33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2017

In de brief van 24 januari jl. (kamerstuk 33 763 nr. 125) heeft de toenmalige Minister van Defensie uw Kamer laten weten de business case die ten grondslag lag aan het voorgenomen besluit het Financieel Service Centrum (FSC) van Eygelshoven naar Utrecht te verhuizen, waar nodig te actualiseren en aan te vullen. De aanleiding hiervoor waren een motie (Kamerstuk 33 763, nr. 118) en amendement (Kamerstuk 34 550X, nr. 54) van de leden Knops (CDA) en Günal-Gezer (PvdA). In het algemeen overleg Vastgoed van 23 februari jl. is toegezegd daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan alternatieve huisvesting in de regio, de opening van de Army Prepositioned Stocks (APS) Eygelshoven op de locatie waar nu het FSC is gehuisvest en de gevolgen van de verhuizing voor het personeel. Bij deze brief bied ik u de geactualiseerde business case aan1.

Hoewel ik mij uiteraard realiseer dat ik de politieke toezegging uit het verleden om het FSC in Limburg te behouden hierdoor niet gestand doe, geven de uitkomsten van deze business case mij geen aanleiding het voorgenomen besluit te herzien. Ik zal dat hieronder nader toelichten. Daarbij ga ik in op de locatiekeuze en de toegezegde nieuwe vormen van samenwerking met de regio die mijns inziens toekomstperspectief bieden voor zowel Defensie als Zuid-Limburg.

Op verzoek van uw Kamer is met de medezeggenschapscommissie (MC) van het Financieel Administratie en Beheer Kantoor (FABK), waarvan het FSC een van de vijf onderdelen is, gesproken over de business case. De MC is eerder betrokken geweest bij het opstellen van de evaluatie FABK en kent de inhoud van de geactualiseerde business case. De MC heeft laten weten geen rol te kunnen spelen in de besluitvorming over de locatie omdat de commissie beide locaties van het FABK vertegenwoordigt. De MC wil wel worden betrokken bij de gevolgen van het te nemen besluit. Aan dat verzoek wordt uiteraard gevolg gegeven.

Opening APS Eygelshoven

Zoals in verschillende brieven is gemeld, heeft Defensie het terrein waarop het FSC is gehuisvest, op 1 oktober 2016 overgedragen aan de Amerikaanse krijgsmacht in verband met de plaatsing van defensiematerieel. De nadere uitwerking van de afspraken met de Amerikanen is vastgelegd in een Technical Arrangement (TA) dat 16 februari jl. is ondertekend. Defensie heeft met de Amerikanen afgesproken dat zij uiteindelijk het gehele terrein, inclusief het gebouw van het FSC, tot hun beschikking krijgen. Daarbij is sprake van een niet nader in de TA gedefinieerde overgangstermijn voor het FSC. Over de precieze duur van de overgangsperiode zijn in september jl. afspraken gemaakt; het FSC moet uiterlijk half februari 2018 de huidige locatie verlaten. Om deze reden is in de business case uitsluitend een afweging gemaakt tussen verhuizen naar Utrecht of naar een locatie in de regio.

Locatiekeuze

Op verzoek van uw Kamer is een door de burgemeester van Kerkrade verstrekte lijst met panden gebruikt om opties voor alternatieve huisvesting voor het FSC in de regio Zuid-Limburg te onderzoeken. Het FSC is afhankelijk van het MULAN-defensienetwerk. De aanleg van dit netwerk is een kostbare zaak. Daarom is gezocht naar beschikbare defensiegebouwen met een aansluiting op dit netwerk. Er bleken vier locaties in de regio te zijn die aan dit vereiste voldoen, waarvan er twee voldoende ruimte voor het FSC bieden. Deze zijn onderzocht in de business case. Gebleken is dat een voormalig defensieobject, het kantoorpand Kosterbeemden in Kerkrade, met afstand de beste optie in de regio is. Dit pand beschikt over een Mulan-aansluiting en is in enkele maanden zonder hoge kosten geschikt te maken voor het FSC. In de business case is daarom een afweging gemaakt tussen verhuizen naar de Kromhoutkazerne in Utrecht of naar het pand Kosterbeemden in Kerkrade.

Kwalitatieve afweging

In de nieuwe business case zijn de belangrijkste voordelen van samenvoegen van het FABK in Utrecht opgenomen. Dit betreft voordelen die uw Kamer al eerder zijn gemeld. Zo leidt samenvoeging tot belangrijke voordelen voor de bedrijfsvoering. Het financieel beheer zal een impuls krijgen door de betaalketen te optimaliseren, en deze dus op één locatie te vestigen. De laatste schakel in het betaalproces, het FSC, is op dit moment geografisch gescheiden van de andere afdelingen van het FABK en op grote afstand van de defensieonderdelen gevestigd. Het samenbrengen van kennis en capaciteit zal de tijdigheid en rechtmatigheid van betalingen bevorderen.

Ook zal samenvoeging van het FABK de belangrijkste klanten (DMO, CDC, Staf CLAS) en het klantcontact ten goede komen. Door samenvoeging kan piekbelasting beter worden opgevangen. Ook kunnen de ondersteuningsdiensten (IT, catering, bewaking en beveiliging, bedrijfshulpverlening, schoonmaak etc.) efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Aangezien het personeelsbestand van het FSC hoe dan ook zal krimpen door de voortschrijdende digitalisering, wordt de instandhouding van een locatie in Limburg, relatief gezien steeds duurder.

Aan het verhuizen naar Utrecht zijn echter ook nadelen verbonden. Het betreft allereerst een tijdelijk verlies van kennis en ervaring doordat niet iedereen mee zal verhuizen. Goed en tijdig vacaturemanagement en eventueel de inzet van inhuurkrachten zijn daarom noodzakelijk. Daarnaast moeten de werkzaamheden tijdens de verhuizing kortstondig worden onderbroken, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de tijdige betaling van facturen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen moet de verhuizing niet rondom de jaarwisseling worden gepland, aangezien dat de drukste periode is voor het FSC, en moet de onderbreking van de werkzaamheden beperkt blijven tot enkele dagen. Het grootste nadeel van een verhuizing naar Utrecht blijven de gevolgen voor het personeel. Ook heeft de verhuizing naar Utrecht een beperkt nadelig effect op de werkgelegenheid in Limburg. Ik ga later in deze brief nog nader op deze laatste twee aspecten in.

Kwantitatieve afweging

 

Kosterbeemden Kerkrade

Kromhoutkazerne Utrecht

Eenmalige investerings-kosten

Kosten aanpassingen infra

€ 50.000

Inhuur extra personeel door tijdelijke capaciteitsdip:

€ 50.000

Kosten aanpassingen IT

€ 60.000

Verhuizing materiaal en vergoedingen medewerkers:

€ 130.000

Verhuizing materiaal en aanschaf meubilair:

€ 75.000

Onvoorzien:

€ 30.000

Totaal:

185.000

Totaal:

€ 210.000

Jaarlijkse exploitatie-kosten

Facilitaire kosten (huurpenningen, nuts, schoonmaak, kantoorbeno-digdheden en meubilair)

€ 25.000

Defensie betaalt een vaste beschikbaarheidsvergoeding, ongeacht het aantal medewerkers, aan de exploitant van de Kromhoutkazerne. Er wordt rekening gehouden met een bedrag voor onvoorziene kosten:

IT-ondersteuning

€ 25.000

Overig (personeel, kosten legering, voeding, woon-werkverkeer)

€ 250.000

Totaal

€ 300.000

Totaal

€ 20.000

Vergeleken met de optie Kosterbeemden zijn de kosten van verhuizen naar Utrecht eenmalig € 25.000 hoger. Verhuizen van Eygelshoven naar Utrecht leidt echter tot een structurele besparing van € 280.000 per jaar.

Gevolgen voor de medewerkers

Het FSC heeft op dit moment een formatie van 44 arbeidsplaatsen. Dit betreft veertien arbeidsplaatsen voor militairen en 30 voor burgermedewerkers. De militairen kunnen rechtspositioneel worden overgeplaatst naar een andere locatie. Op de burgerarbeidsplaatsen zijn 24 vaste burgermedewerkers geplaatst, aangevuld met inhuurkrachten. De commandant van het FABK heeft samen met vertegenwoordigers van de Hoofdirectie Personeel met iedere vaste burgermedewerker van het FSC een verkennend gesprek gevoerd over de gevolgen van een verhuizing naar Utrecht. Deze gesprekken zijn gevoerd met het oogmerk te komen tot individuele maatwerkafspraken indien het besluit tot verhuizing wordt genomen. Uit alle gesprekken kwam nadrukkelijk naar voren dat het personeel wil dat er zo snel mogelijk een einde komt aan de onzekerheid waarin het nu al meer dan een jaar verkeert. Zoals gezegd, realiseer ik me dat Defensie door een verhuizing van het FSC naar Utrecht, een afspraak uit het verleden niet nakomt. Met deze afspraak zijn uiteraard ook verwachtingen gewekt bij het personeel. Defensie zal zich daarom extra inspannen om voor medewerkers aan een goede oplossing te werken.

In de gesprekken hebben zestien medewerkers gezegd de werkzaamheden voort te willen zetten in Utrecht. Zij hebben daarbij laten weten behoefte te hebben aan het ten volle benutten van de mogelijkheden van het nieuwe werken (plaats- en tijdonafhankelijk werken), huisvesting in Utrecht of directe omgeving van Utrecht, een tegemoetkoming in de verhuiskosten en een verruiming van de tegemoetkoming voor woon- en werkverkeer. Acht medewerkers hebben gezegd het werk niet in Utrecht te willen dan wel te kunnen voortzetten. Het merendeel van deze medewerkers heeft laten weten behoefte te hebben aan een bemiddelingstraject van werk naar werk (binnen of buiten Defensie) en de mogelijkheid tot het volgen van aanvullende cursussen of opleidingen. Defensie zal hen hier via Employer support Defensie bij helpen. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van de lokale netwerken van Defensie in de regio. Vooruitlopend hierop worden geschikte interne vacatures in de directe omgeving nu al bij medewerkers van het FSC onder de aandacht gebracht. Dit laat onverlet dat een enkele medewerker gezien de leeftijd en (sociale) achtergrond een specifieke maatwerkoplossing zal worden aangeboden. Zodra een besluit over de verhuizing is genomen, kunnen de individuele behoeften van de medewerkers in maatwerkafspraken worden vastgelegd.

Nieuwe vormen van samenwerking

Na het sluiten van de POMS-site in 2006 is besloten het verlies aan werkgelegenheid in de regio te compenseren door de (voorloper) van het FSC in Eygelshoven te plaatsen. Uiteraard realiseer ik me dat ik met het voorgenomen besluit deze toezegging niet gestand doe. Wel wil ik gevolg geven aan de motie-De Vries c.s. (Kamerstuk 31 490 nr. 111) die de regering oproept om bij de vernieuwing van de rijksdienst te voorkomen dat onder andere de provincie Limburg onevenredig wordt getroffen. Defensie werkt daarom, zoals verzocht door uw Kamer, aan nieuwe vormen van samenwerking met de regio en nieuwe werkgelegenheid.

Brightlands Smart Services Campus

Naar aanleiding van het werkbezoek van de toenmalige Minister van Defensie op 7 november 2016 aan de Brightlands Smart Services Campus en op verzoek van uw Kamer hebben Defensie en de campus de mogelijkheden verkend om de samenwerking verder uit te werken. Uit deze gesprekken volgde dat samenwerking op het gebied van «digitaal produceren» op korte termijn voor beide partijen kansen kan bieden. Brightlands loopt internationaal voorop in 3D-printing en de ontwikkeling van materialen voor toepassingen bij digitaal produceren. Vooral voor onderzoek naar en de verdere ontwikkeling van materialen is Brightlands Material Centre (BMC) een goede kennispartner voor Defensie. Concreet heeft dit er al toe geleid dat BMC Defensie ondersteunt bij vraagstukken over de invoering van digitaal produceren in de bedrijfsvoering. BMC gaat voor Defensie onderzoek doen naar de impact van omgevingsinvloeden (temperatuur, UV, stof, zout en water) op 3D-geprinte artikelen.

Daarnaast zijn er verschillende start-ups ondergebracht bij Brightlands die voor Defensie van waarde kunnen zijn. De start-up officers van Defensie leggen de benodigde contacten waarna verdere samenwerking kan ontstaan. Ook op verschillende andere terreinen worden samenwerkingsmogelijkheden onderzocht. Daarbij wil ik wel beklemtonen dat het hier om complexe technologische en wetenschappelijke onderwerpen gaat, waardoor de verdere uitwerking de nodige tijd zal vergen.

DBBO Brunssum

Als gevolg van nieuwe eisen ten aanzien van de bewaking van het Navo-hoofdkwartier in Brunssum, wordt de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) per 1 februari 2018, vooralsnog tijdelijk, met twintig vte'n uitgebreid. Verwacht wordt dat deze extra functies in de loop van 2018 een permanent karakter zullen krijgen.

APS Eygelshoven

Defensie ondersteunt de Amerikanen op de APS Eygelshoven met personeel voor het onderhoud van het materieel. De onderhoudsorganisatie bestaat uit een kernteam dat meegroeit met de instroom van materieel en uiteindelijk zal bestaan uit 76 vte'n van Defensie. Inmiddels zijn zo’n vijftig personen werkzaam in de onderhoudsorganisatie en dit aantal zal in de loop van 2018 verder stijgen. Defensie ondersteunt de Amerikanen ook met de bewaking en beveiliging van het terrein. Voor deze taak zijn 29 personen in dienst gekomen bij de DBBO.

Tot slot

Er is veelvuldig met uw Kamer over de verhuizing van het FSC gesproken, waarbij uw leden hun zorgen over het proces hebben geuit. Ik hoop dat ik met bovenstaande toelichting en de bijgevoegde business case heb aangetoond dat het proces zorgvuldig is verlopen en dat de medewerkers niet aan hun lot worden overgelaten. Zij hebben te lang in onzekerheid verkeerd en moeten nu dan ook zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen. Daarom heb ik het voorlopige besluit genomen het FSC begin 2018 naar Utrecht te verhuizen. Ook de regio wil ik perspectief bieden door actief op zoek te gaan naar nieuwe vormen van samenwerking.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven