33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2016

Met deze brief reageer ik op de motie van de leden Knops (CDA) en Günal-Gezer (PvdA) (Kamerstuk 33 763 nr. 118 van 16 november 2016). De motie verzoekt tot heroverweging van het besluit om het Financieel Service Centrum (FSC) van Eygelshoven naar Utrecht te verhuizen.

In eerdere brieven1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de argumenten en overwegingen die ten grondslag liggen aan dit besluit. We hebben hier uitgebreid over gesproken tijdens verschillende debatten in uw Kamer. In deze debatten heb ik de zorgvuldigheid waarmee het besluit is genomen toegelicht en de wenselijkheid van de verhuizing uitgesproken.

De voordelen van het op één locatie concentreren van het volledige betaalproces zijn evident. Zo wordt contact binnen het FABK én met klanten gemakkelijker. Daarnaast kunnen medewerkers flexibeler worden ingezet waardoor pieken in de werkbelasting kunnen worden opgevangen. Het kwalitatief vullen van vooral de militaire functies zal voorts eenvoudiger zijn en door samenvoeging kunnen de ondersteunende diensten efficiënter worden georganiseerd. Hiermee is Defensie in staat het financieel beheer verder te versterken.

Uiteraard realiseer ik me dat dit besluit gevolgen heeft voor de medewerkers van het FSC, 34 burgermedewerkers en 16 militairen. Op 7 november jl. heb ik met een afvaardiging van het personeel gesproken in Kerkrade. Ik heb onze medewerkers verzekerd dat zij niet aan hun lot worden overgelaten. Met de medezeggenschap FABK en de Centrales van Overheidspersoneel wordt dan ook gewerkt aan een pakket maatregelen en oplossingen.

De motie verzoekt de regering tevens in overleg te treden met de regio over mogelijke alternatieve locaties voor het FSC in Zuid-Limburg. Ik spreek regelmatig met bestuurders uit de regio en zal dat ook blijven doen. Deze gesprekken zijn constructief. Zo is er aandacht voor de terugkeer van de Amerikaanse krijgsmacht naar Eygelshoven die de regio ruim 100 nieuwe (directe) banen oplevert. Daarnaast heb ik toegezegd verder te kijken naar nieuwe vormen van blijvende samenwerking. Omdat de verhuizing is bedoeld om het FSC samen te voegen met de vier afdelingen in Utrecht en zo het financieel beheer van Defensie verder te versterken, heeft een gesprek over alternatieve locaties in Zuid-Limburg echter geen meerwaarde.

Zowel de medewerkers van het FSC als de regio hebben nu behoefte aan toekomstperspectief. Dat perspectief wordt niet geboden door het FSC open te houden, maar wel door het personeel duidelijkheid en maatwerk te bieden én met de regio nieuwe samenwerkingsvormen onder de loep te nemen. Het besluit tot verhuizing van het FSC wordt dan ook gehandhaafd.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Kamerstukken 32 733, nr. 152 (23 juni 2016), 33 763, nr. 114 (21 oktober 2016), 33 763, nr. 119 (15 november 2016).

Naar boven