33 577 Interparlementair Koninkrijksoverleg 2013

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2013

In uw brief van bovenvermelde datum verzoekt u mij om een schriftelijke reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Kamerstuk 33 577, nr. 1), voor zover in die afsprakenlijst wordt verwezen naar de Nederlandse regering, c.q. regeringen van de andere landen van het Koninkrijk.

U gelieve onderstaand mijn reactie aan te treffen.

De afspraken hebben voor een deel betrekking op andere beleidsterreinen dan waarvoor ik verantwoordelijk ben.

Uit de afsprakenlijst maak ik op dat werkgroepen met betrekking tot onderwijs, energie en vervoer in het Caribisch gebied notities voorbereiden die voor reactie zullen worden voorgelegd aan de regeringen van de landen.

Voor de reactie op de overige afspraken, met name die betrekking hebben op gezondheidszorg en jeugd-en jongerenbeleid, heb ik mijn ambtgenoot van VWS geconsulteerd. Wat betreft gezondheidszorg treft u hieronder daarover de informatie aan. Helaas is het niet mogelijk gebleken de reacties met betrekking tot het jeugd- en jongerenbeleid tijdig te ontvangen. U wordt echter daarover door mijn ambtgenoot van VWS zo spoedig mogelijk en rechtstreeks geïnformeerd.

Gezondheidszorg

Met betrekking tot de conclusies op het beleidsterrein van de gezondheidszorg acht mijn ambtgenoot van VWS het een goed initiatief dat de verschillende parlementaire partijen op het dossier gezondheidszorg samenwerking zoeken en waar mogelijk tot verbetering van de zorgsituatie binnen het Koninkrijk proberen te komen. Wat betreft de voorstellen tot samenwerking om te komen tot een optimale gezondheidszorg in het Koninkrijk, met name concentraties van medische specialismen, geldt voor alle landen dat de specialismen de verantwoordelijkheid zijn van de in die landen functionerende ziekenhuizen, zijnde private instellingen. Het is dus zeer de vraag in hoeverre de landsregeringen hierover gaan. Dit speelt momenteel in Sint Maarten met het SMMC en ook in Curaçao met het SEHOS. Deze private instellingen, die gaan over de specialismen en de eventuele samenwerking onderling, zijn ingebed in de verschillende zorgverzekeringssystemen van de landen. Die geven de randvoorwaarden en de financiële ruimte voor de ziekenhuizen en medische specialismen. Deze systemen zijn momenteel in grote mate aan verandering onderhevig in Sint Maarten en Curaçao. VWS heeft al samenwerking op vlak van uitbreiding specialismen op Sint Maarten aangeboden door de jumelage van het ziekenhuis te Bonaire uit te breiden naar het ziekenhuis te Sint Maarten, maar dit is gestopt vanwege ernstige governance problemen van het SMMC te Sint Maarten. Daarnaast heeft het ministerie van VWS meerdere malen desgewenst beleidsondersteuning aan Curaçao aangeboden. VWS is van mening dat samenwerking tussen landen op dit vlak wel door het beleid van de desbetreffende landen kan worden bevorderd, maar dat verdere ontwikkeling op dit gebied geheel afhankelijk is van de lokale situatie per ziekenhuis, per land. De invloed van beleid hierin is dus beperkt door de ruimte die verschillende zorgstelsels en de private instellingen geven.

De conclusie is daarom dat samenwerking alleen een succes kan worden, als de landen eerst het beleidsterrein volksgezondheid intern enigszins op orde hebben om tot onderlinge afspraken te kunnen komen.

Wat betreft de afspraak een conferentie te organiseren ten behoeve van concrete afspraken ten aanzien van de gezondheidszorg in het Koninkrijk is mijn ambtgenoot van VWS van mening dat dit zeer nuttig kan zijn, maar dat de verwachtingen hieromtrent niet te hoog gespannen mogen zijn. VWS is zeker bereid beleidsmatig te ondersteunen, maar niet om middelen beschikbaar te stellen voor de verschillende zorginstellingen in de verschillende landen. Dit blijft de verantwoordelijkheid van ieder land afzonderlijk, met het bijbehorende verzekeringsysteem.

Wat betreft het verzoek de mogelijkheden te onderzoeken tot samenwerking bij uitzendingen van patiënten in de regio om kosten te reduceren, merkt mijn ambtgenoot op dat elk land gebruik maakt van dezelfde zorgmakelaar, terwijl Aruba vorige jaar daarvan juist afscheid heeft genomen en zijn eigen weg is gegaan door direct verschillende ziekenhuizen te contracteren. Deze samenwerking levert geen kostenreductie op en de verschillen in betaalmoraal van de landen binnen het Koninkrijk is hierbij een probleem.

Daarnaast zijn de totale hoeveelheden uitzendingen van alle landen tezamen dermate fors dat deze over meerdere instellingen in Colombia moeten worden uitgespreid. Dit maakt bundeling buiten de zorgmakelaar om (direct met de Colombiaanse ziekenhuizen) onmogelijk. Daarbij komt dat de afzonderlijke wetgevingen van de verschillende landen in belangrijke mate de speelruimte bepalen. Ook hier geldt dat de landen eerst hun eigen beleidterrein inclusief hun wetgeving op orde moeten brengen alvorens op dit onderwerp iets te bereiken valt.

Aangaande het verzoek de mogelijkheden te onderzoeken betreffende een basispakket van generieke medicijnen in de eerstelijnsgezondheidszorg dient bedacht te worden dat deze geheel afhankelijk zijn van de afzonderlijke wetgevingen van de verschillende landen. Die bepalen ook hier in belangrijke mate de speelruimte en de landen moeten eerst hun eigen beleidterrein inclusief hun wetgeving op orde brengen alvorens op dit onderwerp iets te bereiken valt.

Voor samenwerking op het gebied van orgaantransplantatie en matching van organen dient het gehele zorgsysteem per land geschikt te worden gemaakt om organen te oogsten en beschikbaar te stellen (te matchen). Hiervoor dient een heel systeem van donororganisatie met bijbehorende medische teams en wetgeving gereed te worden gemaakt. Het is geheel de vraag of de geringe omvang van de eilanden hiervoor geschikt is.

Geschillenregeling

De delegaties van de vier landen betreuren het voorts dat de regeringen gezamenlijk nog geen gevolg hebben gegeven aan de uitvoering van de in 2010 aangenomen motie Yrausquin/Herdé (Kamerstuk 32 213 (R1903),nr 14).

Op het verzoek aan de regeringen van de vier landen tot het zo spoedig mogelijk uitvoering geven aan genoemde motie heeft de Koninkrijksconferentie 2011 een werkgroep geschillenbeslechting ingesteld.

Ik kan u mededelen dat de werkzaamheden van de werkgroep aan de orde zullen komen in de Koninkrijksconferentie, ditmaal georganiseerd door Aruba en te Aruba. De conferentie wordt in de tweede week van juni gehouden. U ontvangt na afloop daarvan een verslag.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven