33 750 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2014

Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2014

Bij brief van 19 februari 2014 heeft u mij verzocht te reageren op het EU anti-corruptierapport dat is gepubliceerd op 3 februari 2014.

Het rapport is één van vier internationale rapporten binnen het thema corruptie en integriteit die in het afgelopen jaar is gepubliceerd. Eerder is Nederland ook geëvalueerd door de Raad van Europa (GRECO) (Kamerstuk 33 400 VII, nr. 78), welke zich richtte op het thema corruptiepreventie bij het Parlement, de Rechterlijke Macht en het Openbaar Ministerie; en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (Kamerstuk 29 911 nr. 78), welke zich richtte op de aanpak van buitenlandse omkoping.

Voor dit jaar wordt nog een laatste evaluatierapport verwacht over Nederland van de Verenigde Naties. Deze evaluatie richt zich op de strafbaarstelling en aanpak van corruptie en internationale samenwerking. Het rapport wordt rond de zomer van 2014 verwacht.

Het kabinet is voornemens om uw Kamer medio 2014 een integrale reactie te sturen op deze vier rapporten, zoals ook reeds is toegezegd aan uw Kamer door onder andere mijn collega, de Minister van Veiligheid en Justitie.1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 33 400 VII, nr. 78

Naar boven