33 715 Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT)

D VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 18 maart 2014

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Aanpassing Wet normering topinkomens (WNT). Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel om de WNT aan te passen. Zij maken graag gebruik van de mogelijkheid tot het stellen van een enkele vraag.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hebben enige vragen.

2. Gesubsidieerde rechtspersonen

Kan de regering voor de leden van de PvdA-fractie aangeven wat de resultaten zijn van het overleg met IPO en VNG over de mogelijke beleidsvrijheid van decentrale overheden om zelf aanvullende normen te stellen ten aanzien van salarissen van bestuurders van instellingen die van de decentrale overheden subsidie ontvangen? Wanneer is een (wets)voorstel op dit punt te verwachten?

De leden van de fractie van GroenLinks zijn groot voorstander van het normeren van de salarissen in de (semi)publieke sector, en staan daarom bij voorbaat kritisch tegenover een aanpassing die deze normering beperkt. Aan de andere kant moet de overheid volgens deze leden oog hebben voor onnodige bureaucratisering. Om die reden staan de leden van de GroenLinks-fractie niet onwelwillend tegenover een aanpassing waarbij de WNT buiten toepassing blijft voor de kleinere gesubsidieerde instellingen. De vraag is echter of de grens van 500.000 euro aan subsidie laag genoeg is. Een instelling met een budget van zeg 900.000 euro die 500.000 euro subsidie ontvangt, valt onder de WNT (meer dan 50% subsidie), terwijl van 9 ton heel goed een salaris boven de WNT-norm betaald kan worden. Kan de regering aangeven hoe zij tot de grens van 500.000 euro aan subsidie is gekomen?

3. Algemeen Nut Beogende Instellingen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aan de Tweede Kamer toegezegd te zullen overleggen met de Staatssecretaris van Financiën om te komen tot een regeling waarbij instellingen getoetst zullen worden aan een wettelijke norm om in aanmerking te komen voor de status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De leden van de PvdA-fractie vernemen graag wat dit overleg heeft opgeleverd en wanneer een wetsvoorstel op dit punt kan worden verwacht.

Kan de regering bevestigen dat – na aanname van voorliggend wetsvoorstel – het verkrijgen van een ANBI-status op zichzelf geen argument is om de WNT buiten toepassing te verklaren? Is het juist dat, bijvoorbeeld, omroepverenigingen of woningbouwcorporaties, ook al verkrijgen zij een ANBI-status of hebben zij die reeds verkregen, toch om andere redenen (namelijk dat zij voldoen aan de criteria van de commissie-Dijkstal om tot de semipublieke sector gerekend te worden) binnen de reikwijdte van de WNT zullen blijven vallen?

Met betrekking tot de ANBI's hebben de leden van de GroenLinks-fractie destijds tijdens de behandeling van de WNT reeds de vraag opgeworpen of het niet juister zou zijn de normering van de topinkomens van ANBI's die niet tot de semipublieke sector gerekend kunnen worden via de fiscale regels met betrekking tot de ANBI-status te regelen. In het verslag van de behandeling van deze Aanpassingswet in de Tweede Kamer is te lezen dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dit (inmiddels) ook een goed idee vond, maar geen toezegging kon doen daar het het beleidsterrein van financiën betreft. Kan de Minister, al dan niet na overleg met de Staatssecretaris van Financiën, thans toezeggen dat de regering met voorstellen zal komen om in fiscale regelgeving op te nemen dat een voorwaarde voor het verkrijgen en/of behouden van de ANBI-status is dat de instelling geen salarissen uitbetaalt gelegen boven de WNT-norm?

4. Vooruitlopen op wetgeving

Op zichzelf is volgens de leden van de PvdA-fractie het in de praktijk niet handhaven van de WNT ten aanzien van ANBI’s nog vóórdat voorliggend wetsvoorstel door het parlement is aanvaard, vanuit het perspectief van zorgvuldige wetgeving problematisch, ook al heeft de Eerste Kamer aangedrongen – in november 2012 – op het niet van toepassing verklaren van de WNT op de ANBI’s. Erkent de regering dat problematische karakter? Was het met het oog op het opstellen en controleren van de jaarrekeningen over 2013 niet beter geweest wanneer voorliggend voorstel nog ruim vóór het einde van 2013 aan deze Kamer was aangeboden en zo mogelijk uiterlijk per 1 januari 2014 in werking was getreden? Zo ja, waarom is dat niet gelukt? Kan de regering garanderen dat de terugwerkende kracht van voorliggend wetsvoorstel op geen enkele wijze nadelig is voor de instellingen die het betreft?

In een tweetal brieven (33 715, B en C) heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangegeven in de uitvoering al vooruit te lopen op wetgeving die nog door de Eerste Kamer moet worden aangenomen (deze Aanpassingswet), dan wel die nog moet worden ingediend (met betrekking tot de openbaarmaking van beloningen van interimmers). De leden van de fractie van GroenLinks achten de motivering die de Minister geeft voor deze Staatsrechtelijk op zijn minst zeer dubieuze stappen nogal mager. Kan de Minister nogmaals uiteenzetten welke noodsituatie hem noopte tot zijn beslissing vooruit te lopen op wetgeving? Wat zouden de gevolgen zijn geweest of zullen de gevolgen zijn wanneer hij dit niet had gedaan of doet? Wat gebeurt er, zowel juridisch als feitelijk, wanneer de betreffende wetsvoorstellen (of een daarvan) het niet tot wet zullen brengen?

5. Overig

In de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer zijn twee voorstellen van het lid Van Raak positief bejegend door de Minister (het ingetrokken amendement op stuk nr. 10 en de motie-Van Toorenburg/ Van Raak onder nr. 13). De leden van de SP-fractie vernemen graag hoe de regering deze voorstellen zal uitvoeren en of zij al voorbereidingen op dit terrein getroffen heeft.

Daarnaast zijn de leden van de SP-fractie benieuwd hoe volgens de regering de geest van dit wetsvoorstel, dat een versoepeling behelst van de normering van topinkomens, zich verhoudt tot haar overige plannen om de WNT aan te scherpen. In hoeverre ziet de regering een mogelijke tegenstrijdigheid tussen beide voorstellen?

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning wacht met belangstelling de antwoorden van de regering af en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Engels

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA)

Naar boven