33 683 Wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen)

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 december 2015

Met het wetsvoorstel «verbetering wanbetalersmaatregelen» (Kamerstuk 33 683, nr. 2) dat op 1 december 2015 is aangenomen door de Eerste Kamer wordt het mogelijk om de hoogte van de bestuursrechtelijke premie (voor de Zorgverzekeringswet) via een ministeriële regeling vast te leggen. In mijn brief van 17 april 2015 (Kamerstuk 33 683, nr. 54) heb ik uw Kamer toegezegd u jaarlijks te informeren over het percentage dat het jaar erop zal gelden voor de bestuursrechtelijke premie. Via deze brief informeer ik u over de opslag.

Het percentage van de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers dient zich, op basis van artikel 18d eerste lid van het wetsvoorstel, te bevinden binnen de bandbreedte van ten minste 110% en ten hoogste 130% van de gemiddelde (nominale) premie. Ik heb besloten de bestuursrechtelijke premie vast te stellen op 125% van de gemiddelde (nominale) premie. De premieverlaging kan om uitvoeringstechnische redenen op zijn vroegst ingaan per 1 juli 2016.

Dit betekent dat de bestuursrechtelijke premie in de periode 1 januari tot 1 juli 2016 uitkomt op € 159,03 per maand. In de periode van 1 juli tot 1 januari 2017 komt de bestuursrechtelijke premie uit op € 127,91 per maand.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven