33 750 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2014

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2014

Hierbij bied ik u de eindrapportage alternatieve bezuinigingsmaatregelen in-vitrofertilisatie (IVF) van Zorginstituut Nederland aan1.

In juni 20122 heb ik de Tweede Kamer gemeld dat ik ervoor heb gekozen om niet de collectieve vergoeding van IVF-behandelingen te beperken tot de eerste behandeling (zoals oorspronkelijk in het regeerakkoord Rutte-Verhagen was afgesproken), maar te kiezen voor alternatieve maatregelen om de beoogde besparing van € 30 miljoen te halen. Ook het Zorginstituut Nederland oordeelde in 2012 dat, in vergelijking met de oorspronkelijke maatregel, de alternatieve voorstellen uit het oogpunt van kwaliteit en doelmatigheid de voorkeur verdienen. Immers, de bezuiniging wordt zo niet uitsluitend bereikt door beperking van verzekeringsrechten, maar vooral door doelmatigheidswinst. Sinds 2013 geven de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Freya, een patiëntenvereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblematiek, uitvoering aan de alternatieve maatregelen. Zorginstituut Nederland heeft de uitvoering van de alternatieve maatregelen gemonitord en een eindrapportage uitgebracht over 2013.

Zorginstituut Nederland concludeert op basis van de beschikbare gegevens dat er in 2013 een vermindering van uitgaven is gerealiseerd ter grootte van € 18,5 miljoen euro. Daarmee is de beoogde besparing niet aantoonbaar in zijn geheel gerealiseerd. Zorginstituut Nederland meldt echter ook dat incompleetheid van de aangeleverde data hier mogelijk een rol speelt. Zorginstituut Nederland meldt in de eindrapportage verder dat in samenwerking met partijen de ontbrekende data verzameld zullen worden om op termijn een meer compleet en gevalideerd beeld te kunnen geven over 2013.

Omdat 2013 een implementatiejaar betrof en er sprake is van incomplete data, zal ik op basis van deze eindrapportage niet nu besluiten terug te gaan naar de oorspronkelijke maatregel of de vergoeding van IVF anderszins wijzigen. Ik zal de partijen echter wel aansporen om de beoogde besparingen te behalen en inzichtelijk te maken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 000 XVI, nr. 188

Naar boven