33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 239 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2016

Op 12 en 13 oktober 2016 was Nederland gastheer voor de 3e Ministeriele vergadering van het Global Health Security Agenda (GHSA). Met deze brief informeer ik u graag over de uitkomsten van deze bijeenkomst, en het vervolgtraject. Tevens informeer ik u over de implementatie van de Internationale Gezondheidsregeling (hierna: IHR) in het Koninkrijk.

Ministeriele conferentie Global Health Security

De GHSA is in 2014 door de VS gelanceerd als een partnership van (inmiddels) meer dan 50 landen, internationale organisaties, non-overheidsorganisaties en andere partners, om zowel de mondiale als nationale capaciteit te versterken om de wereld te beschermen tegen infectieziekten en andere gezondheidsdreigingen. Het gaat hierbij om de capaciteit voor preventie, detectie en aanpak van dreigingen uit de humane en veterinaire hoek, natuurlijk of intentioneel verspreid. De GHSA is daarmee ook een stimulans voor de implementatie van de IHR. Ik heb u eerder over de GHSA geïnformeerd, onder meer in de Kabinetsreactie op het IOB advies «Voorkomen is beter dan Genezen» (Kamerstuk 33 625, nr. 229).

De Ministeriele conferentie heeft in Nederland (Rotterdam) plaatsgevonden, mede op verzoek van de voormalige en huidige voorzitters van het initiatief: de VS, Finland en Indonesië. Voor deze bijeenkomst waren 3 doelen gedefinieerd:

  • 1) Alle partners, maar in het bijzonder het bestuur van de GHSA en de trekkers van verschillende werkpakketten, aan te sporen tot meer actie om de doelstellingen voor 2018 te halen. We zijn nu halverwege, maar zijn we ook halverwege als het om resultaten gaat?;

  • 2) Specifieke aandacht vragen voor samenwerking met partners buiten de gezondheidssector, inclusief samenwerking met niet-overheidspartijen (waaronder de private sector). De implementatie van de IHR is niet alleen de verantwoordelijkheid van de ministers van Gezondheid;

  • 3) Een eerste stap zetten richting bestendiging van de GHSA. De GHSA is opgezet als tijdelijk initiatief. Hoe kunnen we zorgen dat de initiatieven die nu zijn genomen, worden ingebed in bestaande mechanismen of organisaties, zoals de WHO en andere VN-partijen?

Het programma was gevarieerd en inhoudelijk sterk. Dit heeft dan ook geresulteerd in een goede opkomst: we hadden in totaal ruim 270 deelnemers vanuit 40 landen, waarbij een groot aantal landen op ministerieel of ander politiek niveau vertegenwoordig was. Opvallend was de goede en zeer actieve vertegenwoordiging uit door Ebola getroffen landen zoals Liberia, Guinee en Sierra Leone.

Het belang van een goede multisectorale samenwerking werd onderstreept door brede betrokkenheid vanuit het Nederlandse kabinet. Naast ikzelf, waren Staatssecretaris van Dam en Minister Ploumen aanwezig bij de conferentie. Minister President Rutte en Minister Hennis-Plasschaert hadden allebei een videoboodschap meegegeven. Deze brede betrokkenheid heeft veel indruk gemaakt op delegaties: het maakte direct zichtbaar dat Health Security een gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende bewindspersonen is.

Tijdens de conferentie is nadrukkelijk aandacht besteed aan de rol van niet-overheidsorganisaties, inclusief de private sector. Het was voor het eerst dat vrijwel de hele bijeenkomst toegankelijk was voor andere partijen.

Er is bewust gekozen voor een interactief programma waarbij de open dialoog centraal stond. Er is niet onderhandeld over een formeel uitkomstdocument, maar ik heb zelf met de voorzitter van de GHSA, Minister Moeloek van Indonesië, een samenvatting van de discussie gepresenteerd (zie bijlage)1. Mijn Oegandese collega, Minister Aceng, heeft aangeboden gastvrouw te zijn voor de volgende Ministeriele conferentie in 2017.

Ten slotte is er op vrijdag 14 oktober nog een 4-tal inspirerende werkbezoeken georganiseerd, aan de Rotterdamse Havengezondheidsautoriteit, het Erasmus Medisch Centrum, Leiden Bioscience Park en aan een moderne kippenhouderij waar het gebruik van antibiotica tot een minimum is gereduceerd. De belangstelling voor deze werkbezoeken was groot en bood de gelegenheid om goede voorbeelden in Nederland in het zonnetje te zetten.

Implementatie van de IHR en Joint External Evaluations

Begin oktober heb ik de WHO laten weten dat de IHR zijn geïmplementeerd in het gehele Koninkrijk. De afgelopen jaren hebben de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk extra acties ingezet, onder andere op het terrein van wetgeving en versterking van labcapaciteit. De IHR implementatie is een continu proces en zal dan ook blijvend aandacht vergen. Ik ben er echter van overtuigd dat we door middel van de Onderlinge regeling over samenwerking IHR2 en het daarin vastgelegde expertnetwerk, een betrouwbare structuur hebben opgericht die als basis kan dienen voor verdere verbeteringen.

Ik heb ook een commissie van advies en toezicht ingesteld3 die toezicht houdt op de kwaliteit en doelmatigheid van de operationele samenwerking. De commissie zal begin 2017 haar eerste bezoek brengen aan het Caribisch gebied en rapporteert aan de vier ministers in het koninkrijk.

Om te toetsen of een land goed is voorbereid op een gezondheidsdreiging, is door een aantal GHSA-landen gewerkt aan een Joint External Evaluation-tool (JEE). De JEE is een vorm van intercollegiale toetsing en wordt door en voor lidstaten gedaan. Het instrument wordt inmiddels volledig gecoördineerd door de WHO. Dit is ook waar Nederland steeds op heeft aangestuurd: de GHSA moet een tijdelijke buitenboordmotor zijn en blijven, en geen structurele taken van de VN overnemen. Ik heb u eerder laten weten dat Nederland zich ook heeft opgegeven om een JEE te ondergaan. Het is nog niet duidelijk wanneer deze zal plaats vinden, maar ik zie de evaluatie met vertrouwen tegemoet.

Follow-up GHSA en relatie agenda G20 onder Duits voorzitterschap

Uiteraard draagt Nederland zelf ook bij aan het behalen van de doelstellingen uit de GHSA. Nederland zet hierbij vooral in op het werkpakket voor antimicrobiële resistentie en zoonosen (One Health-aanpak). Nederland heeft het voorzitterschap van het werkpakket van de Britten overgenomen en zetten nu vooral in op een brede ondersteuning van de WHO bij de implementatie van het Global Action Plan op landenniveau.

Duitsland heeft inmiddels aangegeven zowel antibioticaresistentie als het belang van een goede voorbereiding op gezondheidsdreigingen, speerpunt te maken van de agenda van de G20. Zo is Duitsland voornemens om met alle G20-ministers een oefening te doen. Deze oefening zal plaatsvinden enige dagen voorafgaand aan de World Health Assembly, de jaarvergadering van de WHO.

Hoewel Nederland geen lid is van de G20, ben ik uitgenodigd om aan het programma deel te nemen. Ik ga hier uiteraard graag op in.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven