33 652 Spoorbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Nr. 31 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2015

Op 11 april 2014 stuurde ik u de Voorkeursbeslissing ERTMS met als bijlage de Basisrapportage, de zogenaamde nulmeting voor de komende voortgangsrapportages voor het programma (Kamerstuk 33 652, nr. 14). Op 30 september 2014 volgde de eerste Voortgangsrapportage van het programma ERTMS (Kamerstuk 33 652, nr. 28). In vervolg hierop stuur ik u hierbij de tweede Voortgangsrapportage ERTMS, waarin verslag wordt gedaan over de voortgang in de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 20141.

De voortgangsrapportage geeft inzicht in de voortgang van het programma en (veranderingen in) risico’s, planning, financiën, etc. Zoals gevraagd door uw Kamer, gaat de voortgangsrapportage daarnaast ook in op de aanbevelingen van de commissie Elias, aan te passen wet- en regelgeving, het aanvragen van EU-subsidies, materieelbekostiging, kostenbeheersing en go/no-go momenten. Beheersing van dit programma is een belangrijk aandachtspunt, waar ook in de toekomst door mij veel aandacht aan zal worden besteed.

Voortgang tot en met 31 december 2014

Deze Voortgangsrapportage laat zien dat in de tweede helft van 2014 de focus vooral lag op het verder inrichten van een goede gezamenlijke programmaorganisatie bestaande uit medewerkers van IenM, NS en ProRail. Bovendien is gewerkt aan de verdere opzet van de Planuitwerkingsfase. Dat betekende onder meer dat er een Samenwerkingsconvenant is opgesteld en ondertekend door de partijen, dat plannen van aanpak zijn gemaakt en vastgesteld, dat deze vervolgens zijn uitgewerkt in detailplannen en -planningen en dat aan de bemensing van de programmaorganisatie is gewerkt.

De programmaorganisatie was eind 2014 voor het overgrote deel bemenst. Bij de invulling van functies wordt gestreefd naar zoveel mogelijk invulling vanuit de drie samenwerkingspartijen. Dit wordt vooral ingegeven doordat het een langjarig programma betreft en de kennis en kunde zoveel mogelijk bij deze partijen aanwezig moet zijn. Mede door deze keuze constateer ik dat de invulling van vacatures meer tijd heeft gekost dan aanvankelijk gedacht, waarbij uiteraard waar nodig met externe expertise maar ook met input vanuit stakeholders en marktpartijen wordt gewerkt. Of dit effect heeft op de planning is op basis van de tweede Voortgangsrapportage nog moeilijk in te schatten. De probabilistische doorrekening geeft aan dat de kans dat de planning gehaald wordt, is afgenomen. Momenteel wordt bekeken of de planning van de mijlpalen van het programma (bijvoorbeeld de projectbeslissingen in 2016) hierdoor bijvoorbeeld op een aantal onderdelen te krap is. Op basis van deze analyse worden waar nodig (additionele) beheersmaatregelen getroffen. Hierbij blijft mijn uitgangspunt dat zorgvuldigheid boven snelheid gaat, maar daarbij blijf sturen op gefaseerde invoering vanaf 2016. Ik zal u bij de derde Voortgangsrapportage nader inlichten over eventuele wijzigingen in de planning van de mijlpalen.

Er is een externe review naar het programma uitgevoerd. De onderzoeksvraag was of het programma goed genoeg is ingericht om te zorgen dat de Voorkeursbeslissing ook daadwerkelijk binnen de meegegeven randvoorwaarden succesvol kan worden uitgevoerd. De kern van het antwoord was dat dit in belangrijke mate het geval is en dat de Planuitwerkingsfase daarmee van start kan gaan. Daarbij is wel de kanttekening gemaakt dat op een aantal punten nog serieuze verbeteringen noodzakelijk zijn om de uitvoering van het programma met vertrouwen tegemoet te kunnen zien. Die zaken zijn door het programma opgepakt.

