Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2013
De vaste commissie voor Defensie heeft mij in een brief van 31 oktober jl. verzocht
te reageren op de AFMP-enquête over het vertrouwen onder defensiepersoneel die op
30 oktober jl. is gepresenteerd. Bij deze voldoe ik aan dit verzoek.
De uitkomsten van het onderzoek van de AMFP komen voor mij niet als een verrassing.
Ik ben op de hoogte van de gevoelens van het defensiepersoneel, onder meer door werkbezoeken,
uitingen in de media en rapportages van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Voorts
laat periodiek eigen onderzoek al enige tijd zien dat het personeel weinig vertrouwen
heeft in de toekomst en geen begrip heeft voor bezuinigingen. Het is een begrijpelijke
reactie van loyale medewerkers die al 22 jaar te maken hebben met ingrijpende reorganisaties.
Nederland heeft te maken met een ernstige financiële crisis, die gevolgen heeft voor
iedereen en dus ook voor Defensie en haar medewerkers. De nota In het belang van Nederland van 17 september jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 1) bevat om die reden een aantal pijnlijke maatregelen. De keuzes uit de nota bieden
echter ook de mogelijkheid een defensieorganisatie te bouwen die zowel in operationeel
als in financieel opzicht duurzaam is. Dit langetermijnperspectief moet rust en duidelijkheid
scheppen en is hopelijk de basis voor herstel van vertrouwen.
Het verheugt mij dat ik, als gevolg van de recente begrotingsafspraken, een deel van
de maatregelen uit de nota heb kunnen verzachten of terugdraaien. In de aanvulling
op de nota van 25 oktober jl. (nog geen Kamernummer) heb ik mijn keuzes toegelicht
om de operationele capaciteiten en de werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden.
Die keuzes komen tegemoet aan een van de aanbevelingen van de AFMP.
Ik werk er hard aan om zowel het vertrouwen binnen Defensie als het maatschappelijk
draagvlak voor Defensie te vergroten. Daar wil ik de AFMP en de overige centrales
van overheidspersoneel graag bij betrekken. In een eerste gesprek met de voorzitter
van de AFMP heb ik dat onderstreept.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert