Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2019
Uw Kamer verzocht mij op 11 april 2019 om een appreciatie van het aan de Minister-President
in Vietnam overhandigde rapport van Fair Wear Foundation en Care International over
geweld en intimidatie in Vietnamese naaiateliers. In de beantwoording van de vragen
van het lid Van den Hul op 9 mei 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2708) informeerde ik uw Kamer dat premier Rutte het betreffende rapport niet aangeboden
heeft gekregen en het finale rapport ook nog niet is gepubliceerd. Wel voegde ik in
de beantwoording van vraag één een korte appreciatie toe op basis van een samenvatting
van het onderzoek. Navraag bij de Fair Wear Foundation wijst uit dat het rapport nog
steeds niet gefinaliseerd en gepubliceerd is, omdat overleg met betrokken partijen
nog gaande is.
Daarnaast zei ik uw Kamer tijdens het AO IMVO d.d. 20 juni 2019 (Kamerstuk 26 485, nr. 316) toe om na de zomer een brief met een update over het Bangladesh Veiligheidsakkoord
(hierna: het Akkoord) te sturen. Deze toezegging volgde op een brief aan uw Kamer
d.d. 29 mei 2019 (Kamerstuk 33 625, nr. 279), waarin het kabinet aangaf dat het voorzichtig optimistisch is over de gesloten
overeenkomst tussen de Bangladesh Garments Manufactorers and Exporters Association (BGMEA) en het Akkoord. Het kabinet volgt de uitwerking van de onderdelen van de
op te richten RMG Sustainability Council (RSC) nog steeds met gepaste kritische betrokkenheid.
De datum van de overdracht van Akkoord naar de RSC staat gepland op 1 juni 2020. Er
wordt op dit moment door de betrokken partijen in constructieve sfeer nog volop gewerkt
aan de uitwerking van de gemaakte afspraken. Nederland onderhoudt doorlopend contact
met de BGMEA, het Akkoord, de lokale vakbonden, het maatschappelijk middenveld, de
overheid van Bangladesh en andere relevante partijen als de International Labour Organization (ILO). Nederland benadrukt in deze gesprekken het belang van de rol van de vakbonden
en de duurzaamheid van de toekomstige financiering van de RSC, evenals de rol van
de overheid van Bangladesh, o.m. in haar functie als toezichthouder via de publieke
arbeidsinspectie in relatie tot de (private) RSC.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag