33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

K MOTIE VAN HET LID RUERS C.S.

Voorgesteld 11 maart 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

gelet op de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 juli 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer met betrekking tot de stelselvernieuwing rechtsbijstand (TK 31 753, 64)

gelet op de motie Kox c.s. van 29 oktober 2013 (EK 33 750, G),

gelet op de brief van de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 december 2013 naar aanleiding van de motie Kox c.s. (EK 33 750, P),

gelet op de uitkomst van de expertmeeting «Staat van de Rechtsstaat» d.d. 4 februari 2014,

gelet op de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 februari 2014 over de stelselvernieuwing gesubsidieerde rechtsbijstand (EK 33 750 VI, F),

constaterende, dat de toegang tot de rechter en de gefinancierde rechtshulp door de voorstellen van de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op ingrijpende wijze worden aangetast,

overwegende, dat de voorgenomen bezuiniging op de rechtshulp op gespannen voet staat met de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,

overwegende, dat de toegang tot de rechter en de rechtshulp een grondrecht is en een fundamenteel onderdeel van de democratische rechtsstaat, dat niet aangetast dient te worden met een beroep op het sluitend maken van de rijksbegroting,

verzoekt de regering haar bezuinigingsplan in het kader van de toegang tot het recht en de gefinancierde rechtsbijstand in heroverweging te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ruers

Koffeman

De Lange

Quik-Schuijt

Strik

Engels

Reynaers

Naar boven