33 623 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

K BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 22 maart 2016

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft kennisgenomen van uw brief van 3 maart 2016 in reactie op de brief van de commissie van 18 december 2015 over de uitvoering van de motie-De Graaf c.s.1

In deze brief verzoekt u de Kamer om de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (33 623) opnieuw ter hand te nemen. De leden van de commissie brengen in verband hiermee de brief van 7 oktober 20152 in herinnering, waarin de commissie, met het oog op de mogelijke heropening van de beraadslagingen van bovengenoemd wetsvoorstel, informeert naar de laatste stand van zaken omtrent de herziening van de Wet minimumloon. Op deze brief heeft de commissie tot nu toe geen reactie ontvangen.

Uit de brief van 3 maart 2016 en de daarin genoemde brief aan de Tweede Kamer van 30 november 20153, blijkt dat er begin 2016 een brief over de herziening van de Wet minimumloon aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd. De leden van de commissie verzoeken u om, zodra deze informatie beschikbaar is, de Eerste Kamer alsnog te informeren over de herziening van de Wet minimumloon en daarbij tevens in te gaan op de relatie met het nog bij deze Kamer aanhangige wetsvoorstel.

De leden van de commissie maken tevens van de gelegenheid gebruik om nogmaals te wijzen op het grote belang van een evenwichtige arbeidsmarkt. Uw brief van 3 maart 2016 achten zij nog geen toereikende reactie op de motie-De Graaf c.s. Zij menen dat de onderliggende problematiek een voortvarender aanpak vergt. De commissie zal – na ontvangst van het antwoord op deze brief – bezien of er aanleiding is om het gesprek met u aan te gaan over de voorgenomen en te nemen beleidsmaatregelen.

De leden van de commissie zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag zo spoedig mogelijk.

Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.H.G. Rinnooy Kan


X Noot
1

Kamerstukken I 2015/16, 34 300 AA.

X Noot
2

Ter inzage gelegd onder griffienummer 154071.11u.

X Noot
3

Kamerstukken II 2015/16, 29 544, nr. 681.

Naar boven