33 613 EU-voorstel: Verordening aanlegkosten breedbandnetwerken COM (2013) 147

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2014

Met deze brief informeer ik u over de onderhandeling over de richtlijn kostenreductie. Op 26 maart 2013 publiceerde Eurocommissaris Kroes een conceptverordening kostenreductie breedband (COM(2013)147). Deze verordening (inmiddels omgezet in een richtlijn) heeft als doel de aanlegkosten van breedbandnetwerken in Europa te verlagen, om zo de uitrol daarvan te bespoedigen en de Europese breedbanddoelen voor 20201 te behalen. De triloog tussen het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie is formeel afgesloten op 6 mei 2014.

Onderhandelingsresultaten

Nederland hecht grote waarde aan de beschikbaarheid van breedband in heel Europa en ondersteunt daarom de ambitie van de Commissie om de aanlegkosten te reduceren. Uw Kamer is over dit voorstel, en het Nederlandse standpunt, via een BNC-fiche (Kamerstuk 33 613, nr. 3) en via het verslag van de Telecomraad van 5 december 2013 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 448) geïnformeerd.

De Commissie stelde in eerste instantie een verordening voor met een aantal gedetailleerde en vergaande maatregelen. Omdat Nederland al veel zaken geregeld heeft op het gebied van kostenreductie, werd deze inzet niet proportioneel geacht. Daarom heeft Nederland conform het BNC-fiche ingezet op omzetting van de verordening in een richtlijn, waarin uw Kamer mij heeft gesteund. Bij de implementatie kan dan namelijk meer rekening gehouden worden met bestaande nationale praktijken, en toch geprofiteerd worden van de positieve effecten. Hieronder enkele voor Nederland relevante behaalde resultaten:

  • De verordening is omgezet in een richtlijn;

  • Medegebruik van netwerken en transparantie over de locatie van netwerken kunnen door netbeheerders worden beperkt op grond van veiligheids- en integriteitsoverwegingen;

  • Drinkwaterleidingen die actief gebruikt worden voor de levering van drinkwater zijn uitgesloten van de werking van deze richtlijn;

  • Details in de artikelen die betrekking hebben op de Nederlandse praktijken (de werking van het kadaster) zijn weggelaten om zo beter aan te sluiten op nationale praktijken;

  • De implementatietermijn is verlengd van 12 maanden naar 18 maanden, met uitloop naar 24 maanden voor enkele artikelen.

Met deze aanpassingen ligt er een proportionele richtlijn die de uitrol van breedband binnen Europa ten goede kan komen.

Hoe verder

De richtlijn bevat een aantal maatregelen om de aanlegkosten van breedbandnetwerken in Europa te reduceren:

  • Telecombedrijven krijgen het recht om telecominfrastructuur aan te leggen door andere netwerken heen tegen een onderling overeengekomen tarief;

  • Telecombedrijven krijgen het recht op inzage in de locatie en aard van andere netwerken (zoals nu geregeld bij het kadaster voor ondergrondse netwerken);

  • Telecombedrijven krijgen het recht op informatie over vergunningsprocedures (in sommige andere lidstaten was dit nog niet voldoende geregeld);

  • Het moet voor telecombedrijven mogelijk worden gemaakt de civiele werken af te stemmen met andere netwerkbeheerders (om bijvoorbeeld samen aan te leggen en zodoende de graafkosten te delen);

  • Nieuwe gebouwen moeten uitgerust worden met basisinfrastructuur, zodat de breedbandnetwerken daarin later aangelegd of aangesloten kunnen worden;

  • Er moet een geschilbeslechtende instantie aangewezen worden die bindende uitspraken kan doen wanneer er tussen de bedrijven geschillen ontstaan naar aanleiding van bovengenoemde mogelijkheden.

Ik zal, in samenwerking met betrokken ministeries en organisaties, bij de implementatie zo veel mogelijk aansluiten bij de nationale praktijken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

In 2020 heeft 100% van de Europese huishoudens toegang tot netwerken die minimaal 30 Mbps leveren en 50% van de huishoudens heeft toegang tot netwerken die minimaal 100 Mbps kunnen leveren.

Naar boven