33 643 EU-voorstellen: Plant- en diergezondheidspakket COM (2013) 264, 260, 262, 265, 267 en 327

Nr. 18 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2016

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken omtrent de voorstellen van de Europese Commissie voor een verordening Diergezondheid, verordening Plantgezondheid en Controleverordening (het plant- en diergezondheidspakket). Dit is de zesde voortgangsrapportage over het pakket. Ik verwijs hierbij naar de eerdere brieven van 19 december 2013, 18 maart 2014, 1 juli 2014 en 9 juni 2015 (Kamerstuk 33 643, nrs 12, 14, 15 en 17), en de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 15-16 december 2014 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 817).

De verordening Teeltmateriaal maakte oorspronkelijk ook onderdeel uit van het pakket met voorstellen van de Europese Commissie. Zoals in de vorige rapportage gemeld, heeft de Raad ingestemd met het besluit van de Europese Commissie om het voorstel in te trekken, nadat eerder het Europees Parlement (EP) hiertoe had opgeroepen. De financiële verordening die deel uitmaakt van het pakket, is in 2014 vastgesteld en reeds van kracht.

Voorstel voor Verordening Diergezondheid

Begin juni 2015 hebben Raad en EP een politiek akkoord bereikt over de compromistekst voor de Diergezondheidsverordening. Vervolgens is de tekst van de verordening op juridische en taalkundige aspecten gecontroleerd en aangepast. De verwachting is dat de definitieve tekst van de verordening in het voorjaar van 2016 zal worden vastgesteld en gepubliceerd. Vervolgens is er een termijn van vijf jaar waarna de verordening van kracht zal worden. De Europese Commissie werkt de komende drie jaar aan het schrijven van de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Daarna hebben de lidstaten twee jaar de tijd om deze om te zetten in nationale regelgeving.

Het huidige compromisvoorstel is in lijn met de Nederlandse visie op het Europese diergezondheidsbeleid. Nederland steunt de risico-gebaseerde benadering en het streven naar een flexibeler en meer op preventie gericht wettelijk kader. Een aantal voor Nederland belangrijke punten is in de tekst opgenomen. Zo is er in de tekst van de verordening aandacht voor antimicrobiële resistentie en dierenwelzijn. Tevens is opgenomen dat vaccinatie als maatregel voor bestrijding van dierziektes kan worden ingezet. Vijf belangrijke dierziekten zijn in de basistekst van de verordening opgenomen. Andere ziekten zijn opgenomen in een bijlage, die kan worden gewijzigd door middel van een gedelegeerde handeling. Wat betreft dit laatste had Nederland de voorkeur uitgesproken dit via een uitvoeringshandeling te regelen. De categorisatie van de ziekten wordt, conform het compromisvoorstel van de Raad in december 2014, wel met een uitvoeringshandeling geregeld. De lijst met dierziekten in deze verordening is vooralsnog de lijst zoals nu in de financiële verordening is opgenomen ((EU) Nr. 652/2014). Deze lijst zal door de Europese Commissie worden geëvalueerd en, indien nodig, worden aangepast.

Nederland zal zich er voor inzetten dat het proces van uitwerking in gedelegeerde en uitvoeringshandelingen door de Europese Commissie transparant en in consultatie met lidstaten zal plaatsvinden. Zodra het EP en de Raad hebben ingestemd met de definitieve tekst zal ook de lijst met dierziekten naar uw Kamer worden gestuurd.

Voorstel voor Verordening Plantgezondheid

Op 16 december 2015 hebben de Raad en het EP een akkoord bereikt over de compromistekst voor de Plantgezondheidsverordening. Vervolgens is de compromistekst op 18 december 2015 aan het Coreper van de Raad voorgelegd.

De compromistekst tussen Raad en EP presenteert in beginsel een open importstelsel zoals beschreven in het Commissievoorstel. Dit houdt in dat er geen importverboden in de basistekst van de regelgeving staan. Daar bovenop is echter nu een mechanisme voorzien, waarmee hoogrisicoplanten en plantaardige producten op basis van een voorlopige beoordeling van het risico op een importverbodslijst gezet kunnen worden. Dit gebeurt in een uitvoeringshandeling. Dit mechanisme zou tot gevolg kunnen hebben dat veel planten en plantaardige producten op deze lijst komen, al is het risico enigszins ingeperkt door de procedure. De producten op de importverbodslijst kunnen, wanneer het fytosanitair risico op basis van een risicobeoordeling aanvaardbaar blijkt te zijn, weer van de lijst worden afgevoerd.

Nederland is bezorgd over het kunnen ontstaan van een onnodige en lange lijst met te verbieden producten en over de onnodige lastenverhoging die de voorgestelde inhoud van deze artikelen tot gevolg zou hebben. Ook wat betreft de overeengekomen tekst voor de bepalingen over transit (zendingen die van een derde land via de EU naar een ander derde land gaan), heeft Nederland zijn zorg uitgesproken vanwege de toenemende administratieve lasten zonder dat de fytosanitaire garantie verhoogd wordt. Deze zorg werd door enkele lidstaten gedeeld.

Naar het idee van het kabinet gaat in het compromis het fytosanitaire importstelsel te weinig uit van de feitelijke risico’s bij de handel van planten en plantaardig materiaal en mogelijk een grote impact op de handel. Nederland heeft dan ook niet ingestemd met dit compromis. Het overgrote deel van de lidstaten heeft wel ingestemd met het compromis. Hiermee heeft het bereikte akkoord brede steun in de Raad. Ook het EP heeft ingestemd met het compromisvoorstel.

Het Nederlands voorzitterschap zal het proces nu verder voortzetten. De overeengekomen tekst zal in de komende maanden technisch, juridisch en taalkundig gecontroleerd en aangepast worden. Inhoudelijk zal de overeengekomen tekst niet wijzigen. De aangepaste tekst zal vervolgens aan Raad en Europees Parlement worden voorgelegd. Nadat Raad en EP de tekst hebben aangenomen, wordt de definitieve tekst gepubliceerd. Nederland zal het opstellen van de uitvoeringshandeling in de toekomst zeer kritisch volgen.

Voorstel voor Controleverordening

Na twee en half jaar onderhandelen hebben de EU-lidstaten op 14 oktober 2015 in Coreper een compromis bereikt over het voorstel voor de Controleverordening en heeft het Luxemburgse voorzitterschap een onderhandelingsmandaat gekregen voor de onderhandelingen met het EP. Het akkoord is, als A-punt op de agenda, op 26 oktober jl. door de Milieuraad goedgekeurd (Kamerstuk 21 501-08, nr. 593). Bij de totstandkoming van het compromis waren er twee discussiepunten: de financiering van de officiële controles (retributies) en de rol van de officiële dierenarts bij de import- en hygiënecontroles.

Ten aanzien van de financiering van de controles en het verplicht doorberekenen van de controlekosten aan het bedrijfsleven waren de lidstaten erg verdeeld. Een aantal lidstaten steunde het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor verplichte doorberekening in bijna alle sectoren. Een andere groep lidstaten wilde graag meer ruimte om nationaal te kunnen bepalen welke kosten worden geretribueerd en welke kosten uit de algemene middelen worden betaald. Om tot een compromis te komen, besloot het Voorzitterschap uiteindelijk om zo dicht mogelijk bij de status quo te blijven: verplichte retributies in een beperkt aantal gevallen zoals bij hercontroles, slachthuiscontroles en importcontroles. Nederland heeft dit compromis gesteund, aangezien het in lijn is met het kabinetsstandpunt «Maat Houden 2014» wat de basis vormt voor het retributiestelsel.

Bij de discussie over de officiële dierenarts pleitten verschillende Zuid- en Oost-Europese lidstaten voor een verplicht grotere rol van de officiële dierenarts bij vleeskeuring en hygiënetoezicht in het slachthuis en bij importcontroles. De Europese Commissie en een aantal voornamelijk Noordwest-Europese lidstaten, waaronder Nederland, waren er voorstander van om de huidige regelgeving zoveel mogelijk te behouden en op een aantal punten iets flexibeler te maken, zodat lidstaten meer vrijheid hebben om zelf te bepalen of ze de officiële dierenarts of een andere deskundige overheidsinspecteur inzetten. Ook hier heeft het Voorzitterschap er voor gekozen om de compromistekst grotendeels te baseren op de huidige regelgeving. Op een aantal punten hebben lidstaten wat meer ruimte voor eigen invulling gekregen, zoals bij de voorselectie van dieren bij de ante-mortem keuring en (via een gedelegeerde handeling) controles in uitsnijderijen. Voor Nederland is dit een acceptabel compromis.

Het compromisvoorstel in zijn geheel ziet er voor Nederland goed uit. De meeste Nederlandse wensen zijn gehonoreerd. Algemene winstpunten zijn harmonisatie van de regelgeving door de uitbreiding van de reikwijdte met de plantgezondheidscontroles, modernisering van de regelgeving met de nadruk op efficiëntere en risicogebaseerde officiële controles, en meer nadruk op de controle op fraude in de voedselketen. Nederland was een voorstander van het behoud van de controles op teeltmateriaal in de verordening, maar dit is geschrapt uit de reikwijdte conform de wens van een meerderheid van lidstaten. Nederland is tevreden over de oplossingen die zijn gekozen om mogelijke problemen voor de logistiek van de Nederlandse agrohandel te voorkomen. Er komt een derogatie voor de plantgezondheidscontroles op zendingen in transit en transhipment. Verder is de tekst verbeterd ten aanzien van de koppeling tussen het voorgestelde EU-informatiesysteem ten aanzien van controles en nationale systemen.

De ambities van de Europese Commissie voor vereenvoudiging, modernisering en harmonisatie zijn niet helemaal waargemaakt. Dit bleek te hoog gegrepen mede gezien de grote verschillen in de manier van controleren tussen de verschillende beleidsterreinen en tussen lidstaten. Daarnaast zijn vereenvoudiging en uitvoerbaarheid voor een groot deel afhankelijk van de uitwerking in de vele gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Nederland zal actief betrokken zijn bij dit proces.

Het Luxemburgse voorzitterschap is op 9 november jl. namens de lidstaten begonnen met de onderhandelingen met het Europees Parlement (trilogen). Nederland heeft als EU-voorzitter deze onderhandelingen nu van Luxemburg overgenomen.

Tot slot

Zodra zich belangrijke nieuwe ontwikkelingen voordoen zal ik dit aan uw Kamer melden. De eerstvolgende reguliere voortgangsrapportage over het pakket zal u juli 2016 worden toegezonden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven