33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2020

Het kabinet heeft op 13 juli 2018 een herzien actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 33 625, nr. 265). Het actieplan bevordert op systematische wijze de coherentie tussen de verschillende beleidsonderdelen die van invloed zijn op ontwikkeling. Het actieplan bevat vijf thema’s die ontwikkelingslanden helpen de SDG’s te realiseren, en waarop Nederland een verschil kan maken: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering. Deze brief bevat de jaarrapportage beleidscoherentie voor ontwikkeling voor de periode juli 2019 tot en met maart 2020.

Het kabinet biedt de jaarrapportage voortaan aan voorafgaand aan de Nederlandse SDG rapportage en de kabinetsreactie op de Monitor Brede Welvaart en SDG’s, om de samenhang tussen nationaal beleid en SDG-bereiking elders, met name in ontwikkelingslanden, te benadrukken.¹ Hieronder volgt een overzicht van de voortgang op beleidscoherentie voor ontwikkeling op hoofdlijnen. De bijlage bevat een gedetailleerd overzicht van de voortgang per thema van het actieplan².

Voor de resultaten van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking in relatie tot de SDG’s zie http://osresultaten.nl/SDG.

Hoofdpunten van de voortgang op de thema’s van het actieplan

Nederland boekt goede voortgang op de thema’s van het actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Hieronder volgen enkele hoogtepunten.

• Belastingontwijking/ontduiking: de uitwisseling tussen belastingdiensten van informatie over in hun landen aangehouden bankdeposito’s door buitenlandse belastingplichtigen heeft geleid tot de wereldwijde identificatie van meer dan EUR 100 miljard aan extra belastingverplichtingen.

• Handelsakkoorden: in december heeft de Raad de Europese Commissie het mandaat gegeven onderhandelingen te starten met de ACS-landen om de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA) om te zetten in een volwaardig handelsakkoord. Onderhandelingen hiervoor zijn gestart met de landen Madagascar, Mauritius, de Seychellen, Zimbabwe en Kameroen.

• Investeringsbescherming: Nederland heeft een studie naar assistentiemechanismen voor minst ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden en kleine investeerders in geschillenbeslechting tussen investeerders en staten laten uitvoeren. Nederland heeft deze samen met Peru en Thailand ingebracht voor de volgende onderhandelingsronde van de VN Commissie voor internationaal handelsrecht (UNCITRAL), waar over de multilaterale hervorming van Investor-State Dispute Settlement wordt gesproken.

• Verduurzaming productie en handel: het kabinet stimuleerde in 2019 diverse stakeholders zich verder te committeren aan het uitbannen van kinderarbeid, het streven naar leefbare lonen en het verbeteren van sociale en milieuomstandigheden in verschillende ketens. Bedrijven, NGO’s, vakbonden en de overheid werkten daarbij nauw samen. Het kabinet deed dit onder meer door de organisatie van twee internationale bijeenkomsten (kinderarbeid en leefbaar loon), het nastreven van de internationale richtlijnen via de IMVO-convenanten, het bij elkaar brengen van cacaosectorpartijen in een nationaal duurzaamheidsinitiatief en in de bilaterale samenwerking met consumptie-, productielanden en de ILO.

• Klimaat: het kabinet heeft de klimaatdiplomatie geïntensiveerd om internationale partners te bewegen de klimaatambities te verhogen. In november heeft de Europese Investeringsbank (EIB) als eerste multilaterale bank aangekondigd zich om te vormen tot «klimaatbank». De EIB zal na 2020 alleen nog projecten financieren die in lijn zijn met het Parijsakkoord en zal na 2021 geen nieuwe fossiele projecten meer goedkeuren (met enkele uitzonderingen voor de transitie naar koolstofarm gas).

Vooruitkijkend naar het komende jaar is de COVID-19 pandemie een ontwikkeling die de wereld nog lang in zijn greep zal houden. Alles wijst erop dat het virus wereldwijd grote directe, negatieve gevolgen zal hebben, alsook zorgelijke langere termijneffecten, die vooral ontwikkelingslanden en de meest kwetsbaren hard zullen raken. Alleen met een gezamenlijke en coherente inzet op diverse beleidsterreinen kunnen we deze negatieve gevolgen beperken. Het kabinet blijft zich via het actieplan onverminderd inzetten om ontwikkelingslanden te helpen bij het financieren en realiseren van de SDG’s. Aandachtspunten zijn het stimuleren van duurzame, Parijsakkoord-conforme handel en investeringen, het vergroten van de belastingopbrengsten om financiering van de SDG’s mogelijk te maken, maar ook de inzet op afspraken die toegang tot medicijnen in ontwikkelingslanden waarborgen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

---

1 Deze intentie is geformuleerd in de slotparagraaf van de jaarrapportage beleidscoherentie voor ontwikkeling 2018–2019 (Kamerstuk 33 625, nr. 285).

2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl