33 354 Voorstel van wet van het lid Taverne houdende wijziging van de Kieswet teneinde grondslagen te creëren om stemmen via het internet voor kiezers die buiten Nederland verblijven mogelijk te maken alsmede om het uitbrengen van een stem anders dan door middel van een stembiljet mogelijk te maken

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! Doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Kieswet te wijzigen teneinde een grondslag op te nemen om stemmen via het internet voor kiezers die buiten Nederland verblijven mogelijk te maken, alsmede om een grondslag op te nemen op basis waarvan een stem kan worden uitgebracht anders dan door middel van een stembiljet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk J komt paragraaf 7 als volgt te luiden:

§. 7 Het stemmen anders dan door middel van stembiljetten

Artikel J 32

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan stembureaus aanwijzen waar op andere wijze dan door middel van stembiljetten wordt gestemd. De bepalingen van deze wet die betrekking hebben op het gebruik van stembiljetten, blijven dan buiten toepassing.

Artikel J 33

  • 1. Het stemmen anders dan door middel van stembiljetten vindt alleen plaats, indien daarbij overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere regels een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde techniek wordt gebezigd.

  • 2. Aan een techniek als vorenbedoeld wordt alleen dan goedkeuring verleend, indien deze ten minste aan de volgende eisen voldoet:

    • a. het geheime karakter van de stemming is gewaarborgd, ook indien de kiezer geen keuze wenst te maken;

    • b. de te bezigen apparatuur is van degelijke makelij en is door de kiezer op eenvoudige wijze en zonder gevaar voor storingen of onvolkomen werking bedienbaar;

    • c. de kandidatenlijsten, het aan elke lijst toegekende nummer en de aanduiding van de politieke groepering zijn op duidelijke wijze vermeld;

    • d. de kiezer kan zijn stem slechts eenmaal uitbrengen en heeft de gelegenheid een gemaakte beslissing te herstellen.

  • 3. Aan de goedkeuring kunnen nadere voorschriften worden verbonden.

  • 4. Van de goedkeuring wordt mededeling gedaan in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel J 34

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende het stemmen anders dan door middel van stembiljetten. Deze regels worden zo veel mogelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze wet betreffende het stemmen door middel van stembiljetten.

B

Na de aanduiding «Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid» wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 1. Registratie door Burgemeester en wethouders

C

Aan hoofdstuk D wordt na artikel D10 een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 2. Registratie via het internet

Artikel D 11

  • 1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan een voorziening inrichten waarmee indiening van het verzoek, bedoeld in artikel D 3, eerste lid, via het internet mogelijk is. De kiezer die op de dag van de stemming wegens zijn beroep, werkzaamheden of studie dan wel wegens het beroep, de werkzaamheden of de studie van zijn echtgenoot, geregistreerde partner, levensgezel of ouder, buiten Nederland verblijft, kan door middel van deze voorziening een verzoek indienen tot stemmen via het internet als bedoeld in artikel J 40.

  • 2. De voorziening is betrouwbaar en waarborgt het vertrouwelijke karakter van het verzoek.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de voorziening. Deze regels kunnen op het naastlagere niveau afwijken van het bepaalde bij of krachtens de volgende onderdelen van deze wet:

    • a. de artikelen D 3, D 3a en D 5;

    • b. hoofdstuk M;

    • c. artikel Y 6, tweede en derde lid.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

D

Aan hoofdstuk J wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 10. Voorziening voor stemmen via het internet

Artikel J 40

  • 1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan een voorziening inrichten waarmee verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en het Europees Parlement door het uitbrengen van een stem via het internet mogelijk is voor de kiezer die op de dag van de kandidaatstelling zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dan wel op de dag van de stemming wegens zijn beroep, werkzaamheden of studie of wegens het beroep, de werkzaamheden of de studie van zijn echtgenoot, geregistreerde partner, levensgezel of ouder, buiten Nederland verblijft.

  • 2. De voorziening waarborgt het geheime karakter van de stemming en is betrouwbaar.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de voorziening. Deze regels kunnen op het naastlagere niveau afwijken van het bepaalde bij of krachtens de volgende onderdelen van deze wet:

    • a. hoofdstuk J, met uitzondering van artikel J 1, met dien verstande dat de verzending en de ontvangst van de stemmen die met behulp van het internet vanuit een andere locatie dan een stemlokaal zijn uitgebracht gedurende een bij de maatregel te bepalen periode voorafgaand aan de dag van stemming kunnen geschieden, en van de artikelen J 2, J 9, J 10, J 14, J 15 en J 35 tot en met J 39;

    • b. de hoofdstukken K, L, M en N;

    • c. de artikelen V 7, Y 2 en Y 8, eerste lid, voor zover de afwijking inhoudt dat de verzending en de ontvangst van de stemmen die met behulp van het internet vanuit een andere locatie dan een stemlokaal zijn uitgebracht gedurende een bij de maatregel te bepalen periode voorafgaand aan de dag van stemming kunnen geschieden.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven