33 783 Nucleaire ontwapening en non-proliferatie

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2017

Van 27 tot 31 maart vindt bij de Verenigde Naties in New York de eerste onderhandelingsronde plaats over een juridisch instrument met betrekking tot een verbod op nucleaire wapens. Nederland zal aan deze internationale besprekingen deelnemen, daarmee uitvoering gevend aan de motie-Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 33 783, nr. 19), zonder daarbij vooruit te lopen op een oordeel over het eindresultaat. Met verwijzing naar de brief d.d. 27 oktober 2016 (Kamerstuk 33 783, nr. 23) en conform de toezegging tijdens de BZ begrotingsbehandeling in november, informeren wij u hierbij over de Nederlandse inzet bij deze onderhandelingen.

De AVVN resolutie over een verbod op kernwapens

Tijdens de AVVN Eerste Commissie in oktober 2016 is de resolutie «Taking Forward Nuclear Disarmament Negotiations» aangenomen inzake onderhandelingen over een verbod op kernwapens.

Nederland onderschrijft het doel van een kernwapenvrije wereld, inclusief een alomvattend, afdwingbaar en verifieerbaar kernwapenverbod, en heeft dan ook actief deelgenomen aan de consultaties over deze resolutie. Ondanks Nederlandse inspanningen kwam de uiteindelijke tekst niet voldoende tegemoet aan voor Nederland belangrijke punten, die zijn omschreven in de Kamerbrief in oktober (Kamerstuk 33 783, nr. 23). Omdat Nederland wel het principe van een verbod op kernwapens kan steunen, heeft Nederland niet tegengestemd maar zich onthouden van stemming en een verklaring afgelegd. De overige NAVO-bondgenoten stemden tegen. In de Nederlandse stemverklaring is duidelijk gesteld dat een kernwapenverbod verenigbaar zal moeten zijn met ons lidmaatschap van de NAVO en de verplichtingen die daaruit voortvloeien.

De internationale gemeenschap is verdeeld over de onderhandelingen inzake een kernwapenverbod. Overige NAVO-bondgenoten nemen niet deel aan de onderhandelingen, terwijl Nederland naar aanleiding van de motie-Sjoerdsma op bovengenoemde wijze participeert.

De Nederlandse inzet

Het is allereerst aan de voortrekkers van een kernwapenverbod om tijdens het onderhandelingsproces meer duidelijkheid te scheppen over hun intenties met betrekking tot de vorm, de timing en de modaliteiten van een dergelijk juridisch instrument. De besprekingen vanaf 27 maart a.s. moeten inbreng opleveren voor de inhoud van een concept verdragstekst, die zal worden opgesteld in aanloop naar een volgende onderhandelingsronde in juni dit jaar.

Voor Nederland staan de volgende punten centraal:

  • Een dergelijk instrument moet een goede en effectieve stap vormen op weg naar de algehele eliminatie van kernwapens, zoals ook duidelijk is aangegeven in eerdergenoemde AVVN-resolutie (Operational Paragraph 12 – «leading towards the total elimination»).

  • Een instrument moet zich goed verhouden tot andere bestaande instrumenten. Met name het Non-Proliferatie Verdrag, inclusief Artikel VI en de inherente chronologie daarin, moet worden gerespecteerd/gewaarborgd.

  • Een instrument moet brede steun genieten binnen de VN, inclusief van kernwapen-bezittende landen.

  • Een verbod op kernwapens zal voorts verifieerbaar moeten zijn. Transparantie en verificatie zijn essentiële bouwstenen van een kernwapenvrije wereld. Verificatie is bij uitstek een ontwapeningsterrein waar de niet-kernwapen bezittende landen een concrete en belangrijke rol hebben te spelen.

  • Een verbod zal verenigbaar moeten zijn met onze verplichtingen als bondgenoot van de NAVO, een nucleaire alliantie. De NAVO houdt vast aan de uitgangspunten van de Deterrence and Defence Posture Review (DDPR), waaronder de notie dat de NAVO een nucleaire alliantie blijft zolang nucleaire wapens bestaan.

De voorzitter van de onderhandelingen (ambassadeur Whyte, permanente vertegenwoordiger van Costa Rica bij de Ontwapeningsconferentie in Geneve) heeft aangegeven dat zij op basis van deze inventariserende onderhandelingsronde een concept verdragstekst uitwerkt, ter behandeling in een volgende onderhandelingsronde in juni dit jaar.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert (VVD)

Naar boven