33 578 Eerstelijnszorg

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2016

In het Algemeen Overleg Wlz van 24 november jl. heeft de Staatssecretaris van Volkgezondheid, Welzijn en Sport uw Kamer een reactie toegezegd op de berichtgeving op internet1 dat in de Zuyderland-ziekenhuizen in Sittard en Heerlen operaties zijn afgelast. In aanvulling op deze toezegging heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 28 november jl. schriftelijk verzocht conform de inhoud van de door de Kamer aangenomen motie-Bruins Slot en Volp2, de Kamer te informeren over de stand van zaken in de regio’s Limburg en Amsterdam en in dat verband tevens een overzicht te geven van de eerstelijnsverblijfdekking van alle regio’s.

Feitelijke situatie

De Zuyderland-ziekenhuizen in Sittard en Geleen hebben aangegeven dat zij op donderdag 24 november vijf geplande niet spoedeisende operaties hebben uitgesteld. Wij begrijpen dat dit vervelend is voor de patiënten die het betrof. De ziekenhuizen hebben aangegeven dat zij deze patiënten hier tijdig van op de hoogte hebben gesteld, en dat zij bij het afzeggen van operaties altijd bekijken of dit medisch verantwoord is; de artsen van de betrokken patiënten worden daarbij betrokken. Er zijn geen spoedeisende operaties, noch complexe of oncologische operaties, uitgesteld. Vanaf de dag erna, vrijdag 25 november, zijn alle geplande ingrepen en spoedingrepen op beide locaties gewoon weer doorgegaan.

De Zuyderland-ziekenhuizen noemen een samenloop van oorzaken als reden voor het uitstellen van de vijf operaties. Een oorzaak die door het ziekenhuis werd genoemd was dat patiënten onvoldoende kunnen doorstromen naar zorgaanbieders in de regio. Een volgens het ziekenhuis bijkomende oorzaak was dat op twee afdelingen van het ziekenhuis geen nieuwe opnames mogelijk waren vanwege het Noro-virus.

Het zorgkantoor en zorgverleners in Zuid-Limburg signaleren een groeiende behoefte aan eerstelijns verblijf en verpleeghuiszorg. Diverse aanbieders in Zuid-Limburg geven aan kansen te zien rond het eerstelijns verblijf. Zij werken aan uitbreiding van de capaciteit voor eerstelijns verblijf.

Het in Zuid-Limburg op elkaar laten aansluiten van vraag naar en aanbod van verpleeghuiszorg vanuit de Wlz is een van de kerntaken van zorgkantoor CZ. Het zorgkantoor geeft aan dat er in de afgelopen jaren diverse stappen zijn gezet zoals het inzetten op wachtlijstbestrijding, het vervangen van verzorgingshuiscapaciteit (verblijf zonder behandeling) naar verpleeghuiscapaciteit (verblijf met behandeling) en het stimuleren van het volledig pakket thuis. Diverse aanbieders zijn in overleg met het zorgkantoor om nog meer in te zetten op uitbreiding van het aantal verpleeghuisplaatsen (verblijf met behandeling). Dit kan door verzorgingshuisplaatsen (verblijf zonder behandeling) geschikt te maken voor verpleeghuiszorg. Diverse aanbieders geven aan ruimte te ervaren door het experiment met persoonsvolgende bekostiging in de ouderenzorg dat in 2017 start in Zuid-Limburg. Het experiment zorgt er voor dat mensen in die regio's meer vrijheid hebben om de zorg af te nemen bij de aanbieder van hun eigen keuze en meer zeggenschap krijgen over de geleverde zorg. Zorgkantoren maken vooraf geen afspraken meer met zorgaanbieders waar en hoeveel zorg wordt afgenomen. Zorgaanbieders krijgen voor elke cliënt met een Wlz indicatie die voor hen kiest en aan wie zij zorg leveren een vergoeding. Het geld volgt de keuze van de cliënt, niet andersom.

Ik vind het een goede zaak dat ziekenhuis en care-ketenpartners in de regio deze week, op initiatief van het ziekenhuisbestuur, op bestuurlijk niveau overleggen om de doorstroming van kwetsbare ouderen te bespreken en beter te regelen. Partijen komen daarnaast half januari in het bestuurlijk overleg van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) bij elkaar om de doorstroming van kwetsbare ouderen vooral vanuit de spoedstroom te bezien. Wij zullen ons laten informeren over de uitkomsten van deze bestuurlijke overleggen.

Aanpak verbeteringen doorstroom kwetsbare patiënten

Wij willen benadrukken dat het van belang is dat oudere patiënten uit oogpunt van gezondheidswinst en uit oogpunt van doelmatigheid zo kort mogelijk in het ziekenhuis verblijven. Onderzoek toont dat aan. Een goede en tijdige overdracht van kwetsbare ouderen tussen de zorg en ondersteuning thuis, het ziekenhuis, een kortdurende opname in het eerstelijns verblijf en langdurige zorg is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde.

Wij nemen de signalen dan ook serieus. De Minister van VWS heeft uw Kamer op 5 oktober 2016 de «aanpak acute zorg»-brief toegestuurd. Daarin heeft zij aangegeven dat de slechte doorstroming naar vervolgzorg door partijen in het veld is genoemd als één van de oorzaken voor de drukte op de Spoedeisende Hulpafdelingen (SEHs) van ziekenhuizen. Vaak heeft dit volgens de partijen te maken met onvoldoende bekendheid met de beschikbaarheid van bedden voor de verschillende soorten vervolgzorg. De Minister heeft in haar Kamerbrief het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) genoemd als het regionale gremium waarbinnen de problematiek in de acute zorg moet worden geïnventariseerd en waarbinnen moet worden bepaald welke acties door wie in gang moeten worden gezet. Ook heeft zij aangegeven dat het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de ontwikkelingen in de regio’s monitort, en dat het LNAZ haar uiterlijk in mei 2017 zal berichten over de voortgang van de verschillende regionale overleggen en de acties die de regio’s in dit kader in gang hebben gezet.

Wij raden de betrokken partijen graag aan te kijken wat er in andere regio’s in gang wordt gezet om meer en beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden van vervolgzorg en in de beschikbare beddencapaciteit. Zo zet in de regio Amsterdam SIGRA3, door middel van drie meetweken, in op een domeinoverstijgende dataverzameling om meer duidelijkheid te scheppen rondom vraag en aanbod.

Met de hervorming van de langdurige zorg is in 2015 het eerstelijns verblijf als voorziening geïntroduceerd. Vanaf 2017 brengen wij deze zorg onder de reikwijdte van de Zvw. Wij zijn ervan overtuigd dat het eerstelijns verblijf zich verder ontwikkelt tot een essentiële voorziening die onnodige ziekenhuisopname voorkomt en een goede doorstroom uit het ziekenhuis bevordert. De voorziening stelt mensen tevens in staat langer thuis te blijven wonen en zorgt voor een soepele overgang naar de langdurige zorg.

Verzoek van de vaste commissie voor VWS d.d. 28 november

In reactie op de berichtgeving over problemen met de spoedeisende hulp aan ouderen in de regio’s Amsterdam en Limburg heeft de vaste commissie voor VWS op 28 november 2016 de Minister en mij verzocht om, conform de inhoud van de door de Kamer aangenomen motie-Bruins Slot en Volp, de Kamer al deze week te informeren over de stand van zaken in deze regio’s en in dat verband tevens een overzicht te geven van de eerstelijnsverblijfdekking van alle regio’s.

Uw Kamer heeft de genoemde motie aangenomen tijdens de behandeling van de begroting van VWS, op 15 november. In deze motie is de regering verzocht om de Tweede Kamer voor 22 december:

  • een tussenstand te geven hoe ver alle ROAZ-regio's gevorderd zijn met het opstellen van een noodplan acute zorg voor kwetsbare ouderen; en

  • te informeren, in elk geval kwalitatief en zo mogelijk bij voorkeur kwantitatief, over waar witte vlekken zijn in de eerstelijns opvang in spoedsituaties voor kwetsbare ouderen.

Naar aanleiding van deze motie heeft de Minister de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gevraagd om voor 15 december een rapportage op te leveren waarin zowel kwalitatief, als waar mogelijk kwantitatief, wordt onderzocht of zorgverzekeraars aan hun zorgplicht voldoen ten aanzien van de opvang in spoedsituaties voor kwetsbare ouderen (waarvan uiteraard het eerstelijns verblijf een onderdeel is) en om een oordeel te geven over de bevindingen. Het is niet haalbaar u de uitkomsten van dit onderzoek deze week toe te sturen.

Datzelfde geldt voor de stand van zaken in de ROAZ-regio’s van Amsterdam en Limburg, die – zoals alle 11 ROAZen – naar aanleiding van de motie-Bruins Slot en Volp het verzoek van de Minister hebben gekregen om uiterlijk 15 december aan te geven wat de stand van zaken op dat moment is, wat betreft de aanpak van de drukte in de acute zorg in hun regio.

Uw Kamer ontvangt voor 22 december, conform het verzoek in de motie-Bruins Slot/Volp, een antwoord op de in deze motie gestelde vragen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
2

Nader gewijzigde motie van de leden Bruins Slot en Volp, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 44, Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 94

X Noot
3

Stichting Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam

Naar boven