Risico’s

In de voortgangsrapportage wordt de ontwikkeling van de «top 10» risico’s toegelicht. Daarnaast kent het programma een aantal generieke risico’s die worden ondervangen met bijvoorbeeld de governance en borging vanuit het programma. Dergelijke risico’s hebben bijvoorbeeld te maken met het feit dat ERTMS een groot complex project betreft met daarbij een lange doorlooptijd en een ICT-component. Deze generieke risico’s hebben topprioriteit binnen het programma. Beheersmaatregelen die bij deze risico’s horen zijn in belangrijke mate in de aanpak voorzien, via o.a. het governancemodel grote projecten van IenM en door het volgen van aanbevelingen uit het voortraject tot aan deze tweede Voortgangsrapportage van o.a. de ADR (Audit Dienst Rijk), een gatereview, de Algemene Rekenkamer (t.a.v. ICT-projecten), de Kamer en de Rapporteur. De recente aanbevelingen van de commissie Elias en de aankomende aanbevelingen uit de parlementaire enquête Fyra zullen eveneens worden meegenomen. Voor de aanbevelingen van de commissie Elias en de eerste reactie vanuit het programma daarop is binnen het programma maar ook in de voortgangsrapportage ruime aandacht.

Naast de generieke risico’s kent het programma de «top 10» risico’s en beheersmaatregelen, welke in de rapportage eveneens worden toegelicht. Het betreft dan bijvoorbeeld een late start van de ombouw van materieel naar ERTMS bijvoorbeeld vanwege het uitblijven van bekostigingafspraken daarover, onvoldoende kwaliteit en tijdige beschikbaarheid van personeel of de nieuwe vorm van samenwerking tussen de organisaties waaraan partijen nog moeten wennen. De impact van deze risico’s is doorgerekend in eerdergenoemde probabilistische doorrekening.

Ontwikkelingen sinds 1 januari 2015

Vanaf het begin van het eerste kwartaal is het werk aan bijvoorbeeld de aanbesteding- en contracteringstrategie, afspraken omtrent de bekostiging van de inbouw van ERTMS in het materieel, de operationele principes, de eigen programmalocatie (betrokken sinds half februari) en de invulling van de laatste vacatures in het programma onverminderd doorgegaan. Belangrijke mijlpaal uit de afgelopen periode is dat een subsidieaanvraag ter waarde van € 2,35 miljoen in het kader van de TEN-T subsidies bij de Europese Commissie is ingediend.

Ook inhoudelijk maakt het programma goede stappen voorwaarts. Binnenkort zend ik u een brief met daarin de contouren van de aanbesteding- en contracteringstrategie. Deze contouren zullen in de komende maanden verder worden ingevuld, waarna u eind dit jaar over de definitieve strategie wordt geinformeerd. Mede naar aanleiding van eerder debat met uw Kamer beschouw ik dit als een go/no-go moment. In de zomer ontvangt u de eindrapportage van de Dual Signalling pilot op het traject Amsterdam-Utrecht, welke op dit moment wordt afgerond.

Momenteel wordt daarnaast veel aandacht besteed aan de kaderstelling voor het gehele toekomstige vervoersysteem met betrekking tot ERTMS, bijvoorbeeld de systeemarchitectuur, het functioneel programma van eisen en het operationeel kader. Ook is er aandacht voor de uitrolstrategie en welk infrastructuurtraject als eerste zal worden omgebouwd. Bij al deze zaken worden waar wenselijk en mogelijk stakeholders en marktpartijen betrokken. Ik zal u te zijner tijd informeren over de resultaten van deze werkzaamheden.

Ik hoop u met deze tweede Voortgangsrapportage voldoende te hebben geïnformeerd, zodat wij hierover op 17 juni 2015 het geplande debat kunnen voeren. Uiteraard ben ik van harte bereid een technische briefing over de Voortgangsrapportage te verzorgen. Daarbij kan dan desgewenst ook worden ingegaan op de uitkomsten van de jaarlijkse audit die de Audit Dienst Rijk (ADR) op het programma doet en na verschijning aan uw Kamer wordt verstrekt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven