33 783 Nucleaire ontwapening en non-proliferatie

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2021

Met het oog op de aanstaande Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag (NPV) wil ik u middels deze brief informeren over de Nederlandse inzet tijdens deze conferentie op het terrein van nucleaire ontwapening, non-proliferatie en vreedzaam gebruik van nucleaire technologie.

De toetsingsconferentie is herhaaldelijk uitgesteld door COVID-19 en zal definitief plaatsvinden van 4 t/m 28 januari 2022 in het VN-hoofdkantoor te New York. Met verwijzing naar het verzoek van de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken (d.d. 8 juli 2019) om deel uit te maken van de Nederlandse delegatie naar de toetsingsconferentie van het NPV, en de bevestiging vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat een Kamerdelegatie welkom is om als waarnemer aanwezig te zijn bij deze bijeenkomst in 2020 (d.d. 13 september 2019), informeer ik u dat er nog geen besluit is omtrent de modaliteiten van de Toetsingsconferentie in 2022 en de toegestane grootte van de delegaties. Afhankelijk van de COVID-19 restricties ter plekke zal de VN besluiten over grootte van delegaties van lidstaten, (beperkte) deelname van het maatschappelijk middenveld en andere delegaties. Gewoonlijk is de eerste week (4 t/m 7 januari) geschikt voor deelname van de Kamerdelegatie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verzorgt voor aanvang van de toetsingsconferentie graag een inhoudelijke ambtelijke briefing voor (deelnemende) Kamerleden. Ik zal uiteraard na afloop van de Toetsingsconferentie rapporteren over de resultaten.

Voor de algemene inzet van het kabinet op het terrein van ontwapening en non-proliferatie verwijs ik naar de Beleidsbrief Internationale Veiligheidsstrategie van 21 juni 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 20) en de Kamerbrief betreffende Recente activiteiten nucleaire ontwapening van 25 november 2019 (Kamerstuk 33 783, nr. 35). Tot slot verwijs ik u graag naar de kabinetsreactie op het AIV-advies nr. 109 «Kernwapens in een nieuwe geopolitieke werkelijkheid» (Kamerstuk 33 783, nr. 32)

Nucleaire wapenbeheersing, non-proliferatie en ontwapening in een veranderende wereld

Ontwapening is een proces van lange adem, waarbij Nederland alle middelen tot zijn beschikking maximaal inzet. De noodzaak van een effectief NPV als hoeksteen van onze inspanningen wordt benadrukt door de huidige uitdagingen voor de internationale veiligheid, stabiliteit en nucleaire wapenbeheersing. Het 50-jarig bestaan van het NPV wordt overschaduwd door toenemende geopolitieke spanningen. Verschillende afspraken en normen die hebben bijgedragen aan onze collectieve veiligheid – zoals het INF-verdrag en Open Skies – gingen teloor. Ondertussen staat het JCPoA – het nucleaire akkoord met Iran – op losse schroeven. Het NPV staat ook onder druk omdat kernwapenstaten naar de mening van velen te weinig voortgang maken met ontwapening. De tendens gaat eerder in de tegengestelde richting: Rusland en China breiden hun capaciteiten uit, de VS en het VK hebben recentelijk een deal gesloten met Australië voor de verkoop van nucleair aangedreven onderzeeërs, terwijl het VK het plafond voor zijn totale kernkopvoorraad heeft verhoogd en een stap terugneemt op het gebied van transparantie over zijn doctrine. Daarnaast menen ontwikkelingslanden onvoldoende te profiteren van nucleaire toepassingen.

In de loop van het afgelopen jaar werd deze context verder bemoeilijkt door de verstrekkende gevolgen van COVID-19. Belangrijke fora liepen vertraging op, waardoor voortgang op het gebied van onderhandelingen die essentieel zijn voor onze veiligheid, werd beperkt. Multilaterale afspraken zijn essentieel voor oplossingen op het gebied van non-proliferatie en ontwapening en kunnen alleen worden gebaseerd op het aangaan van de dialoog en het opbouwen van vertrouwen. Mijn inzet is er dan ook op gericht om het NPV te steunen en waar mogelijk te versterken.

Tegen deze achtergrond verwelkomt Nederland de verlenging van het New START verdrag – een positieve en noodzakelijke stap in het bevorderen van wapenbeheersing. Ook verwelkomt Nederland de hernieuwde Strategische Stabiliteitsdialoog tussen de VS en de Russische Federatie en de herbevestiging van de uitspraak «a nuclear war cannot be won and should not be fought».

Nederlandse inzet tiende NPV Toetsingsconferentie

Nederland zet zich onverminderd in voor een kernwapenvrije wereld, zoals beschreven staat in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie. De absolute prioriteit op het gebied van nucleaire ontwapening en non-proliferatie voor de Nederlandse regering is en blijft het NPV met zijn drie gelijkwaardige pijlers (ontwapening, non-proliferatie en vreedzaam gebruik van kernenergie).

Het huidige geopolitieke klimaat maakt het buitengewoon lastig resultaten te boeken op ontwapening. We opereren in een complex internationaal krachtenveld, waarin kleine stappen vooruit vaak hard bevochten moeten worden. Tegelijkertijd is juist bij een groot deel van de NPV-gemeenschap de frustratie over het gebrekkige tempo van ontwapening toegenomen. De spanning tussen verwachtingen en frustratie enerzijds en de geopolitieke ruimte om vooruitgang te boeken anderzijds groeit, en zal het debat in New York sterk beïnvloeden.

Nederland is zich goed bewust van de grote meningsverschillen en geopolitieke spanningen die succes in januari 2022 bemoeilijken. In 2015, tijdens de vorige NPV Toetsingsconferentie, zijn de lidstaten ondanks intensief overleg er niet in geslaagd overeenstemming te bereiken over het slotdocument, mede vanwege gebrek aan overeenstemming over een massavernietigingswapenvrijezone in het Midden-Oosten (Weapons of Mass Destruction Free Zone – WMDFZ – in the Middle East). Intussen heeft de eerste conferentie over deze NWFZ plaatsgevonden. Nederland zal de inzet van de facilitator en de co-organisatoren blijven steunen en de staten in de regio blijven oproepen zich constructief op te stellen. Het is van belang dat geen enkel onderwerp andere thema’s van de Toetsingsconferentie in gijzeling kan houden.

Nederland zal zich in het bijzonder inzetten voor de stappen die wel gezet kunnen worden. Tijdens de NPV Toetsingsconferentie zullen de lidstaten de prestaties van het NPV erkennen en beoordelen waar wordt tekortgeschoten in de implementatie van het verdrag. Waar mogelijk worden nieuwe doelstellingen geformuleerd. Het is de gedeelde verantwoordelijkheid van de lidstaten hun verplichtingen na te komen op alle drie de wederzijds afhankelijke en versterkende pijlers, te werken aan het identificeren van gebieden waarop vooruitgang mogelijk is, samen te werken, vooruitgang te boeken en waar nodig naar compromissen te zoeken.

Een internationale dialoog met de nucleaire machten over een alomvattende, verifieerbare uitbanning van kernwapens conform artikel zes van het NPV, zoals gevraagd in de motie van het lid Ploumen c.s. van 15 november 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 24), is onderdeel van de Nederlandse inzet. Daarbij is van belang dat het proces van nucleaire ontwapening de nationale en internationale veiligheid vergroot, en dat de kans op conflict en de inzet van een kernwapen tot een absoluut minimum beperkt blijft.

Vanzelfsprekend zal de Nederlandse delegatie naar de Toetsingsconferentie goed contact onderhouden met het Nederlandse en internationale maatschappelijk middenveld. Zo zal het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 10 december maatschappelijke consultaties organiseren over de Nederlandse inzet bij de Toetsingsconferentie, open voor NGO’s en academici.

Hieronder zal ik vooruitkijken naar de komende Toetsingsconferentie en de Nederlandse inzet daarvoor. Eerst volgt een toelichting op het Nederlandse vicevoorzitterschap, waarna zal worden ingegaan op de algemene uitgangspunten voor onze nationale inzet en tenslotte op de specifieke elementen van deze nationale inzet onder alle drie de pijlers van het NPV.

Nederlands Vicevoorzitterschap

Omdat Nederland in 2017 voorzitter was van de PrepCom bekleedt ons land automatisch het vicevoorzitterschap van de aankomende toetsingsconferentie en het voorzitterschap van Main Committee III (MCIII) over vreedzaam gebruik van nucleaire technologie. Als vice-voorzitter investeert Nederland in implementatie en het versterken van het NPV. Belangrijk daarbij is actieve betrokkenheid van alle staten die lid zijn. Zo heeft Nederland regionale NPV-conferenties geïntroduceerd als nieuw platform voor de voorzitter om voorafgaand aan de bijeenkomsten outreach te doen en te consulteren. Door op die manier samen te werken met een regionaal gastland, wordt de inclusiviteit en transparantie van het voorzitterschap (en dus van het NPV-proces) verhoogd. In dit kader steunt Nederland ook de herziening van de procedures en werkwijzen van de NPV-toetsingscycli om de effectiviteit van het proces te vergroten. Het gaat daarbij om evaluatie op wat er wel en niet is bereikt en het presenteren van nieuwe doelstellingen.

Een separate delegatie bestaande uit de Nederlands NPV Ambassadeur Henk Cor van der Kwast en zijn team zal zich tijdens de Toetsingsconferentie inzetten als voorzitter van het MCIII over vreedzaam gebruik. In de MCIII zal de aandacht naar verwachting onder andere uitgaan naar nucleaire wetenschap en technieken die oplossingen kunnen bijdragen voor de grootste uitdagingen in de 21ste eeuw, o.a. voor inzet tegen COVID (d.m.v. testkits), de bestrijding van plastic vervuiling, kanker, zoönose, plaagdieren en andere ziektedragers, duurzame landbouw, klimaatinzet en de implementatie van de Sustainable Development Goals. Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) levert hier al een belangrijke bijdrage aan. De nationale Nederlandse inzet zal ingebracht worden door een separate delegatie en wordt verderop in deze Kamerbrief behandeld.

Als voorzitter van MCIII zet Nederland zich in voor een duidelijke toekomststrategie. De evaluatie van de laatste vijf jaar is belangrijk, maar een resultaatgericht actieplan voor de komende vijf jaar is nog belangrijker. Dit streven is belangrijk omdat er sinds het actieprogramma van 2010 geen nieuw programma is opgesteld. Proactief doelstellingen formuleren zal de kans op succes verhogen. In verschillende fora moedigt Nederland daarom alle lidstaten aan om concrete voorstellen te presenteren.

Uitgangspunten van de Nederlandse nationale inzet

De Nederlandse inzet is gebaseerd op drie uitgangspunten: het bevorderen van de internationale rechtsorde, het versterken van naleving van internationale normen en het bevorderen van internationale onderhandelingen.

1) Bevorderen van internationale rechtsorde

Nederland blijft streven naar universalisering van het NPV en roept alle staten die dat nog niet gedaan hebben op toe te treden tot het Verdrag als niet-kernwapenstaat. Ook dient de eventuele uittreding uit het Verdrag beter te worden uitgewerkt om het proliferatierisico zo veel mogelijk te beperken. De juridische basis van non-proliferatie en ontwapening kan verder worden versterkt door inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (CTBT) en de totstandkoming van een Splijtstofstopverdrag (FMCT). Nederland blijft zich hiervoor inzetten. Het NPV is het juridisch kader waarbinnen ontwapening kan plaatsvinden en schept voor de kernwapenstaten een juridisch bindende verplichting zich hiertoe in te zetten.

Nederland acht de kans zeer klein dat de Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons (TPNW) effect sorteert op het gebied van ontwapening. De effectiviteit van dit kernwapenverbod wordt allereerst beperkt doordat de bepalingen in het verdrag niet van toepassing zullen zijn op kernwapenbezittende landen. Ook heeft Nederland eerder aangegeven geen verdrag te willen tekenen dat onvoldoende verifieerbaar is, of dat riskeert het Non-proliferatieverdrag (NPV) of andere belangrijke instrumenten zoals het Kernstopverdrag (CTBT) te ondermijnen. Mogelijk zal het TPNW tijdens de tiende Toetsingsconferentie van het NPV aan bod komen. Nederland acht het van belang dat de legitimiteit van het NPV hoog gehouden wordt en is van mening dat de onvrede rondom het gebrek aan voortgang op ontwapening geadresseerd moet worden.

2) Versterken van naleving en handhaving van internationale normen en regelgeving

Nederland zal zich inzetten voor de verdere implementatie van de 64 acties waartoe de Toetsingsconferentie van 2010 besloot. Nederland zal blijven bijdragen aan ontwapeningsstappen die van belang zijn om in de toekomst reducties te realiseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bevorderen van transparantie, de-alerting (het verminderen van de operationele status van kernwapensystemen), de vermindering van de rol van nucleaire wapens in nucleaire doctrines, goede verificatie van het NPV door een effectief systeem van IAEA-waarborgen en educatie. Ook zal Nederland blijven inzetten op het belang van nucleaire beveiliging en veiligheid. Het argument van China en enkele NAM-landen dat deze aspecten samen met exportcontroles een beperking zijn voor de ontwikkeling van nationale, vreedzame nucleaire programma’s steunt Nederland niet; deze maatregelen zijn juist bedoeld om een verantwoorde nucleaire sector mogelijk te maken.

3) Bevorderen van internationale onderhandelingen

Nederland zal de rol van bruggenbouwer en aanjager die het in NPV-verband speelt onverminderd blijven voortzetten. Ik ben dan ook voornemens zelf aanwezig te zijn voor het uitspreken van de Nederlandse verklaring en om deel te nemen aan Nederlandse side-events. Nederland neemt zijn verantwoordelijkheid voor het bij elkaar brengen van landen op de verschillende deelonderwerpen. Hiertoe neemt het ook regelmatig een voorzitterschapsrol op zich in fora en instrumenten die gericht zijn op non-proliferatie en ontwapening, onder andere:

  • Het Non-Proliferation and Disarmament Initiative. Het NPDI (Polen, Australië, Chili, Japan, VAE, Turkije, Duitsland, Canada, Mexico, Nigeria, Filipijnen en Nederland) probeert op pragmatische en praktische wijze uitvoering te geven aan het Actieplan van de Toetsingsconferentie van 2010. Het NPDI heeft sinds de vorige TC een tiental werkdocumenten gemaakt met concrete ideeën op deelonderwerpen, zoals de verbetering van de transparantie of versterken van de toetsingsprocedure. Het NPDI heeft gedetailleerd commentaar geleverd op de door de kernwapenstaten ingediende rapportages en heeft verbeteringen voorgesteld. Als coördinator van het NPDI (2021 – 2022) zal Nederland en marge van de tiende NPV Toetsingsconferentie een ministeriële bijeenkomst organiseren. Zo zal het NPDI op hoog niveau aandacht vragen voor de NPDI aanbevelingen voor de toetsingsconferentie, welke een mogelijke basis leggen voor het slotdocument.

  • Het Stepping Stones initiatief (ook wel Stockholm Initiative for Nuclear Disarmament). Het Stepping Stones initiatief tracht door middel van de Berlin Declaration, Stepping Stones en het Risk Reduction paper politiek momentum te behouden voor de tiende Toetsingsconferentie.

  • Het International Partnership for Nuclear Disarmament Verification. Het IPNDV levert een praktische bijdrage, onder Nederlands co-voorzitterschap, op het gebied van verificatie van ontwapening.

  • Het Creating an Environment for Nuclear Disarmament. CEND, eveneens onder Nederlands co-voorzitterschap, biedt kernwapenstaten en niet-kernwapenstaten een platform om informeel met elkaar in discussie te gaan over verschillende onderwerpen, zoals risicovermindering en dreigingspercepties, noodzakelijk om stappen te kunnen zetten op het gebied van ontwapening.

  • De Vienna Group of 10 (inmiddels 11). Deze interregionale groep probeert voortgang te realiseren op onderwerpen die spelen in de tweede en derde pijler van het NPV.

  • De EU. Tijdens de Toetsingsconferentie zal Nederland zo veel mogelijk in EU-verband opereren. Interventies op nationale titel zullen complementair zijn aan EU interventies. De uitgangspunten voor het EU optreden worden in Raadconclusies neergelegd. Nederland zal zich ervoor inzetten dat de EU effectief extern optreedt en een ambitieuze gezamenlijke positie uitdraagt, hoewel dit met de verschillende inzichten binnen de EU – met name ten aanzien van de discussie over humanitaire impact – niet altijd eenvoudig zal zijn. Ook bilateraal probeert Nederland landen bij elkaar te brengen om te zoeken naar een gemeenschappelijke basis om zo verschillen van inzicht op een constructieve manier te overbruggen.

Al deze initiatieven bestaan uit groepen van landen die niet vanzelfsprekend gelijkgezind zijn op het gebied van ontwapening, vreedzaam gebruik van kernenergie en non-proliferatie. Nederland werkt binnen deze initiatieven als bruggenbouwer aan overeenstemming, welke vaak ook binnen de bredere NPV-gemeenschap goed ontvangen wordt. Nederland kiest voor een stapsgewijze benadering waarbij aan bouwstenen wordt gewerkt om te komen tot verdere ontwapening.

Hieronder zet ik tot slot de Nederlandse inhoudelijke inzet onder alle drie de pijlers uiteen.

Nederlandse inzet onder Pijler I

Ontwapening

Nederland zet zich in voor alomvattende, onomkeerbare en controleerbare nucleaire ontwapening in lijn met artikel VI van het NPV. Vooruitgang op het gebied van nucleaire ontwapening moet hand-in-hand gaan met inspanningen om de internationale ontwapenings- en non-proliferatiearchitectuur te versterken. Het bereiken van het doel van een kernwapenvrije wereld vereist dus een aantal in elkaar grijpende maatregelen, waarvan er vele al zijn geïdentificeerd op eerdere NPV-toetsingsconferenties. Deze stappen zijn niet afhankelijk van elkaar en ze zijn op geen enkele manier voorwaardelijk.

Hoewel Nederland erkent dat het huidige veiligheidsklimaat aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengt voor het ontwapeningsproces, is Nederland van mening dat ondanks dergelijke tegenwind de NPV lidstaten verplicht zijn om de volledige implementatie van Artikel VI na te streven en te verwezenlijken. Helaas blijven veel van deze toezeggingen onvervuld. De conferentie van 2022 biedt een gelegenheid om te bekijken hoe de overeengekomen toezeggingen kunnen worden nagekomen. Nederland zet zich daarom concreet in op o.a.:

  • het werken naar een inhoudelijk resultaatdocument dat de weg naar een wereld zonder kernwapens identificeert en verduidelijkt.

  • het aanmoedigen van de NPV lidstaten om duidelijk en ondubbelzinnig eerdere toezeggingen te bevestigen om krachtens artikel VI een wereld zonder kernwapens te bereiken.

  • het werken naar een resultaatgericht actieplan voor de komende vijf jaar.

Nucleaire risicovermindering (Risk reduction)

Het nemen van concrete stappen die het risico van het gebruik van kernwapens verminderen, zal bijdragen aan het behoud van de internationale vrede en veiligheid, evenals bijdragen aan het opbouwen van het vertrouwen. Daarom beschouwt Nederland risicovermindering, of risk reduction, als een belangrijke aanvulling op de ontwapeningsinspanningen. Het kan dergelijke inspanningen niet vervangen, aangezien de enige ultieme garantie tegen het gebruik van kernwapens de totale verwijdering ervan is.

Nederland is in 2017 een onderzoeksproject gestart naar verschillende opties voor nucleaire risicoreductie en heeft in 2018 en 2021 vervolgonderzoeken laten uitvoeren, gericht op strategische risicoverminderingsopties voor Europa en dialoog op gebied van risicovermindering tussen Oost-Europese staten en de Russische Federatie. Op basis van deze en andere onderzoeken is Nederland van mening dat effectieve nucleaire risicoreductie sterk afhankelijk is van de strategische context en betrokken staten. Effectieve risicobeperkende maatregelen variëren op basis van regionale, strategische en politieke factoren. Nederland zet zich daarom tijdens de 2022 toetsingsconferentie in op:

  • het oproepen van de lidstaten, in het bijzonder de landen die kernwapens bezitten, om verder te discussiëren en overeenstemming te bereiken over effectieve maatregelen om nucleaire risico's tot een minimum te beperken.

  • het identificeren en aanmoedigen van een aantal mogelijke risicobeperkende maatregelen.

  • het aanmoedigen tot verder onderzoek naar maatregelen ter beperking van de nucleaire risico's.

  • het aanmoedigen tot verder onderzoek naar risicoreductie op het gebied van opkomende, potentieel destabiliserende, technologieën.

Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT)

Het CTBT verbiedt het uitvoeren van kernproeven. Het in 1996 opgestelde verdrag is nog niet in werking getreden. Hiervoor is vereist dat alle landen die op de zogenaamde Annex II lijst staan het verdrag ratificeren. Nog niet alle landen op deze lijst hebben het verdrag geratificeerd. De volgende acht landen op de lijst hebben het verdrag nog niet geratificeerd: Egypte, Noord-Korea, India, Iran, Pakistan, China, de Verenigde Staten en Israël.

Nederland onderstreept dat het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) een kernelement vormt van het ontwapenings- en non-proliferatieregime, inclusief het NPV. Het huidige moratorium – en toekomstige verbod – weerhoudt landen ervan om via de daarvoor benodigde kernproeven wapens te ontwikkelen dan wel verbeteren.

Nederland zal het voltooien van het verificatieregime blijven steunen en zal de inwerkingtreding blijven bevorderen tijdens bijeenkomsten, zoals de Vrienden van CTBTO-bijeenkomst die om de twee jaar in New York plaatsvindt. Nederland zet daarom tijdens de 2022 toetsingsconferentie in op:

  • het oproepen van alle staten die het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) nog moeten ratificeren om dit z.s.m. te doen, met nadruk op de acht staten in Annex 2, met als doel een spoedige inwerkingtreding van het CTBT, in overeenstemming met de afspraken van de vorige Toetsingsconferenties.

  • Het aandringen bij alle staten op het steunen van de ontwikkeling van het verificatieregime, dat van vitaal belang is voor de doeltreffendheid van het Verdrag en voor het handhaven van de norm.

Splijtstofstopverdrag (fissile material cut-off treaty/FMCT)

De onderhandelingen over een Splijtstofstopverdrag blijven van belang voor Nederland. Er zijn geen substantiële belemmeringen voor het starten van onderhandelingen en er mogen evenmin randvoorwaarden zijn voor het starten van onderhandelingen. Nederland zet daarom in op:

  • erkennen dat de FMCT een onmisbare stap in de ontwapening is in de richting van de implementatie van artikel VI NPV en roept op tot leiderschap van de kernwapenstaten om het FMCT-proces te deblokkeren.

  • erkennen het reeds verrichte werk om de start van FMCT-onderhandelingen te vergemakkelijken, met inbegrip van de consensusverslagen van de group of governmental experts, de High-Level FMCT Expert Preparatory Group en het consensusverslag van subsidiaire groep twee van de Ontwapeningsconferentie in 2018.

  • onderstrepen dat er geen substantiële belemmeringen zijn voor het starten van onderhandelingen, en dat er ook geen randvoorwaarden zijn, en roept de Ontwapeningsconferentie op om onverwijld onderhandelingen te beginnen over een splijtstofverdrag onder een speciaal agendapunt.

Verificatie van ontwapening

Nederland is van mening dat robuuste en effectieve verificatie van ontwapening een belangrijk onderdeel is van het bereiken en behouden van een wereld zonder kernwapens (losstaand van de verificatieactiviteiten uitgevoerd door het IAEA om proliferatie tegen te gaan). Nederland spreekt waardering uit voor de lidstaten die op dit punt leiderschap hebben getoond, onder meer via het International Partnerschip for Nuclear Disarmament Verification (IPNDV), Group of Governmental Experts (GGE), en door deel te nemen aan andere initiatieven zoals de QUAD of de NuDiVe verificatieoefening.

Sinds de laatste toetsingsconferentie heeft Nederland een actieve rol gespeeld bij het bevorderen van verificatie van nucleaire ontwapening, onder meer door actieve deelname aan het IPNDV en de GGE, opgericht bij resolutie 71/67 van de Algemene Vergadering, die zijn werkzaamheden afsloot met een consensusverslag (A/74/90). De Nederlandse inzet tijdens de 2022 toetsingsconferentie is als volgt:

  • het uitspreken van krachtige steun voor verdere werkzaamheden op het gebied van verificatie van nucleaire ontwapening, inclusief initiatieven als het IPNDV en de GGE, en alle staten aanmoedigen om bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van robuuste en effectieve verificatietechnieken.

  • het oproepen van de lidstaten om internationale samenwerking op dit gebied te verbeteren en capaciteiten op te bouwen tussen regio's en politieke groepen, waarbij het belang wordt benadrukt van samenwerking tussen kernwapenstaten en niet-kernwapenstaten.

Transparantie

Transparantie is onmisbaar in het proces van nucleaire ontwapening. Transparantie van informatie omvat, maar is niet beperkt tot: het aantal, het type en de status van kernkoppen, het aantal en de soorten leveringsvoertuigen, de hoeveelheid splijtstof die voor militaire doeleinden wordt geproduceerd, maatregelen genomen met het oog op risicobeperking en de rol van kernwapens in de nucleaire doctrine. Meer transparantie wekt vertrouwen op alle niveaus, terwijl het tegelijkertijd helpt om een gemeenschappelijke basis voor dialoog en onderhandeling tot stand te brengen. Rapportage, bijvoorbeeld aan de hand van de national implementation reports in het NPV, is een belangrijke transparantiemaatregel. Nederland heeft in deze cyclus drie keer gerapporteerd op basis van het door het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) ontwikkelde sjabloon en moedigt andere staten aan hetzelfde te doen, in het bijzonder de kernwapenstaten.

Nederland wil het uitstekende werk van het NPDI op het gebied van transparantie en rapportage onder de aandacht brengen en herhaalt zijn volledige steun voor de initiatieven en aanbevelingen van de NPDI op dit gebied. Nederland hecht daarnaast belang aan het initiatief Creating an Environment for Nuclear Disarmament (CEND). In het kader van transparantie beschouwt Nederland de discussies in CEND als een welkome informele aanvulling op bestaande fora zoals het NPV-proces en de Ontwapeningsconferentie. Als co-voorzitter van de werkgroep «Reducing perceived incentives for states to retain, acquire, or increase their holdings of nuclear weapons and increasing incentives to reduce and eliminate nuclear weapons» bevordert Nederland een open dialoog over complexe veiligheids-, non-proliferatie- en ontwapeningsthema’s, met als doel het wederzijds begrip te verdiepen en daarmee de veiligheid te verbeteren. De Nederlandse inzet tijdens de 2022 toetsingsconferentie is als volgt:

  • het aanmoedigen van andere staten, in het bijzonder de kernwapenstaten, om het transparantieniveau te verhogen met als doel het begrip en onderling vertrouwen te vergroten.

  • het aanmoedigen van andere staten, in het bijzonder de kernwapenstaten, regelmatig te rapporteren, bijvoorbeeld op basis van het door het NPDI ontwikkelde sjabloon.

Nederlandse inzet onder Pijler II

Non-proliferatie waarborgen (safeguards)

Nederland onderstreept dat de universele toepassing van IAEA-waarborgen van fundamenteel belang is voor het nucleaire non-proliferatieregime. Door vertrouwen op te bouwen in het uitsluitend vreedzame karakter van nucleaire activiteiten in niet-kernwapenstaten, helpen de IAEA-waarborgen bij het creëren van een klimaat dat bevorderlijk is voor nucleaire samenwerking. Enkel met zowel een Comprehensive Safeguards Agreement (CSA) als het Aanvullend Protocol (AP) van kracht kan de IAEA de afwezigheid van niet-aangegeven nucleair materiaal en nucleaire faciliteiten in een staat effectief verifiëren. Nederland benadrukt dat artikel III van het NPV vereist dat alle staten alle relevante materialen en activiteiten, zowel huidige als toekomstige, onderwerpen aan IAEA-waarborgen en dat het IAEA Comprehensive Safeguards Agreement, in combinatie met het Aanvullend Protocol, de huidige internationale verificatiestandaard is. Nederland zet tijdens de toetsingsconferentie in 2022 in op:

  • het aandringen bij alle staten die dit nog niet hebben gedaan om zowel het CSA als het AP te ondertekenen (en deze voorlopig uit te voeren in afwachting van de inwerkingtreding) en het aandringen bij alle lidstaten met ongewijzigde Small Quantity Protocols (SQP) om deze zo snel mogelijk in te trekken. het aanmoedigen van de lidstaten om de inspanningen van het IAEA te ondersteunen en het oproepen van de staten om aan de waarborg- en veiligheidsverplichtingen te voldoen.

  • het benadrukken dat de veiligheidsnormen krachtens artikel III van het NPV gelijke tred moeten houden met de evoluerende technologieën, zodat ze een effectief instrument blijven.

  • het toejuichen van de voortdurende verbetering van de IAEA-waarborgen, met inbegrip van de standaardisatie van interne processen door middel van het zogenaamde State Level Concept (SLC), en het ondersteunen van de door de IAEA geboekte voortgang om de SLC effectief uit te voeren.

Nuclear security

Nederland is zich bewust van de voortdurend aanwezige en veranderende dreiging van nucleair en radiologisch misbruik en terrorisme. Nederland onderstreept daarom het belang van effectieve beveiliging, waaronder cyberbeveiliging, van al het (nucleaire) radioactieve materiaal. Nederland zet zich in voor verbetering van nucleaire beveiliging op nationaal en internationaal niveau en erkent de centrale rol van het IAEA bij het versterken van nucleaire veiligheid wereldwijd. Nederland zet daarom in op:

  • het bevestigen van de centrale rol van de IAEA bij het versterken van het nucleaire veiligheidskader wereldwijd, bij het coördineren van internationale nucleaire veiligheidsactiviteiten en bij het faciliteren van regionale activiteiten.

  • het aanmoedigen van staten om de IAEA-richtsnoeren en -aanbevelingen nationaal te implementeren en om de Joint Statement on Strengthening Nuclear Security Implementation te onderschrijven.

  • onderstrepen van het belang en verder versterken van het gewijzigde CPPNM (Convention on the Physical Protection of Nuclear Material) verdrag inzake nucleaire veiligheid. De Review Conference 2022 biedt hiertoe een goede gelegenheid.

Export controle

Nederland beschouwt effectieve exportcontrole als een belangrijk onderdeel van het non-proliferatieregime. Artikelen I en II van het NPV vereisen dat de NPV-lidstaten zorg dragen dat export niet direct of indirect gericht is aan kernwapenprogramma's. Dit is ook een van de uitgangspunten van het strikte Nederlandse exportcontrolebeleid. Nederland beveelt daarom aan dat de Review Conference in 2022:

  • het belang onderstreept van het handhaven van de hoogste normen voor exportcontrole met een zo groot mogelijke mate van transparantie.

  • erkent dat exportcontroleregimes, zoals de Nuclear Suppliers Group, en het Missile Technology Control Regime, bijdragen aan de implementatie van de artikelen I en II van het NPV.

  • alle staten oproept om zich te houden aan exportcontrolemechanismen, in lijn met VN-Veiligheidsraadresoluties 1540 en 2325.

Iran/JCPoA

Op 29 november zullen de onderhandelingen over het JCPOA naar verwachting worden hervat. Nederland maakt zich ernstige zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Iran is overgegaan tot de verrijking van uranium tot een percentage van 60% en de productie van uraniummetaal met een verrijkingspercentage van 20%. Beide stappen zijn in strijd met het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), dienen geen duidelijk civiel doel en dragen niet bij aan het vergroten van de kans dat de onderhandelingen over een terugkeer naar volledige naleving van het JCPOA op korte termijn tot een succesvolle afronding komen.

De Amerikaanse president Biden heeft bij herhaling aangegeven dat de VS bereid is weer toe te treden tot het akkoord en de nucleaire sancties van zijn voorganger ongedaan te maken indien Iran zich weer aan de bepalingen uit het akkoord houdt. In voorgaande onderhandelingen heeft Iran echter aangegeven dat het eerst de Amerikaanse opheffing van sancties wilt en garanties van de Verenigde Staten dat een akkoord ook bij toekomstige administraties overeind blijft (iets waarvoor de VS gezien het democratische proces geen garanties kan geven).

Nederland en de EU spreken zich met regelmaat in verschillende fora uit voor een terugkeer naar volledige implementatie van het JCPOA. Nederland onderschrijft dan ook de verklaring van Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van 30 oktober jl. waarin zij verklaren gecommitteerd te blijven aan het voorkomen van Iraanse kernwapens en waarin Iran opgeroepen wordt bij te dragen aan een positieve uitkomst van de onderhandelingen. De Nederlandse inzet tijdens de toetsingsconferentie is daarom gericht op:

  • het onderstrepen van het belang van het behoud van het JCPOA.

  • het uitspreken van steun voor het nucleaire akkoord.

  • het oproepen van Iran om een zinvolle dialoog aan te gaan, alle activiteiten die niet in overeenstemming zijn met het JCPOA ongedaan te maken en terug te keren naar volledige uitvoering.

Noord-Korea (DPRK)

Nederland maakt zich grote zorgen over de geavanceerdere kernwapen- en ballistische raketprogramma's van de Noord-Korea (Democratic People's Republic of Korea/DPRK). Nederland heeft kennis genomen van de onlangs herhaalde rakettesten van de DPRK en veroordeelt met klem alle activiteiten die in strijd zijn met resoluties van de VN-Veiligheidsraad en een ernstige bedreiging vormen voor de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit. We zullen ons blijven uitspreken en er bij de DPRK op aandringen af te zien van verdere rakettesten die in strijd zijn met de VNVR-resoluties.

De recente lanceringen zijn ook zorgwekkend wat betreft de ontwikkeling van geavanceerdere rakettechnologieën. Nederland steunt het diplomatieke proces en de inspanningen om de onderhandelingen met de DPRK nieuw leven in te blazen. We verwachten van DPRK concrete en geloofwaardige stappen in de richting van de volledige, verifieerbare en onomkeerbare ontmanteling van de programma's voor ballistische raketten, kernwapens en andere massavernietigingswapens. Nederland verwelkomt het werk van het 1718 Committee en het panel van deskundigen, en benadrukt het belang van informatie-uitwisseling over het ontduiken van sancties en illegale activiteiten. Nederland blijft verschillende initiatieven ondersteunen die zijn opgezet tijdens ons lidmaatschap van de Veiligheidsraadonderzoek ter ondersteuning van het VN-panel van deskundigen over de verbetering van sanctie-implementatie en handhaving in derde landen (SAENK-project) Nederland zet daarom in op:

  • het oproepen van de DPRK om concrete stappen te zetten in de richting van verifieerbare en onomkeerbare denuclearisatie.

  • het oproepen van de DPRK om terug te keren naar het NPV.

  • het afkeuren van de recente schendingen van VN-resoluties door bestaande embargo's en sancties te consolideren.

  • het aanmoedigen en ondersteunen van alle lidstaten om actie te ondernemen tegen het ontduiken van sancties en illegale activiteiten door de DPRK, door informatie-uitwisseling en capaciteitsopbouwende activiteiten, zoals tijdens de DPRK maritieme Expert Meeting die virtueel plaatsvond in maart, 2021.

Nederlandse inzet onder Pijler III

Nederland levert de voorzitter van Main Committee III en zet daarnaast met een (separate) nationale delegatie in op de herbevestiging van het recht op het vreedzaam gebruik van nucleaire energie en technologie zoals vastgelegd in het NPV.

Vreedzaam gebruik van nucleaire energie

Nederland herbevestigt het onvervreemdbare recht van alle lidstaten op onderzoek, gebruik en productie van kernenergie voor vreedzame doeleinden (Artikel IV), zonder discriminatie en in overeenstemming met de Artikelen I, II en III, waarin de lidstaten zich onderwerpen aan afspraken op het gebied van non-proliferatie en de toepassing van internationale waarborgen en een toezichtsysteem. Nederland zet daarbij in op veiligheid en benadrukt dat het gebruik van nucleaire energie en technologie in alle stadia gepaard moet gaan met verbintenissen tot en implementatie van de hoogste veiligheids- en beveiligingsnormen en effectieve waarborgen met volledige transparantie, om breed vertrouwen te behouden in internationale samenwerking bij de toepassing van vreedzaam gebruik.

Vreedzaam gebruik van andere nucleaire toepassingen

Nederland herbevestigt daarnaast het recht van alle NPV-lidstaten op toegang tot bredere vreedzame toepassingen van nucleaire technologie. Nucleaire toepassingen kunnen een rol spelen ten aanzien van menselijke gezondheid (oa kankerdiagnose en behandeling); de bestrijding van plastic vervuiling, zoönose, plaagdieren en andere ziektedragers; waterbeheer; duurzame landbouw; inzet tegen COVID (d.m.v. testkits); voedselveiligheid en voeding en milieubescherming (bijvoorbeeld d.m.v. het IAEA NUTEC project, waarbinnen plasticvervuiling aangepakt wordt door recycling met behulp van stralingstechnologie). Nucleaire toepassingen zouden daarmee mogelijk kunnen bijdragen aan het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG's) die zijn opgenomen in de Agenda 2030.

Nederland erkent ook de rol van het IAEA bij het opbouwen van capaciteit voor het vreedzaam gebruik van nucleaire toepassingen door middel van het Technical Cooperation Programme (TCP), het Peaceful Uses Initiative (PUI), door zijnactiviteiten bij de Seibersdorf Nuclear Sciences and Applications Laboratoria en de Joint FAO/IAEA Centre of Nuclear Techniques in Food and Agriculture.1

Nederland is van mening dat betere communicatie naar belanghebbenden en bewustmaking van het publiek over de voordelen van vreedzaam gebruik van nucleaire technologie essentieel zijn voor het opbouwen van de acceptatie die nodig is om de toepassing uit te breiden. Verder is Nederland van mening dat in alle stadia van de splijtstofcyclus en bij elk vreedzaam gebruik de hoogste niveaus van veiligheid en beveiliging moeten worden gerealiseerd. Veiligheids- en beveiligingsmaatregelen maken het gebruik van nucleaire energie en technologie mogelijk en dragen bij aan het vergroten van het publiek vertrouwen. Nederland zet daarom in op:

  • het onderstrepen van de essentiële rol van het IAEA bij het assisteren van lidstaten bij het uitvoeren van vreedzame toepassingen via de TCP-, PUI- en Seibersdorf-laboratoria, en de IAEA en zijn lidstaten aanmoedigen om de voordelen van vreedzaam gebruik verder te promoten en te vergroten, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden.

  • het verder laten verkennen van de rol die nucleaire toepassingen zouden kunnen spelen bij het realiseren van de Sustainable Development Goals, opgenomen in de Agenda 2030.

  • het erkennen dat het gebruik van nucleaire technologie in alle stadia gepaard gaat met verbintenissen tot en implementatie van de hoogste veiligheids- en beveiligingsnormen en effectieve waarborgen met volledige transparantie, om breed vertrouwen te behouden in internationale samenwerking bij de toepassing van vreedzaam gebruik.

  • het bevorderen van uitwisseling van best practices op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging, onder meer door dialoog met de nucleaire industrie en de particuliere sector, waar van toepassing.

  • het op het gebied van nucleaire beveiliging kunnen staten o.a. het geamendeerde Convention on the Physical Protection of Nuclear Material ondertekenen. Ook effectieve exportcontroles zorgen voor het mogelijk maken van kennisuitwisseling op het gebied van vreedzaam gebruik.

Institutionele kwesties

Nederland is samen met de NPDI partners actief betrokken bij het bespreken van aanpassingen van de procedures en werkmethoden van de NPV-beoordelingscyclus. Nederland is van mening dat een fundamentele herziening van de huidige procedures nodig is om de effectiviteit van het NPV te behouden, 27 jaar na de laatste herziening en 52 jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag. Nederland beveelt daarom aan dat de Review Conference 2022:

  • bespreekt en beslist over verbeteringen van de huidige praktijken en werkmethoden die de effectiviteit, efficiëntie, responsiviteit, inclusiviteit, transparantie en continuïteit van de NPV-beoordelingscyclus zullen verbeteren.

  • besluit een werkgroep op te richten voor de verdere versterking van het herzieningsproces van het NPV om te beslissen over verdere verbeteringen op het gebied van effectiviteit, efficiëntie, transparantie en verantwoordingsplicht.

Hoewel het recht om zich terug te trekken uit het NPV op geen enkele manier kan en mag worden beperkt buiten de vereisten die in Artikel X (tien) zijn uitgewerkt, blijft Nederland bezorgd over mogelijke mazen in deze bepaling. Nederland blijft van mening dat NPV lidstaten een heldere visie moeten uitwerken op de gevolgen van terugtrekking uit het NPV. Nederland beveelt daarom aan dat de Review Conference 2022:

  • concludeert dat terugtrekking uit het NPV de betreffende partij verlost van elke verplichting onder het verdrag, maar geen invloed heeft op enig recht, verplichting of rechtspositie van de partij die is ontstaan voorafgaand aan de beëindiging van het lidmaatschap.

  • benadrukt dat een zich terugtrekkende staat nog steeds aansprakelijk is voor eventuele schendingen die zijn begaan vóór de terugtrekking uit het verdrag, en dat dit ook de verplichtingen omvat die van toepassing zijn op al het nucleair materiaal of nucleaire installaties die op het moment van terugtrekking in de staat aanwezig zijn (zoals de verplichting om deze uitsluitend voor vreedzame doeleinden te gebruiken). Nederland moedigt de lidstaten aan om als exportvoorwaarde te eisen dat de ontvangende staat ermee instemt dat de leverende staat het recht heeft op teruggave van het nucleair materiaal (evenals hiervan afgeleid materiaal dat is geproduceerd door het gebruik van dergelijk materiaal) indien de ontvangende staat zich terugtrekt uit de IAEA waarborgovereenkomst, of volgens het IAEA Board of Governors in strijd handelt met de overeenkomst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen


X Noot
1

. Nederland heeft in 2019 bijgedragen aan de modernisering van de laboratoria in het kader van het ReNuAL+ project. Ook heeft Nederland voor een bedrag 1,5 miljoen euro bijgedragen aan het COVID-testkit programma van het IAEA, en voor 1 miljoen euro aan projecten op het gebied van nucleaire beveiliging. Tot slot financiert Nederland met 250.000 euro het Marie Curie Fellowship programma waarin 100 getalenteerde, vrouwelijke studenten worden gesteund om een opleiding op gebied van non-proliferatie te volgen, een stage te volgen bij het IAEA en vervolgens in deze sector door te stromen.

Naar boven