33 612 Structuurvisie Windenergie op land

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2022

Bij brief van 17 december 20211 bent u geïnformeerd over een ontwerp voor een algemene maatregel van bestuur (AMvB) tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en enkele besluiten op grond van de Omgevingswet i.v.m. jurisprudentie over de milieuregels voor windturbineparken. Deze ontwerp-wijzigings-AMvB is met een versnelde procedure voorbereid als één van de acties binnen het interdepartementale Actieprogramma Verankering milieubescherming na Nevele dat na de uitspraak van 30 juni 2021 is gestart om te bezien hoe moet worden omgegaan met deze rechterlijke uitspraak. Met deze brief informeer ik u mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de wijzigings-AMvB die inmiddels is vastgesteld en op 13 mei 2022 is gepubliceerd.

In de wijzigings-AMvB wordt de reikwijdte van de windturbinebepalingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer beperkt tot één of twee afzonderlijke windturbines. Ook de overeenkomstige regels in de Omgevingswet (in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving) worden beperkt tot één of twee afzonderlijke windturbines. Deze bepalingen gelden niet meer voor windturbineparken (drie of meer windturbines). De regelgeving is daarmee aangepast aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 30 juni 2021.

In de AMvB is een tijdelijke overbruggingsregeling opgenomen met algemene milieuregels voor reeds bestaande, vergunde windturbineparken. De overbruggingsregeling is bedoeld voor de periode totdat nieuwe algemene milieuregels voor windturbines zijn vastgesteld op basis van een zorgvuldig proces waar de plan-milieueffectrapportage (plan-mer) deel van uitmaakt. Deze plan-mer is gestart. De overbruggingsregeling geldt alleen voor windturbineparken waarvoor op 30 juni 2021 al definitieve toestemmingen in het ruimtelijke spoor en het milieuspoor waren verleend. De overbruggingsregeling heeft tot doel duidelijkheid te bieden over de milieubescherming van omwonenden in de overgangsperiode tot aan de nieuwe milieuregels. Die duidelijkheid is gewenst voor zowel de omwonenden van windturbineparken als voor de exploitanten en ook voor het bevoegd gezag. Indien er sprake is van een handhavingsverzoek of een verzoek om een vergunning in te trekken, dan kan het bevoegd gezag gebruik maken van de overbruggingsregeling voor haar besluitvorming. Door de overbruggingsregeling worden daarmee de administratieve en bestuurlijke lasten beperkt die zijn gemoeid met het aanpassen van vergunningen.

De overbruggingsregeling bevat algemene milieuregels die inhoudelijk dezelfde milieubescherming bieden als de buiten toepassing verklaarde algemene regels. Met de overbruggingsregeling beschikt het bevoegd gezag daarmee opnieuw over een helder kader voor toezicht en handhaving.

De overbruggingsperiode geldt vanaf 1 juli 2022, de datum waarop de AMvB wat betreft het deel dat het Activiteitenbesluit milieubeheer betreft, in werking treedt. De overbruggingsregeling is tijdelijk (uiterlijk tot 1 juli 2025) en is ook van toepassing na inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Over het ontwerp voor de wijzigings-AMvB is advies gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het advies van de Afdeling advisering, gedateerd 9 maart 2022, is opgevolgd. Naar aanleiding van het advies is expliciet geregeld dat het om een tijdelijke overbruggingsregeling gaat. Als gevolg van het advies is de overbruggingsregeling bij nader inzien niet opgenomen in de zogenaamde bruidsschat, die onderdeel uitmaakt van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, maar in het Besluit activiteiten leefomgeving, waarmee het tijdelijke karakter kan worden gewaarborgd. Ook is de motivering van het besluit uitgebreid. In het bijzonder is de relatie tot het EU-recht duidelijker beschreven. Aangegeven is dat naar het oordeel van de regering voor deze overbruggingsregeling geen plan-mer op grond van het EU-recht is vereist, omdat de overbruggingsregeling slechts van toepassing is op windturbineparken waarvoor op 30 juni 2021 al omgevingsvergunningen waren verleend en een bestemmingsplan(wijziging) was vastgesteld. De regels vormen dus geen kader voor nieuw af te geven omgevingsvergunningen of vast te stellen bestemmingsplannen. Het kaderstellende karakter van de algemene regels is op grond van de richtlijn Strategische milieubeoordeling een vereiste om te kunnen spreken van een plan of programma waarvoor een plan-mer moet worden verricht voordat het plan of programma wordt vastgesteld.

Niettemin zijn op advies van de Afdeling advisering in de toelichting dwingende redenen aangevoerd voor het tijdelijk kunnen handhaven van de algemene regels, voor het geval de rechter van mening is dat toch ook voor de overbruggingsregeling een plan-mer gemaakt had moeten worden. De eerste dwingende reden heeft te maken met de noodzaak om opnieuw te voorzien in de adequate bescherming van het milieu, en in het bijzonder van omwonenden van windparken. De tweede dwingende reden voor de overbruggingsregeling is het bieden van de rechtszekerheid over welke normen gelden.

Momenteel vindt vanuit het Actieprogramma verankering milieubescherming na Nevele vervolgonderzoek plaats naar de mogelijk bredere werking van de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021. Het onderzoek heeft in ieder geval reeds opgeleverd, dat in geval ook andere milieuregels, voor andere milieubelastende activiteiten, door een rechter buiten toepassing worden verklaard, een vergelijkbare overbruggingsregeling kan worden opgesteld voor bestaande situaties om de gevolgen te beperken. Ik zal u voor het zomerreces nader informeren over het vervolgonderzoek.

Wat betreft de plan-mer voor het vaststellen van nieuwe algemene milieuregels voor windturbines kan ik u melden dat, na ontvangst van de zienswijzen over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage, inmiddels met de uitvoering van de plan-mer is begonnen. Volgens planning kan het milieueffectrapport in het najaar van 2022 worden opgeleverd waarna een zorgvuldige afweging kan worden gemaakt over het beschermingsniveau voor de relevante milieuaspecten.

Dit biedt de basis voor nieuwe algemene milieuregels voor windturbineparken. Deze zullen worden voorbereid volgens de reguliere AMvB-procedure, waarbij ook inspraak mogelijk zal zijn op het bijbehorende milieueffectrapport.

De nieuwe regels zullen in het voorjaar van 2023 worden voorgehangen en zijn naar verwachting in het najaar van 2023 gereed. Op dat moment zal de overbruggingsregeling worden ingetrokken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 33 612, nr. 79

Naar boven