33 799 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van de bevoegdheid tot het bevelen van een middelenonderzoek bij geweldplegers en enige daarmee samenhangende wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994

Nr. 10 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HELDER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 14 januari 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «Wetboek van Strafvordering» ingevoegd: en het Wetboek van Strafrecht.

II

In de beweegreden wordt na «middelentesten in te kunnen zetten» ingevoegd: en het gebruik van verdovende middelen en alcohol als zelfstandige strafverhogende factor op te nemen in het Wetboek van Strafrecht.

III

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL Ia

In het Wetboek van Strafrecht wordt na artikel 43b een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 43c

De op een misdrijf als bedoeld in artikel 55d, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering gestelde tijdelijke gevangenisstraf of geldboete kan, onverminderd artikel 10, met een derde worden verhoogd indien uit het onderzoek, bedoeld in artikel 55e, eerste of derde lid, van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat het strafbare feit is gepleegd onder invloed van alcohol of een of meer andere middelen dan alcohol als bedoeld in artikel 55d, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe het gebruik van alcohol en drugs bij geweldsmisdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, als zelfstandige strafverzwaringsgrond in het Wetboek van Strafrecht op te nemen. Ingeval een geweldsmisdrijf – blijkens het nader ademonderzoek of bloedonderzoek – onder invloed van alcohol of drugs is gepleegd, kan de daarop gestelde tijdelijke gevangenisstraf en geldboete met een derde worden verhoogd. Op grond van artikel 10 van het Wetboek van Strafrecht mag de strafverhoging niet tot gevolg hebben dat het absolute strafmaximum voor een tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar wordt overschreden.

Door het wetsvoorstel wordt een wettelijke bevoegdheid voor opsporingsambtenaren geïntroduceerd om een verdachte van een geweldsmisdrijf onder voorwaarden te bevelen mee te werken aan een onderzoek naar het gebruik van alcohol of drugs. Het resultaat van de middelentest moet uitwijzen of een verdachte een geweldsmisdrijf onder invloed van alcohol of drugs heeft gepleegd en zo ja, welke waarden de verdachte in zijn bloed heeft. Als blijkt dat de verdachte het geweldsmisdrijf heeft gepleegd onder invloed van alcohol of drugs, kan op grond van onderhavig amendement de uitkomst van de middelentest via een wettelijke grondslag mee worden gewogen bij de straftoemeting.

Van een wettelijke, zelfstandige strafverzwaringsgrond voor geweldsmisdrijven die onder invloed van alcohol of drugs zijn gepleegd, zal bovendien een afschrikwekkend effect uitgaan.

Helder

Naar boven