33 750 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2014

Nr. 5 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 november 2013

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 18 oktober 2013 voorgelegd. Bij brief van 8 november 2013 zijn ze door de minister van Infrastructuur en Milieu beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Paulus Jansen

De griffier van de commissie, Tijdink

Vraag 1

Waarom zijn de gevolgen van het Energieakkoord nog niet opgenomen in het Deltafonds?

Antwoord 1

Ik verwijs hierbij naar antwoord 4 van de vragen betreffende de begrotingsstaat IenM 2014.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel geld nu beschikbaar is voor zoetwater in het Deltafonds?

Antwoord 2

In de ontwerpbegroting 2014 is voor zoetwater in het Deltafonds op de artikelonderdelen overige investeringen zoetwatervoorziening (artikel 02.02) en studiekosten zoetwatervoorziening (artikel 02.03) in de periode 2014–2028 totaal € 114,3 mln. beschikbaar.

Vraag 3

Kunt u aangegeven hoe het artikel waterkwaliteit geïntegreerd gaat worden in het Deltafonds?

Antwoord 3

Voor waterkwaliteit zal ik in het Deltafonds een separaat artikel creëren. Op deze wijze is er binnen het Deltafonds maximale transparantie tussen de budgetten voor waterveiligheid, zoetwater en waterkwaliteit.

Vraag 4

Hoe komt het amendement-Jacobi op de wijziging van de Waterwet (Kamerstuk 33 503, nr. 8) tot uitdrukking in de begroting?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Wordt het amendement-Jacobi volledig budgetneutraal voor zowel waterveiligheid als waterkwaliteit uitgevoerd? Zo ja, welke garantie is er dat dit in de toekomst ook gebeurd? Zo nee, waar wordt geld afgehaald of bijgezet?

Antwoord 5

Tijdens de plenaire behandeling van de wijziging Waterwet van 2 oktober 2013 heb ik aangegeven dat er niet meer waterkwaliteitsmaatregelen uit het Deltafonds worden betaald dan dat er additionele financiering beschikbaar is. Dus dat betekent dat ik het amendement-Jacobi budgetneutraal voor waterveiligheid en zoetwater uitvoer.

Voor waterkwaliteit zijn vanaf 2016 onvoldoende middelen beschikbaar als gevolg van eerdere bezuinigingen in het Regeerakkoord Rutte 1. In de ontwerpbegroting HXII 2014 heb ik al € 100 mln. budget toegevoegd aan waterkwaliteit vanuit het Infrafonds voor de periode 2016–2018. Op dit moment zoek ik IenM-breed naar dekking van de waterkwaliteitsopgave tot en met 2027 en indien ik daar in slaag, zal ik het resterende budget in de ontwerpbegroting 2015 opnemen.

Vraag 6

Worden bij toekomstige begrotingen de waterveiligheids- en waterkwaliteitsartikelen nog steeds wel duidelijk onderscheiden zodat het te zien is wanneer budget van de ene taakstelling naar de andere wordt overgeheveld?

Antwoord 6

Ja. Zie ook antwoord op vraag 3.

Vraag 7

Verschilt het amendement-Jacobi van de manier waarop de minister zelf van plan was om waterkwaliteit over te hevelen naar het Deltafonds? Zo ja, hoe? En worden er nog aanvullende maatregelen genomen?

Antwoord 7

Het antwoord op deze vraag is nee.

Vraag 8

Gaat de overgang van het onderdeel waterkwaliteit van de departementale begroting naar het Deltafonds gepaard met beleidswijzigingen (anders dan de overgang)? Zo ja, welke? Kunt u een onderbouwing geven van de keuze voor deze wijzigingen? Op welke wijze wordt de Kamer daarin betrokken?

Antwoord 8

Op dit moment zijn geen beleidswijzigingen voorzien met de overgang. Dit laat onverlet dat die er wel kunnen zijn (zie antwoord op vraag 23, Kamerstuk 33 750 XII, nr. 54). Uw Kamer wordt hierin op de gebruikelijke manier betrokken.

Vraag 9

Wordt bij het beperken van de gevolgen van een overstroming, door te zorgen dat met name de rampenbeheersing op orde is, ook actief nagedacht over hoe slachtoffers voorkomen kunnen worden zonder dat daarvoor dijken moeten worden opgehoogd of andere ruimtelijke maatregelen genomen dienen te worden?

Antwoord 9

Ja, in het kader van het Deltaprogramma wordt gekeken naar slimme combinaties van preventie, ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing.

Vraag 10

Kunt u een nadere toelichting geven op de kasschuif voor de financieringsbehoefte van de Kaderrichtlijn Water?

Antwoord 10

Zie ook vraag 34 HXII. De € 100 mln. die is toegevoegd aan de KRW is afkomstig uit het Infrastructuurfonds artikel 18.11. Op het IF waren deze middelen beschikbaar in de jaren 2017–2021, terwijl deze voor de KRW nodig waren in de jaren 2016–2018. Met een (voor het Deltafonds budgetneutrale) kasschuif op het Deltafonds was het mogelijk om deze middelen toch in de juiste jaren beschikbaar te krijgen voor de KRW. Dit is in de OB2014 van het Deltafonds terug te vinden bij de Begroting op hoofdlijnen (post 1, blz. 7) en in de verdiepingsbijlage, waarin de afzonderlijke mutaties t/m 2028 op artikelonderdeel inzichtelijk zijn gemaakt. Het gaat hier om mutatie 10 toegelicht op p. 51.

Vraag 11

Kunt u aangeven of de economische risico's en schade van waterschaarste op nationaal niveau goed in kaart zijn gebracht? Zo ja, hoe ziet dat eruit? Zo nee, waarom niet en wanneer wordt dat wel gedaan?

Antwoord 11

Zie het antwoord op vraag 31 van het onderdeel vragen betreffende het Deltaprogramma.

Vraag 12

Waarom is het project «Marker Wadden» niet begroot onder artikel 4, gezien het feit dat het project tot doel heeft het voldoen aan Natura2000-eisen?

Antwoord 12

De IenM-gelden voor de Marker Wadden zijn afkomstig uit meevallers bij twee aflopende artikel-2-projecten. Bij Najaarsnota zal de bijdrage voor de Marker Wadden van EZ naar artikel 4 (experimenteerartikel) worden overgeheveld. Omdat er een sterke voorkeur bestaat – uit oogpunt van transparantie – om een (integraal) project op één artikel integraal te verantwoorden, zal de IenM-bijdrage ook overgeboekt worden naar artikel 4.

Vraag 13

Kunt u uitleggen waarom het budget in 2014 voor het garanderen van de waterveiligheid met betrekking tot de kustlijn met circa 22 mln. euro is gestegen ten opzichte van 2013?

Antwoord 13

Jaarlijks wordt gemiddeld 12 mln. m3 zand gestort om de basiskustlijn te handhaven. Daar is € 66 mln. per jaar voor nodig. Bij Voorjaarsnota 2013 is in het kader van het op orde krijgen van het budget voor het totale Beheer en Onderhoud van Rijkswaterstaat (zie ook bijlage 4.2 Infrastructuurfonds 2012), middels een kasschuif vanuit latere jaren, de begroting voor kustlijnzorg van € 44 mln. op het benodigde niveau gebracht.

Vraag 14

Kunt u aangeven of, en zo ja hoe, u zich inzet om in de toekomst het budget van het experimenteerartikel niet op nul euro te laten blijven staan?

Antwoord 14

Het gebruik maken van het experimenteerartikel is geen doel in zichzelf. Het is geïntroduceerd om zaken wat gemakkelijker te maken door projecten met meerdere doelstellingen te combineren. Echter dit gaat niet zomaar, omdat de voeding afkomstig moet zijn van andere hoofdstukken van de Rijksbegroting en/of van (begrotingen van) andere overheden. Zoals bij vraag 12 is aangegeven, zal bij Najaarsnota de bijdragen voor de Marker Wadden van EZ en van IenM naar het experimenteerartikel van het Deltafonds (artikel 4) worden overgeheveld, waardoor het experimenteerartikel niet meer op nul zal staan.

Vraag 15

Kunnen innovatieve voorstellen, zoals het neerleggen van drijvende golfdempers als alternatief voor zandsuppletie, een beroep doen op de experimenteerbepaling in de Waterwet?

Antwoord 15

Voorwaarde voor verantwoording op het Deltafonds op artikel 4 (experimenteerartikel) is dat er sprake is van een andere ambitie, samenhangend met de ambities van het Deltaprogramma en dat hiervoor additionele financiering beschikbaar is in de vorm van het toevoegen van extra middelen op het Deltafonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of van derden voor doelstellingen die buiten de scope van het Deltafonds vallen. Indien hieraan voldaan wordt en er tevens besloten wordt om middelen beschikbaar te stellen vanuit het Deltafonds, valt dit binnen de experimenteerbepaling in de Waterwet.

Vraag 16

Kunt u aangeven in hoeverre kortingen op de investeringsruimte, door zowel het vorige als het huidige kabinet, tot tijd- en of kwaliteitsverlies leiden bij de uitvoering van lopende en toekomstige projecten voor de periode 2014–2028?

Antwoord 16

Besloten is de taakstellingen op het Deltafonds ten laste te brengen van de investeringsruimte, en niet in mindering te brengen op de budgetten van lopende en toekomstige projecten. Er is dus geen sprake van kwaliteitsverlies op deze projecten. De geactualiseerde planning van de projecten Afsluitdijk en Markermeerdijken maakten het ook mogelijk om 3de taakstellingen uit het Lenteakkoord bijna helemaal kasmatig in te passen. Alleen de gereserveerde middelen voor ophoging van het zandsuppletievolume moesten om die reden verschoven worden van 2021 naar 2023 (Kamerstuk 33 400 A, nr. 48).

Vraag 17

Kunt u aangeven hoe u lopende en toekomstige projecten in de periode 2014–2028 gaat monitoren op mogelijk tijd- en kwaliteitsverlies bij de uitvoering?

Antwoord 17

Bij de Grote Projecten wordt o.a. gerapporteerd door middel van de halfjaarlijkse Voortgangsrapportages die aan de TK worden gezonden. Voor de overige projecten wordt de TK geïnformeerd via de reguliere begrotingsmomenten.

Vraag 18

Kunt u aangeven hoe en wanneer u de Kamer in de periode 2014–2028 op de hoogte blijft houden van de uitkomsten van tijd- en kwaliteitsmonitoring?

Antwoord 18

Zie antwoord op vraag 17.

Vraag 19

Kunt u aangeven of eventuele toekomstige bezuinigingen wederom ten koste zouden kunnen gaan van de investeringsruimte die beschikbaar is tot en met 2028?

Antwoord 19

Bij toekomstige bezuinigingen wordt een afweging gemaakt of deze ten koste gaat van de investeringsruimte of (deels) ten laste van de lopende programma’s en projecten.

Vraag 20

Wordt de bezuiniging op het Deltafonds die voortkomt uit het niet uitkeren van de prijscompensatie 2013 (deels) ten laste gelegd van de investeringsruimte? Zo ja, kunt u in een meerjarige tabel inzichtelijk maken welke beleidsartikelen met welke bedragen worden gekort op investeringen?

Antwoord 20

Het effect van het niet-uitkeren van de prijsbijstelling tranche 2013 is inderdaad verwerkt en ten laste gebracht van de investeringsruimte van het Deltafonds. In de verdiepingsbijlage van het Deltafonds is opgenomen dat het totale volume-effect hiervan € 121 mln. bedraagt (mutatie 3, pagina 51).

Vraag 21

Voor welke lopende en of toekomstige projecten en programma’s heeft het niet uitkeren van de prijscompensatie 2013 naar de huidige verwachting consequenties?

Antwoord 21

In de ontwerpbegroting van 2014 is het budgettaire probleem dat is ontstaan door het niet uitkeren van de prijsbijstelling gedekt uit de Investeringsruimte van het Deltafonds. Zoals ik heb gemeld in mijn brief over het waterbeleid (33 400 J, nr. 19) heeft dit op het huidige programma dus geen effect. Er resteert wel een kasritme probleem in de begroting, zoals ook zichtbaar is gemaakt in de ontwerpbegroting 2014. Ik ben voornemens dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op te lossen, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma.

Vraag 22

Kunt u in een tabel per project en programma de meerjarige financiële consequenties van het niet uitkeren van de prijscompensatie 2013 weergeven?

Antwoord 22

Zoals ik in mijn antwoorden op de vragen 20 en 21 heb aangegeven heeft het niet-uitkeren van de prijsbijstelling tranche 2013 geen effecten heeft op de projecten en het programma, maar heeft het enkel een volume-effect op de Investeringsruimte.

Naar boven