33 826 Mensenrechten in Nederland

24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2021

Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de stand van zaken van de besluitvorming van het kabinet ten aanzien van ondertekening en ratificatie van het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: VN-verdrag handicap).

Met deze brief geef ik invulling aan mijn toezegging in het notaoverleg van 26 november 2020 om uw Kamer over de stand van zaken rond het Facultatief Protocol te informeren.1 Een verzoek daartoe is ook kenbaar gemaakt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tijdens de plenaire behandeling van een voorstel voor een grondwetsherziening in de Eerste Kamer op 9 februari jl. De Minister van BZK heeft dit verzoek – conform haar toezegging aan het lid Karimi van de Eerste Kamer – aan mij overgebracht.2 Tevens geef ik hiermee invulling aan mijn toezegging bij de aangehouden nader gewijzigde motie van de leden Van den Berg, Bergkamp en Dik-Faber bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van VWS op 3 december 2020.3

Hoofdpunten van deze brief

In deze brief:

  • licht ik kort de werking van het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap toe;

  • schets ik de stand van zaken in de besluitvorming over facultatieve protocollen bij mensenrechtenverdragen en de stand van zaken van de evaluatie van de Verenigde Naties over het functioneren van de verdragscomités; en

  • schets ik globaal de stappen die gezet zouden moeten worden indien wordt overgegaan tot verdere besluitvorming over het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap.

Werking van het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap

Het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap houdt het volgende in:

  • het Facultatief Protocol verleent het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (hierna: het Comité), na uitputting van de nationale rechtsmiddelen, de bevoegdheid klachten te behandelen van personen of groepen personen die menen slachtoffer te zijn van een schending van het verdrag door een staat.4

  • Indien het Comité betrouwbare inlichtingen ontvangt die wijzen op ernstige of systematische schendingen door een staat, kan het Comité die staat uitnodigen mee te werken aan een onderzoek. Naar aanleiding van het onderzoek kan het Comité de staat vragen eventuele maatregelen die naar aanleiding van het onderzoek zijn genomen te beschrijven in de periodieke rapportage van de staat aan het Comité.

  • Het VN-verdrag handicap is momenteel van kracht voor 181 staten en de EU. Het Facultatief Protocol is van kracht voor 97 staten. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft het VN-verdrag handicap in 2007 ondertekend en in 2016 geratificeerd voor Europees Nederland. Het Facultatief Protocol is daarbij niet door het Koninkrijk ondertekend en geratificeerd.5

Stand van zaken besluitvorming

De stand van zaken rond besluitvorming over het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap is als volgt:

Op 13 maart 2019 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken uw Kamer geïnformeerd over het afwegingskader dat het kabinet hanteert voor besluitvorming over facultatieve protocollen bij mensenrechtenverdragen, waaronder dat bij het VN-verdrag handicap.6 De afweging over het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag handicap is nauw verbonden met de afwegingen over de facultatieve protocollen bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Op 2 september 2019 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken hierover ook de Eerste Kamer geïnformeerd naar aanleiding van gestelde vragen. De kern daarvan was als volgt:

  • In VN-verband vindt momenteel een uitgebreide evaluatie plaats over het functioneren van de verdragscomités.

  • In de besluitvormingsprocedure rond ratificatie van het Facultatief Protocol bij het IVESCR heeft het kabinet besloten om de uitkomsten van deze evaluatie eerst af te wachten alvorens verdere besluiten over facultatieve protocollen te nemen.

In maart 2019 was de verwachting dat deze evaluatie van de Verenigde Naties in 2020 zou zijn afgerond, maar deze evaluatie heeft vertraging opgelopen. Redenen voor de vertraging zijn onder meer de COVID-19-pandemie en de politieke gevoeligheid rondom het herzieningsproces, waaronder financiële en budgettaire problemen van de VN en de mandaten van de tien comités. Op dit moment is er nog geen nieuw tijdspad bekend.

Verdere stappen bij nadere besluitvorming

De Kamer heeft gevraagd de te zetten stappen tot ratificatie te schetsen. Na een besluit dat een Facultatief Protocol zal worden geratificeerd, moeten globaal de volgende stappen worden doorlopen:

  • opstellen van de goedkeuringsstukken bij het Facultatief Protocol (memorie van toelichting en goedkeuringswet);

  • instemming van de Rijksministerraad met het ondertekenen van het Facultatief Protocol en met het vervolgens starten van de parlementaire goedkeuringsprocedure;

  • ondertekening van het Facultatief Protocol namens het Koninkrijk;

  • advisering op de goedkeuringsstukken door de Raad van State;

  • parlementaire behandeling in de Tweede Kamer;

  • parlementaire behandeling in de Eerste Kamer;

  • ratificatie door middel van het deponeren van een akte bij de depositaris in New York.

De Minister van Buitenlandse Zaken en ik laten het aan een volgend kabinet en de Kamer over of en wanneer deze volgende stappen gezet worden, gekoppeld aan het verder afwachten en in beschouwing nemen van de evaluatie van de Verenigde Naties.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Dit notaoverleg ging over de onderwerpen Verpleeghuiszorg / Wlz / Gehandicaptenbeleid / Doelgroepenvervoer / Fokuswonen (Kamerstuk 31 765, nr. 539)

X Noot
2

Deze plenaire vergadering in de Eerste Kamer op 9 februari 2021 had betrekking op het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Bergkamp (D66), Özütok (GroenLinks) en Van den Hul (PvdA) om handicap en seksuele gerichtheid als verboden grond van discriminatie toe te voegen aan artikel 1 van de Grondwet (Kamerstuk 32 411).

X Noot
3

Kamerstuk 35 570 XVI, nr. 170.

X Noot
6

Kamerstuk 33 826, nr. 27.

Naar boven