Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2015
Inleiding
In de brief van 17 september 20141 heb ik uw Kamer bericht het voornemen te hebben om een test te houden met internetstemmen
voor kiezers die vanuit het buitenland stemmen en u over de opzet in de eerste helft
van 2015 nader te zullen informeren. Met deze brief geef ik gevolg aan deze toezegging.
Allereerst hecht ik er aan de achtergronden van de test te memoreren. Het kabinet
heeft in 2014 geconcludeerd dat de tijd (nog) niet rijp is voor het stemmen per internet
voor de kiezers in het buitenland. De reden daarvoor is dat er teveel risico’s kleven
aan deze vorm van stemmen en dat het kostbaar is. Dit is besproken in het Algemeen
Overleg van 11 september 2014 (Kamerstuk 33 829, nr. 5). Door het lid Taverne (VVD), die een initiatiefwetsvoorstel2 heeft ingediend om elektronisch stemmen mogelijk te maken, is gevraagd om voor de
toekomst te blijven onderzoeken of internetstemmen voor de kiezers in het buitenland
mogelijk kan zijn. Omdat de techniek zich inderdaad verder ontwikkelt en het kabinet
het stemmen voor de kiezers in het buitenland makkelijker wil maken heb ik positief
op dit verzoek gereageerd en een test toegezegd. De test, zo heb ik u bericht, zal
niet voor 2016 plaatsvinden.
De test heeft betrekking op de beveiliging en richt zich op de volgende vraagstukken:
-
• Wat vergt internetstemmen aan de kant van de kiezer. Hoe kan de kiezer in voldoende
mate vertrouwen hebben in een stemdienst waarmee hij/zij een stem uitbrengt en wat
is er nodig aan de kant van de kiezer om een zo optimaal mogelijke betrouwbaarheid
te kunnen realiseren;
-
• Hoe betrouwbaar zijn ontwikkelde internetstemdiensten die gebruikt zijn/worden voor
verkiezingen van vertegenwoordigende organen.
Opzet
Omdat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is dat het Ministerie van BZK een internetstemdienst
voor deze test zal (laten) ontwikkelen is de eerste stap die moet worden gezet het
nagaan of er leveranciers zijn van reeds (bij verkiezingen) gebruikte internetstemdiensten
die bereid zijn hun stemdienst te onderwerpen aan de test en zo ja tegen welke voorwaarden.
Deze eerste stap zal nog dit jaar worden gezet. Mogelijk ten overvloede wijs ik er
op dat het niet zeker is dat partijen in de markt bereid zullen zijn hun internetstemdiensten
aan de test te onderwerpen. Immers men moet bereid zijn het risico te lopen dat tijdens
de test blijkt dat de beveiliging van de stemdienst(en) niet adequaat is.
Zou blijken dat er leveranciers zijn die bereid zijn om aan de test deel te nemen
én als de financiële middelen voor de test beschikbaar zijn, dan zal in het voorjaar
van 2016 het plan van aanpak worden gemaakt voor de organisatie en uitvoering van
de test. De test kan dan eind 2016 plaatsvinden en zal zoals eerder gemeld de vorm
hebben van een gesimuleerde verkiezing die enkele dagen zal duren. Tijdens die gesimuleerde
verkiezing zullen de beveiligingstesten plaatsvinden.
Voor het tweede aspect van de test, te weten wat vergt internetstemmen aan de kant
van de kiezer, worden twee acties voorzien. Een verkenning naar de technische mogelijkheden
om de risico’s aan de kant van de kiezer te beperken én een enquête onder Nederlanders
die vanuit het buitenland mogen stemmen. De enquête zal zich richten op de vraag hoe
de kiezers in het buitenland oordelen over het stemmen per internet en welke mate
van beveiliging deze kiezers nodig vinden om gebruik te kunnen maken van deze wijze
van stemmen. Deze twee acties zullen eveneens eind 2016 worden uitgevoerd.
Conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg van 13 november 2014 (Kamerstuk 33 268, nr. 27) ben ik bereid om als de test met de schaduwverkiezing goed verloopt daarna een test
te organiseren met parallelle verkiezingen. Ook daarvoor geldt dat uitvoering van
de test alleen mogelijk is als de benodigde financiering gevonden wordt.
Ik zeg toe naar te streven om u in december 2015 te informeren over de uitkomst van
de eerste stap die nu gezet gaat worden om na te gaan of er leveranciers zijn van
reeds (bij verkiezingen) gebruikte internetstemdiensten die bereid zijn hun stemdienst
te onderwerpen aan de test.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk