

Hoeveel procent van de Nederlandse bedrijven wordt jaarlijks door de NVWA gecontroleerd gezien de verschillende percentages die op pagina 18 (11%) en pagina 19 (6%) van het jaarplan worden weergeven?

Antwoord

Het antwoord op pagina 19 (6%) is correct. Helaas is op pagina 18 een verkeerd percentage weergegeven. Dit is inmiddels gecorrigeerd.

Vraag 57

Hoeveel van de door de NVWA onderzochte bedrijven komen niet volledig door de keuring?

Antwoord

Van de ruim 250.000 bedrijven die in Nederland actief zijn in de voedselketen wordt jaarlijks ongeveer 6% door de NVWA gecontroleerd. De NVWA keurt deze bedrijven niet, maar houdt toezicht op de naleving van de regelgeving door deze bedrijven. In het jaarverslag 2018 van de NVWA (Kamerstuk 33 835, nr. 123) staat het aantal maatregelen, boetes en strafrechtelijk onderzoek dat de NVWA aan bedrijven heeft opgelegd.

Vraag 58

Hoe wil de NVWA de data- en informatiepositie met betrekking tot dierenwelzijn vergroten?

Antwoord

De NVWA gaat de data- en informatiepositie met betrekking tot dierenwelzijn vergroten door het uitvoeren van naleefmetingen. In 2020 vinden deze metingen plaats bij vleeskalverhouders, konijnenhouders en nertsenhouders.

Vraag 59

Wordt de toezichtintensiteit van ongeveer 0,1% voldoende geacht om misstanden voortijdig op te sporen?

Antwoord

De toezichtintensiteit geeft weer bij hoeveel bedrijven inspectie heeft plaatsgevonden ten opzichte van het aantal bedrijven op een bepaald domein. Bedrijven die meerdere keren in een jaar bezocht worden, bijvoorbeeld in het kader van herinspecties, worden hierbij eenmaal meegerekend.

Het aantal vastgestelde overtredingen neemt naar verwachting toe bij een hogere toezichtintensiteit. Hoeveel capaciteit voor de aanpak van misstanden nodig wordt geacht, hangt af van de ernst van de te ondervangen risico’s en de kans op het voorkomen daarvan. Op basis van deze factoren, bezien in samenhang met de omvang van de doelgroep en de beschikbare handhavingscapaciteit, kan bepaald worden welke toezichtintensiteit noodzakelijk wordt geacht.

Vraag 60

Hoe kan het nalevingspercentage van slachterijen zo hoog zijn terwijl er geluiden zijn dat misstanden en meldingen niet gemaakt worden door de NVWA en diens dierenartsen?

Antwoord

De naleefmonitor geeft alleen de bevindingen uit de tactische inspecties weer. Tactische inspecties zijn inspecties die in een relatief lage frequentie worden gehouden en waarin dieper wordt ingegaan op specifieke inspectieonderwerpen ten aanzien van dierenwelzijn en voedselveiligheid. Dit in tegenstelling tot de operationele (dagelijkse) inspecties, waarin meer algemeen de inspectiebevindingen worden vastgelegd. Een hoger naleefpercentage sluit het constateren van incidenten en misstanden niet uit. Uit de door de NVWA oplegde maatregelen blijkt hoe vaak de NVWA deze signaleert en ertegen optreedt. Zoals ik aan uw Kamer heb aangegeven in het debat over de NVWA op 13 februari 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 54, item 7) wil ik dat bij de toekomstige publicaties van de naleefmonitor ook actiever wordt gecommuniceerd over de belangrijkste overtredingen in de rapportageperiode. Helaas kan niet voorkomen worden dat er zaken plaatsvinden die zich onttrekken aan het oog van de toezichthouder.

Vraag 61

In hoeverre rijmt het meldingspercentage bij Slachterij Westfort met de misstanden die zijn gefilmd door RTLNieuws?

Antwoord

Ik ga ervan uit dat u doelt op het nalevingspercentage. Ik verwijs uw Kamer hiervoor naar mijn antwoord bij vraag 60.

Vraag 62

In hoeveel slachthuizen wordt er op onregelmatige basis geslacht en hoe wordt hier de inzet van voldoende gekwalificeerd personeel op afgestemd, zowel bij de NVWA als bij het betreffende slachthuis zelf?

Antwoord

In de ongeveer 160 kleine en middelgrote roodvleesslachthuizen wordt niet gedurende een volledige dag of niet op alle dagen geslacht. De meeste slachthuizen hebben een vast slachtpatroon en moeten een aanvraag voor de verplichte keuringen indienen bij de NVWA. De NVWA koppelt gekwalificeerde medewerkers aan deze aanvragen. Als er meer aanvragen zijn dan beschikbare medewerkers worden aangevraagde slachttijden ingekort, verschoven in tijd of in het uiterste geval wordt de aanvraag geweigerd en kan er niet worden geslacht.

De inzet van voldoende gekwalificeerd slachthuispersoneel behoort tot de verantwoordelijkheden van het slachthuis.

Vraag 63

In hoeveel slachthuizen wordt er op onregelmatige basis onbedwelmd geslacht en hoe wordt hier de inzet van voldoende gekwalificeerd personeel op afgestemd, zowel bij de NVWA als bij het betreffende slachthuis zelf?

Antwoord

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord bij vraag 62. Slachthuizen dienen bij hun aanvraag aan te geven indien er onbedwelmd wordt geslacht, omdat bij het op deze wijze doden van de dieren permanent toezicht van de NVWA vereist is. Tijdens het offerfeest zijn er ook slachthuizen betrokken die gedurende de rest van het jaar niet of minder onbedwelmd slachten. De NVWA maakt voor het offerfeest afspraken met alle slachthuizen die slachten tijdens het offerfeest.

Vraag 64

Hoeveel van de slachthuizen met een registratie om onbedwelmd te slachten richten zich exclusief op deze vorm van slacht?

Antwoord

Een tiental slachthuizen richt zich exclusief op onbedwelmd slachten. Tijdens het offerfeest zijn er meer slachthuizen die zich tijdelijk richten op onbedwelmde slacht. Zij hebben dus wel een registratie om dit te mogen doen, maar slachten gedurende het jaar voor de reguliere markt.

Vraag 65

Hoe vaak heeft de NVWA in 2018 en 2019 bij onbedwelmde slacht van runderen geconstateerd dat er ballooning optrad (een ophoping van bloed die het vat vernauwt, waardoor de bloedtoevoer naar de hersenen in stand blijft via alternatieve vertakkingen) en op welke wijze werd hierbij ingegrepen?

Antwoord

De NVWA registreert ballooning niet. Als ballooning optreedt geeft de NVWA opdracht tot onmiddellijke bedwelming. Overigens wordt in een aantal slachthuizen waar runderen onbedwelmd worden geslacht de dieren standaard onmiddellijk na het snijden bedwelmd.

Vraag 66

Hoeveel procent van het koosjer vlees dat geen bestemming kon krijgen in de joodse gemeenschap is in 2018 en 2019 doorgezet naar het halal-circuit?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op het dierenwelzijn voor en tijdens de slacht en op de hygiëneregels ten aanzien van het vlees. De NVWA houdt geen registratie bij van de bestemming van het vlees afkomstig van dieren die onbedwelmd geslacht zijn.

Vraag 67

Hoeveel dieren zijn er in heel 2019 onbedwelmd geslacht?

Antwoord

Er zijn in 2019 69.526 dieren onbedwelmd geslacht.

Vraag 68

Kunt u het aantal dieren dat in 2019 onbedwelmd is geslacht onderverdelen per diersoort?

Antwoord

Aantallen onbedwelmd geslachte dieren 2019

Runderen

6.483

Kalveren

1.529

Schapen < 1 jaar

55.766

Schapen > 1 jaar

4.425

Geiten

1.323

Totaal

69.526

Vraag 69

Hoeveel dieren die in 2019 onbedwelmd zijn geslacht, zijn geslacht om te worden verwerkt tot koosjer vlees?

Antwoord

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord bij vraag 66.

Vraag 70

Hoeveel dieren die in 2019 onbedwelmd zijn geslacht, zijn geslacht om te worden verwerkt tot halal vlees?

Antwoord

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord bij vraag 66.

Vraag 71

Hoeveel dieren zijn er onbedwelmd geslacht tijdens het offerfeest in 2019?

Antwoord

Tijdens het offerfeest in 2019 zijn 33.292 dieren onbedwelmd geslacht.

Vraag 72

Kunt u het aantal dieren dat is geslacht tijdens het offerfeest in 2019 uitsplitsen per diersoort?

Antwoord

Aantallen onbedwelmd geslachte dieren tijdens het offerfeest 2019

Runderen

905

Schapen en geiten

32.387

Totaal

33.292

Vraag 73

Kunt u het aantal onbedwelmd aangesneden dieren in 2019 uitsplitsen naar het aantal dieren dat direct na het aansnijden een bedwelming kreeg, het aantal dieren dat kort voor het verstrijken van de 40 seconden een bedwelming kreeg en het aantal dieren dat geen bedwelming kreeg omdat ze binnen 40 seconden na het aansnijden het bewustzijn hadden verloren en kunt u hierbij onderscheid maken tussen de verschillende diersoorten?

Antwoord

De NVWA legt deze gegevens niet standaard vast. Voor het offerfeest 2019 beschikt de NVWA wel over deze gegevens. Van de 905 runderen die onbedwelmd zijn geslacht zijn er 3 nabedwelmd na check op bewustzijn, zijn er 834 nabedwelmd direct na het snijden en zijn er 13 nabedwelmd op aanwijzing van de NVWA. Van de 32387 schapen en geiten die onbedwelmd zijn geslacht zijn er 216 nabedwelmd na check op bewustzijn, zijn er 31419 nabedwelmd direct na het snijden en zijn er 106 nabedwelmd op aanwijzing van de NVWA.

Vraag 74

Hoeveel overtredingen heeft de NVWA geconstateerd bij het onverdoofd slachten van dieren in 2019?

Antwoord

Er zijn door de NVWA 145 overtredingen geconstateerd bij het onverdoofd slachten in 2019.

Vraag 75

Wat waren de overtredingen die de NVWA heeft geconstateerd bij het onverdoofd slachten van dieren in 2019?

Antwoord

De NVWA heeft overtredingen geconstateerd met betrekking tot onvoldoende vakbekwaamheid, niet correct fixeren, niet correct steken/verbloeden en niet correct nabedwelmen.

Vraag 76

Hoeveel rapporten van bevindingen zijn er in 2019 geschreven die betrekking hadden op geconstateerde overtredingen bij het onverdoofd slachten van dieren?

Antwoord

Er zijn in 2019 vijf rapporten van bevindingen geschreven die betrekking hebben op geconstateerde overtredingen met betrekking tot onbedwelmd slachten. Naast het opleggen van boetes bestaan er ook andere vormen van handhavend optreden, zoals het geven van een mondelinge waarschuwing. Een dergelijke waarschuwing wordt naderhand schriftelijk bevestigd.

Vraag 77

Hoeveel boetes zijn er in 2019 opgelegd voor geconstateerde overtredingen bij het onverdoofd slachten van dieren?

Antwoord

Er zijn in 2019 vijf boetes opgelegd voor geconstateerde overtredingen bij het onbedwelmd slachten van dieren. Naast het opleggen van boetes bestaan er ook andere vormen van handhavend optreden, zoals het geven van een mondelinge waarschuwing. Een dergelijke waarschuwing wordt naderhand schriftelijk bevestigd.

Vraag 78

Kunt u aangeven hoeveel fte’s (naar verwachting) nodig zullen zijn om de Plantgezondheidswet te kunnen uitvoeren en handhaven?

Antwoord

Bij de behandeling van het wetsvoorstel Plantgezondheidswet (Kamerstuk 35 083) in uw Kamer op 15 januari 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 41, item 6) heb ik gemeld dat de taken van de NVWA structureel zullen worden uitgebreid met extra werkzaamheden, die rechtstreeks voortvloeien uit de Plantgezondheidsverordening en de Controleverordening. De inschatting is dat voor deze nieuwe werkzaamheden ongeveer 38 fte formatie bij de NVWA noodzakelijk is.

Vraag 79

Kunt u aangeven in hoeverre de NVWA momenteel over voldoende gespecialiseerd en opgeleid personeel beschikt om de Plantgezondheidswet te kunnen uitvoeren en handhaven? Beschikt de NVWA al over voldoende specialistische kennis op dit gebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar blijkt dat uit?

Antwoord

Bij de behandeling van het wetsvoorstel Plantgezondheidswet in uw Kamer op 15 januari 2020 heb ik gemeld dat de benodigde 38 fte op dat moment door de NVWA werden geworven. Deze werving is op dit moment nog niet afgerond. Er zijn 15 fte ingevuld, verdeeld over meerdere disciplines (inspectie, expertise, laboratorium). Op korte termijn zijn de kennisbasis, implementatie en uitvoering bij de NVWA nog in ontwikkeling omdat nog niet alle benodigde fte’s zijn geworven. Het aannemen van nieuwe medewerkers duurt gemiddeld 5 maanden en daarna volgt een opleidingstraject.

Vraag 80

Kunt u aangeven in hoeverre de plantaardige keuringsdiensten die een deel van de uitvoering zullen doen momenteel over voldoende gespecialiseerd en opgeleid personeel beschikken om de Plantgezondheidswet te kunnen uitvoeren en handhaven?

Antwoord

De keuringsdiensten voeren op basis van de oude regelgeving al taken uit op het gebied van plantenpaspoort, import en export. Daar komen nieuwe taken bij. BKD en KCB hebben voor de nieuwe taken (nog) geen extra inspecteurs aangenomen. Bij Naktuinbouw zijn, in aanvulling op keurmeesters die het werk al deden, vier nieuwe keurmeesters aangenomen, met name voor inspecties van nieuw te registeren en autoriseren teeltbedrijven. Bij NAK blijven de werkzaamheden onveranderd en zijn er geen extra inspecteurs aangenomen.

Vraag 81

Verwacht u dat de NVWA ten behoeve van deze taak extra gespecialiseerd personeel zal moeten opleiden? Zo ja, kunt u aangeven in hoeverre dit proces inmiddels is afgerond?

Antwoord

Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 79.

Vraag 82

Hoe vangt de NVWA de verdubbeling van importzendingen op?

Antwoord

Door de nieuwe Europese regelgeving is er sprake van een toename van het aantal zendingen dat certificaat- of inspectieplichtig is. De reguliere importkeuringen worden door de keuringsdiensten uitgevoerd. Voor de NVWA zal de aansturing van de keuringsdiensten op dit vlak intensiveren. Voor specifieke importtaken die bij de NVWA zijn belegd wordt een deel van de toegekende 38 extra fte ingezet.

Vraag 83

Welke andere gevolgen heeft een groter taakpakket voor de NVWA of voor de divisie binnen de NVWA?

Antwoord

Een groter takenpakket op het domein plantgezondheid heeft ook gevolgen voor de afstemming met de keuringsdiensten en voor de juridische ondersteuning die nodig is om zaken waarin handhavend is opgetreden af te handelen.

Vraag 84

Is er een protocol voor bijvoorbeeld de naderende Afrikaanse Varkenspest of de recent uitgebroken vogelgriep in Europa? Welke maatregelen neemt de NVWA om te voorkomen dat ziektes als deze in Nederland opduiken?

Antwoord

De NVWA beschikt over draaiboeken om ziektes als Afrikaanse varkenspest of vogelgriep te bestrijden. Om te voorkomen dat dergelijke ziektes in Nederland uitbreken zijn preventieve maatregelen noodzakelijk. Zo heeft de Minister van LNV in verband met voorkoming van verspreiding van vogelgriep in februari jl. een ophokplicht ingesteld. De NVWA heeft een flyer «Voorkom insleep Afrikaanse varkenspest» gemaakt met tips voor toeristen, vrachtwagenchauffeurs, zakelijke reizigers en varkenshouders. Preventieve maatregelen tegen vogelgriep moeten vooral door de pluimveehouders zelf genomen worden. Daar waar de preventieve maatregelen in wetgeving zijn vastgelegd ziet de NVWA toe op de naleving daarvan.

Vraag 85

Op welke manier wordt het toezicht op productveiligheid specifiek geïntensiveerd?

Antwoord

In het domein productveiligheid wordt risicogericht toezicht gehouden. Voor het richten van dit toezicht gebruikt de NVWA verschillende informatiebronnen, waaronder informatie die zicht geeft op (opkomende) risico’s van producten, informatie over het naleefgedrag van ondernemers gebaseerd op het gehouden toezicht en informatie uit toezicht naar aanleiding van meldingen en incidenten. Eerder is aan uw Kamer gemeld dat het toezicht op de veiligheid van speel- en attractietoestellen met prioriteit intensivering behoeft (Kamerstuk 33 835, nr. 111). In het jaarplan 2021 zal een afweging gemaakt worden hoe de betreffende beschikbare middelen worden besteed aan de verschillende productveiligheidstaken. Over deze extra middelen wordt uw Kamer in de eerste suppletoire begroting geïnformeerd.

Vraag 86

Hoe kan de controle van non-foodproducten voldoende plaatsvinden als niet duidelijk is hoe groot de totale omvang is van het aantal fysieke en online aanbieders van producten?

Antwoord

De NVWA richt zich bij de controle van non-foodproducten op zogenaamde hoogrisicoproducten. Dit zijn producten die zodanige gevaareigenschappen hebben dat bij niet naleving van de veiligheidseisen deze producten tot (ernstige) risico's voor de gezondheid van de consument kunnen leiden. Verder moet er bij deze productgroepen sprake zijn van een niet op orde zijnde naleving. Dit betekent dat het toezicht plaatsvindt bij bedrijven die in deze zogenaamde hoog risicoproducten handelen, die aan het begin van de productie- dan wel distributieketen staan, die verantwoordelijk zijn voor wezenlijke marktaandelen en een naleefgedrag vertonen dat verbetering behoeft. Voor een dergelijk ingericht toezicht is het hebben van inzicht in het totaalaantal aanbieders geen voorwaarde.

Vraag 87

Op welke manieren kunnen vragen en meldingen worden ingediend bij de NVWA? Waarom kan de 90% in 2020 niet worden gehaald? Wat is hierin de rol van het stopzetten van het ICT-systeem INSPECT? Heeft de NVWA het doel om door te groeien naar een percentage van boven de 90%? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? Zijn er een specifiek soort vragen die onder de 10% vallen die niet binnen de gestelde termijn van zes weken worden beantwoord?

Antwoord

Vragen en meldingen kunnen bij de NVWA binnenkomen via telefoon, webformulier, mail, sociale media en brief. De 90% kan in 2020 niet worden gehaald, vanwege de complexiteit van een deel van de vragen en meldingen. De voor het beantwoorden benodigde expertise is niet onbeperkt aanwezig bij de NVWA. Daarom kunnen niet alle vragen en meldingen binnen de gestelde termijn van zes weken worden beantwoord.

Voorzien was dat in het ICT-systeem INSPECT de afhandeling voor het grootste gedeelte van de meldingen geautomatiseerd zou plaatsvinden. Het stopzetten van dit systeem heeft als gevolg dat er meer handmatige handelingen moeten plaatsvinden door het KCC.

Een percentage boven 90% is nog steeds het streven van de NVWA. Om dit doel te bereiken is er, naar aanleiding van een aanbeveling daarover van de commissie Sorgdrager, voor gezorgd dat alle meldingen centraal binnenkomen bij het KCC, daar worden geregistreerd en bij hun procesgang door de NVWA worden gevolgd.

De vragen binnen de domeinen industriële productie, productveiligheid en de import/export van levensmiddelen vallen onder de 10% die niet binnen de gestelde termijn van zes weken kunnen worden beantwoord.

Vraag 88

Wie heeft de norm voor de realisatie van bezwaren binnen de termijn op 70% gesteld en waarom?

Antwoord

De NVWA heeft zelf de norm voor de realisatie van bezwaren binnen de termijn op 70% gesteld. Daarbij is gekeken naar de norm die vergelijkbare organisaties hanteren voor het afhandelen van bezwaren. Op basis daarvan is de norm vastgesteld op 70%.

Vraag 89

Heeft de NVWA ook een langeretermijnvisie met betrekking tot het verwerken van bezwaren binnen wettelijke termijnen?

Antwoord

De lange termijnvisie is dat de NVWA minimaal 70% van de bezwaarzaken binnen de wettelijke termijn afhandelt.

De afhandeling van bezwaarzaken en met name de tijdigheid van de afhandeling heeft de aandacht van de NVWA. In 2019 is al veel inspanning verricht om de doorlooptijden te verbeteren. Dit wordt voortgezet in 2020. Om de doorlooptijd te verbeteren zijn acties ondernomen. De belangrijkste actie is de start van het project «aanpak achterstallige bezwaarzaken». Met behulp hiervan zal de werkvoorraad teruggebracht worden naar een niveau waarop het mogelijk is om (nieuwe) bezwaarzaken binnen de wettelijke termijn af te handelen.

In 2019 is 47% van de bezwaarzaken binnen de wettelijke termijn afgehandeld.

In de voorgaande jaren liet het percentage doorlooptijd bezwaarzaken het volgende beeld zien:

 

Afgehandeld binnen (verdaagde) wettelijke termijn

2017

2018

2019

NVWA

LNV: 50%

LNV: 37%

LNV: 47%

VWS: 98,7%

* Sinds 1 april 2019 behandelt de NVWA ook VWS bezwaren.

Vraag 90

Hoe hoog is het percentage ziekteverzuim bij de NVWA in vergelijking met andere uitvoeringsinstanties van de overheid?

Antwoord

Op basis van de rapportage van de Rijks Brede Benchmarkgroep kan worden gesteld dat het ziekteverzuim van de NVWA in 2018 (5,7%) ongeveer gelijk is aan het gemiddelde van uitvoeringsinstanties van de overheid (5,4%). Over het jaar 2019 zijn nog geen vergelijkingscijfers bekend.

Vraag 91

Hoe valt een vergelijkbaar aantal fte eigen (ambtelijk) personeel voor 2020 (in vergelijking met voorgaande jaren) te rijmen met bijvoorbeeld de extra taken van de NVWA op het gebied van plantgezondheid?

Antwoord

De oorspronkelijke basislijn van de beschikbare budgetten voor de NVWA was de afgelopen jaren dalend. Door inzet van de regeerakkoordmiddelen en aanvullende financiering voor nieuwe taken en opvang van een aantal inhoudelijke risico’s, kent het totale budget van de NVWA in 2020 een kleine plus. Daarnaast is per 1 juni 2019 het Laboratorium voor Voeder- en Voedselveiligheid onderdeel geworden van Wageningen Food Safety Research (WFSR) en daarmee buiten de NVWA geplaatst, waardoor de fte basislijn met ongeveer 100 fte is gekrompen.

Naar boven