Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2017
De tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête (TCEWPE) brengt
hierbij verslag uit van haar werkzaamheden ten aanzien van de uitwerking van de aanbevelingen
van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel, de Parlementaire Enquêtecommissie
Woningcorporaties en de Parlementaire Enquêtecommissie Fyra met betrekking tot de
Wet op de parlementaire enquête 2008 (Wpe 2008).1
De Wet op de parlementaire enquête werd in 2008 grondig gemoderniseerd. De drie genoemde
enquêtecommissies zijn de eerste die met deze nieuwe wet hebben gewerkt. Uit hun ervaringen
blijkt niet dat er fundamentele tekortkomingen in het wettelijk kader worden geconstateerd.
Wel hebben de drie commissies op specifieke onderdelen aanbevelingen ter verbetering
of verduidelijking gedaan. De TCEWPE heeft een uitvoerige analyse uitgevoerd van de
knelpunten waar de drie enquêtecommissies bij de uitvoering van hun werkzaamheden
tegenaan zijn gelopen. Deze knelpunten heeft de TCEWPE op thematische wijze behandeld
en in context bezien. In het bijzonder wordt ingegaan op verschillende knelpunten
rondom het vorderen van schriftelijke informatie, de positie van getuigen en deskundigen
en de reikwijdte van het enquêterecht.
De TCEPWE trekt op basis van haar analyse haar eigen conclusies en formuleert verschillende
adviezen. Zij heeft daarbij steeds als uitgangspunt genomen dat het zoveel mogelijk
aan een enquêtecommissie moet zijn om binnen het wettelijk kader haar eigen werkwijze
te bepalen, afgestemd op de aard en omvang van de onderzoeksopdracht. De adviezen
van de TCEWPE zijn erop gericht om toekomstige enquêtecommissies op een praktische
en evenwichtige manier te ondersteunen bij het vervullen van hun taak. De TCEWPE gaat
daarbij, waar van toepassing, tevens in op de werkwijze van parlementaire onderzoekscommissies
(die geen enquêtebevoegdheden bezitten) en van de Kamer in het kader van haar reguliere
werkzaamheden.
De analyse van de TCEWPE heeft in sommige gevallen geleid tot een nadere juridische
duiding of praktische invulling van het bestaande wettelijke kader. In andere gevallen
concludeert de TCEWPE dat aanpassing van de Wpe 2008 en de Regeling parlementair en
extern onderzoek (Rpe) wenselijk is. In het verslag wordt beschreven wat deze voorstellen
tot aanpassing van wet- en regelgeving behelzen. De voorgestelde wijzigingen zijn
door de leden van de TCEWPE in de vorm van een initiatiefwetsvoorstel (zie Kamerstuk
34 683, nrs. 1 t/m 3) en een voorstel tot aanpassing van de Rpe (zie Kamerstuk 33 812, nr. 5) bij de Kamer aanhangig gemaakt.
De TCEWPE hoopt met dit verslag en de daaruit voortvloeiende adviezen en voorstellen
een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van het instrument
van de parlementaire enquête. Zij beveelt de Kamer aan om het verslag tegelijk met
het initiatiefwetsvoorstel en het voorstel tot aanpassing van de Rpe te behandelen
gelet op de onderlinge samenhang van deze stukken.
De voorzitter van de tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête, Van Raak
De griffier van de tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête, Roovers