33 625 Hulp, handel en investeringen

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 316 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

In deze brief wil ik uw Kamer toelichten middels welke systematiek het kabinet opvolging zal geven aan de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Voordewind, Kuik, Bouali en Stoffer (Kamerstuk 33 625, nr. 311), die het kabinet verzoekt het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken als leidraad te gebruiken voor zowel de financiering van de wereldwijde aanpak van COVID-19, als voor het opstellen van het budget voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor de jaren 2020 en 2021, en daarbij een oplossing aan te dragen voor het tegengaan van dreigende vergaande korting door daling van het BNI. Hiermee voldoe ik aan het verzoek om uw Kamer hierover per brief te informeren voor donderdag 1 juli 2020.

In zijn reactie op de aanbevelingen van de AIV zal het kabinet uiteenzetten hoe opvolging wordt gegeven aan de eerder genoemde motie Voordewind c.s. en zal het kabinet toelichten hoe nader opvolging wordt gegeven aan de in maart 2020 aangenomen motie van het lid Van der Staaij c.s. (Kamerstuk 25 295, nr. 192), waarin uw Kamer het kabinet verzoekt ernaar te streven dat de bestaande hulp en ondersteuning aan ontwikkelingslanden ook in de huidige omstandigheden wordt gehandhaafd en zo mogelijk uitgebreid, in het bijzonder waar het de gezondheidszorg en de voedselvoorziening betreft.

Het kabinet wil in zijn reactie op het AIV-advies en de beide genoemde moties de gebruikelijke systematiek toepassen waarin afwegingen worden bezien binnen de huidige humanitaire en ontwikkelingssituatie, de Rijksbrede prioriteiten en de budgettaire kaders. Daarbij zal het kabinet meewegen wat de impact is van de nationale steunpakketten die reeds uit de Rijksbegroting worden gefinancierd om de volksgezondheid en economie te beschermen, alsmede dat de mondiale hulpvraag de beschikbaarheid aan financiering in de wereld inmiddels ver overstijgt. Het is niet haalbaar gebleken voor het door uw Kamer geplande Algemeen Overleg van dinsdag 30 juni aanstaande de volledige kabinetsreactie naar uw Kamer te sturen.

Het kabinet verwacht desalniettemin deze reactie spoedig aan uw Kamer te doen toekomen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven