33 625 Hulp, handel en investeringen

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 336 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2022

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de toezegging gedaan tijdens het Kamerdebat op 10 maart 2022 (Kamerstukken 33 625 en 25 295, nr. 334) betreffende de Wereldwijde aanpak van COVID-19 om binnen het kabinet in gesprek te gaan over beleid voor pandemische paraatheid en daarbij te bespreken of er middelen beschikbaar zijn «waarmee Nederland weer een substantiële bijdrage zou kunnen leveren aan CEPI, de Coalition for Epidemic Preparedness and Response, inclusief een realistisch bedrag».

Op dit moment voorziet het kabinet geen extra bijdrage aan CEPI. Zoals aangekondigd in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstukken 35 788, nr. 77) zal het kabinet een Nederlandse Global Health Strategie ontwikkelen. De Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) heeft hieromtrent deze week een advies aan uw Kamer uitgebracht. Ook werkt het kabinet momenteel aan een strategie voor pandemische paraatheid. Deze zal ook een internationale component bevatten. In de komende periode zal hieraan nader invulling worden gegeven en zal worden bezien of een extra bijdrage aan CEPI vanuit het kabinet wenselijk en haalbaar is.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven