33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2013

Bij brief van 7 november van de Vaste Commissie van Veiligheid en Justitie is mij verzocht Uw Kamer nader te informeren over «de (on)mogelijkheden van een onderzoek in de politieregisters, met het oog op de vaststelling van de wijze waarop door de politie werd gereageerd op meldingen en aangiften van seksueel misbruik in het algemeen en ten aanzien van de Rooms-Katholieke Kerk in het bijzonder».

In het eindrapport van Commissie «Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie bij seksueel misbruik Rooms-Katholieke Kerk» (Kamerstuk 33 400 VI, nr. 95) is aangegeven dat een onderzoek in de politiearchieven – dat overigens niet tot haar opdracht behoorde – niet mogelijk is, omdat deze archieven niet voldoende toegankelijk zijn (par. 5.2.3.). Tijdens het rondetafelgesprek op 6 november jl. met de Commissie van Veiligheid en Justitie heeft de heer van Boven desgevraagd aangegeven dat er wel politiearchieven zijn die onderzocht kunnen worden, maar dat dit onbegonnen werk is, omdat het om zeer grote hoeveelheden ongeordende stukken (dagrapporten) gaat.

Met het oog op de beantwoording van de vraag van Uw Kamer heb ik nadere informatie ingewonnen bij de onderzoekers. Op basis daarvan kan ik hierover het volgende melden.

In de zogeheten dagrapporten (tegenwoordig mutaties genoemd) zijn onder andere vermeld, incidenten uit de wijk en wat er aan de balie of per telefoon aan klachten, meldingen en aangiften bij de politie is binnengekomen. De politieambtenaar maakte bij het opmaken van de dagrapporten een voorselectie. Wat niet relevant werd geacht haalde het dagrapport niet. Hoewel deze dagrapporten volgens de geldende regels vernietigd hadden mogen worden, zijn deze over de jaren 1945–1980 vaak bewaard gebleven. Deze zijn niet centraal, maar op diverse locaties, zoals in de diverse gemeentelijk archieven en deels nog bij de politie gearchiveerd. Het gaat daarbij in totaal om kilometers papier. Alleen al in een stad als Arnhem betreft het minimaal 2,5 meter per jaar, dus over een periode van 30 jaar meer dan 75 meter. Bij de toenmalige rijkspolitie zijn bij veel districten de dagrapporten wel vernietigd.

Veelal zijn de dagrapporten moeilijk toegankelijk. Voor het onderzoek in archieven van het Openbaar Ministerie kon gebruik worden gemaakt van concrete ingangen en registers. Dit ontbreekt bij de politiedagrapporten. De onderzoekers achten een onderzoek niet geheel onmogelijk, maar blijven bij de conclusie dat de archieven feitelijk onvoldoende toegankelijk zijn

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven