33 632 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2014)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE VRIES EN KOOLMEES

Ontvangen 9 september 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel SSS, wordt aan artikel 4:24a een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De artikelen 1.75, 1.79 of 1.80 zijn slechts van toepassing indien:

    • a. een financiëledienstverlener niet op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht neemt of, indien hij adviseert, niet in het belang van de consument of begunstigde handelt;

    • b. een evident onwenselijke of onvoorziene situatie ontstaat; en

    • c. aanpassing van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 4:25, vanwege de ernst van de schending en de spoedeisendheid van de handhaving, niet kan worden afgewacht.

Toelichting

Het voorgestelde artikel 4:24a Wft voorziet in een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners zodat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kan ingrijpen indien sprake is van een zorgplichtschending die buiten de reikwijdte van de Wft valt. Immers, indien artikel 4:24a Wft niet wordt nagekomen, kan de AFM een boete of last onder dwangsom opleggen (wanneer een eerder gegeven aanwijzing niet is opgevolgd).

Door dit artikel wordt er potentieel veel ruimte gelaten aan de AFM. De AFM kan door handhaving van deze generieke zorgplicht naar eigen inzicht deze zorgplicht invullen. Op deze invulling is geen parlementaire controle van toepassing.

Doel van dit amendement is om niet alleen in de Toelichting vast te leggen wanneer de toezichthouder op grond van de generieke zorgplicht handhavend kan optreden en om te verankeren dat ingrijpen door de AFM op basis van schending van de generieke zorgplicht uitsluitend kan plaatsvinden in evident onwenselijke en onvoorziene situaties, als ingrijpen op basis van het al bestaande artikel 4:25 Wft vanwege de ernst en spoedeisendheid van de schending niet kan worden afgewacht. Artikel 4:25 Wft voorziet in nadere uitwerking van de algemene zorgvuldigheidsnorm bij algemene maatregel van bestuur. Uitgangspunt dient te zijn dat eerst invulling van de zorgvuldigheidsnorm plaatsvindt bij algemene maatregel van bestuur (met parlementaire controle). Alleen als de totstandkoming of aanpassing van een algemene maatregel van bestuur niet kan worden afgewacht wegens het ernstige karakter van de schending en de spoedeisendheid van het ingrijpen (en uitsluitend zolang dit het geval is), kan de AFM handhaven op basis van de generieke zorgplicht.

De Vries Koolmees

Naar boven