33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014

Nr. 78 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 21 juli 2014

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 23 mei 2014 t.g.v. informatie over samenwerking met landen die het Non-Proliferatie verdrag niet hebben ondertekend (Kamerstuk 33 750 V, nr. 72).

De minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben deze vragen beantwoord bij brief van 18 juli 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Bent u bereid om de Kamer vertrouwelijke inzage te geven in het document waarin samenwerking met landen die het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) niet hebben ondertekend, wordt beschreven?

Ja, het betreffende options paper wordt gelijktijdig met deze antwoorden vertrouwelijk aan u toegezonden1.

Vraag 2

Zijn er reacties van andere leden van de Nuclear Suppliers Group (NSG) bekend op de suggesties in het document? Indien ja, bent u bereid om hiervan een overzicht aan de Kamer te sturen?

Ja, de reacties van andere leden van de Nuclear Suppliers Group (NSG) zijn verwerkt in een follow-up paper. Dit wordt u gezamenlijk met het options paper vertrouwelijk toegezonden2.

Vraag 3

Om welke richtlijnen van de NSG gaat het precies bij «adherence»? Wat is de relatie tussen deze richtlijnen en de «voordelen» die in de brief omschreven staan?

De Nuclear Suppliers Group kent twee paar richtlijnen en controlelijsten. Beide worden gepubliceerd door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) als Information Circular 254 (INFCIRC/254)3. Deel 1 van de richtlijnen bevat de zogenaamde Trigger List, de lijst met nucleaire goederen die bij export ook toezicht van het IAEA tot gevolg heeft. Deel 2 van de richtlijnen bevat de Dual Use List.

Indien een land verklaart de richtlijnen na te leven en dus adherent te zijn, heeft dit betrekking op beide delen van de richtlijnen.

In het document dat Nederland samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië opstelde is een aantal mogelijke voordelen beschreven voor adherente landen om te stimuleren dat landen die niet bij de NSG zijn aangesloten, wel de richtlijnen van de NSG volgen.

Vraag 4

Om welke nucleaire goederen gaat het precies bij het vierde voordeel over het leveren van nucleaire goederen? Kunt u een lijst daarvan geven?

Het vierde voordeel dat in het options paper wordt beschreven betreft de mogelijkheid om onder soepeler voorwaarden nucleaire goederen te leveren aan adherente landen, als die goederen bestemd zijn voor beveiliging (security) en veiligheid (safety) van nucleaire installaties. Nadere detaillering van deze goederen heeft nog niet plaatsgevonden, omdat eerst de principiële discussie over dit options paper moet worden gevoerd. Het zal in principe gaan om goederen van de Trigger List, aangezien deze lijst (onderdelen voor) kerncentrales bevat.

De voorzitter van de NSG zal in de dialoog met niet-aangesloten landen navragen aan welke goederen voor de beveiliging (security) en veiligheid (safety) van nucleaire installaties behoefte bestaat.

Vraag 5

Geeft het vierde voordeel over het leveren van nucleaire goederen de mogelijkheid om het NPV te omzeilen, door de export van «dual use» nucleaire goederen mogelijk te maken? Wordt daarmee in feite het NPV ondermijnd?

Als de goederen van de Trigger List worden geleverd aan installaties in niet-NPV-landen die onder IAEA-waarborgen staan, is die levering niet in strijd met artikel III.2 van het NPV.

Vraag 6

Wat is de precieze stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het nucleaire verdrag tussen India en de VS, waarin het vierde voordeel over het leveren van nucleaire goederen werd vastgelegd?

De uitvoering van het nucleaire akkoord tussen de VS en India is nog niet op gang gekomen omdat beide partijen het over een paar zaken nog niet eens zijn, waaronder aansprakelijkheidsbepalingen

Vraag 7

Wordt in de besprekingen ook eventuele nucleaire samenwerking tussen NSG-landen en Israël behandeld?

Ja. De besprekingen gaan over de relatie tussen de NSG en niet NSG-leden die wel adherent zijn. Op dit moment is Israël het enige land – naast de 48 landen die bij de NSG zijn aangesloten – dat officieel heeft aangegeven de richtlijnen van de NSG te volgen. Het is echter niet uit te sluiten dat in de toekomst ook andere landen formeel aan zullen geven adherent te zijn.

Vraag 8

Als er overeenstemming is over de samenwerking met niet-NPV ondertekenaars, heeft dit dan juridische consequenties voor het wapenexportbeleid van de NSG-landen?

Hoewel de afspraken in de NSG niet juridisch bindend zijn, zijn zij via artikel 12 van de Europese dual-useverordening wel in de Europese wet verankerd. Wijzigingen of uitzondering op die richtlijnen betekent niet dat de verordening gewijzigd moet worden.

Vraag 9

Kunnen de voorstellen die in het document worden gedaan het werk van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) en de afzonderlijke verdragen die het agentschap met landen afsluit, ondermijnen? Is de IAEA geraadpleegd over dit document? Indien ja, wat was de reactie? Indien neen, waarom niet?

Het IAEA is alleen geïnteresseerd in de vraag of de nucleaire installatie in kwestie onder waarborgen (safeguards) staat, en die voorwaarde blijft bestaan. Het options paper is slechts oriënterend in NSG-kader besproken. Nederland zal stimuleren dat er in een later stadium met IAEA gesproken wordt.

Vraag 10

Kunt u bevestigen dat het NPV uitdrukkelijk het drijven van nucleaire handel verbiedt met landen die het verdrag niet hebben ondertekend? Hoe wordt hier «nucleaire handel» precies gedefinieerd en hoe houdt het document van de NSG hier rekening mee?

Artikel III.2 van het NPV schrijft voor dat landen die zijn aangesloten bij het verdrag geen nucleaire bronmaterialen, speciale splijtstoffen of speciaal voor het behandelen, het gebruik of de productie daarvan ontworpen of aangepaste goederen zullen leveren aan niet-kernwapenstaten, tenzij de goederen onder waarborgen van het IAEA worden gebracht. De goederen uit artikel III.2 van het NPV zijn opgenomen in de NSG Trigger List. NSG landen exporteren goederen van de Trigger List alleen naar landen waar alle nucleaire installaties onder IAEA-waarborgen staan. In 2008 is alleen voor India een uitzondering op deze richtlijn gemaakt. Indien de NSG ertoe zou besluiten op alle genoemde punten tegemoet te komen aan adherente landen, zouden mogelijkerwijs in de toekomst goederen geleverd kunnen worden die relevant zijn voor veiligheid en beveiliging van nucleaire installaties in landen waar niet alle installaties onder IAEA-waarborgen staan, mits de installaties waaraan geleverd wordt zelf wel onder waarborgen staan.


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven