33 577 Interparlementair Koninkrijksoverleg 2013

A/ Nr. 1 AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG MAART 2013

Den Haag, 5-8 maart 2013

In het Presidiumoverleg op 5 maart 2013 is afgesproken dat:

• de presidiumleden herbevestigen de afspraken gemaakt tijdens de videoconferentie van 5 februari 2013;

• het presidium besluit werkgroepen bij aanvang van het IPKO (na de officiële opening) gelegenheid te geven tot kort intern beraad en daartoe het plenaire IPKO kort te schorsen;

• er wordt besloten tot een nieuw presidiumoverleg op donderdagavond 7 maart 2013. Tijdens dat presidiumoverleg zal nadere besluitvorming plaatsvinden over onder andere (1) de continuering van bestaande werkgroepen en de eventuele instelling van nieuwe werkgroepen en (2) over de data van het eerstkomende IPKO op Curaçao in januari 2014.

In het Presidiumoverleg op 7 maart 2013 is afgesproken dat:

• de bestaande werkgroepen continueren hun werkzaamheden;

• er wordt één nieuwe werkgroep in het leven geroepen: de werkgroep «beter benutten economische kansen binnen het Koninkrijk»;

• iedere werkgroep heeft één trekker (en daarnaast leden). Een overzicht is opgenomen in de bijlage;

• ieder land benoemt altijd 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in elke werkgroep;

• teneinde de voortgang van de werkzaamheden van de werkgroepen te bevorderen, zal iedere werkgroep eens in de twee maanden schriftelijk rapporteren over de voortgang aan de commissievoorzitters, in afschrift aan de griffiers, en desgewenst tussentijds (d.w.z. tussen twee IPKO’s) een videoconference houden;

• documenten en resultaten worden zowel aan de Voorzitters van de vaste commissies van de parlementen van de landen, als aan de griffiers gezonden (copie conforme);

• voor een goede onderlinge communicatie wordt via de griffiers van de parlementen een lijst met contactgegevens van alle leden en plaatsvervangende leden verstrekt;

• met betrekking tot de inrichting van het IPKO wordt vastgehouden aan twee werkbezoeken, te organiseren door het gastland in overleg met de delegaties;

• gestreefd wordt per IPKO in ieder geval één avond vrij te houden ter eigen invulling;

• de delegaties zullen vóór 1 juli 2013 binnen hun parlementen inventariseren wat de gewenste agendapunten zijn van het IPKO in januari 2014 op Curaçao. De Nederlandse delegatie heeft reeds aangegeven het onderwerk «integriteit van bestuur» aan te melden. Het organiserende land stelt hierop een agenda voor en coördineert het programma. Dit wordt besproken door het presidium in een videoconferentie en daarna bekrachtigd door de delegaties;

• het eerstvolgend IPKO wordt georganiseerd op Curaçao door de Staten van Curaçao van 7 t/m 10 januari 2014. Curaçao dringt erop aan dat in september/oktober voorstellen voor werkbezoeken worden aangeleverd, zodat daarover tijdig kan worden besloten door het presidium en de logistiek tijdig kan worden geregeld.

Op het beleidsterrein van onderwijs zijn de volgende conclusies getrokken:

De werkgroep onderwijs vervolgt haar werkzaamheden, mede op basis van de discussie in het IPKO 2013 en zal zich hierbij richten op de onderstaande punten:

• aan de regering van Nederland en aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt gevraagd een geactualiseerde stand van zaken te geven ten aanzien van de cijfers en behandelde onderwerpen in de twee brieven die naar aanleiding van het IPKO van juni 2011 zijn verstuurd.¹ Hierbij zal onder meer navraag worden gedaan naar de in de tweede brief genoemde vervolgacties, zoals de pilot lokale bankrekening en een lokaal aanspreekpunt, en de effecten daarvan;

• een inventarisatie van de verschillende faciliteiten ter ondersteuning van (oud-)studenten in de landen van het Koninkrijk;

• de delegaties constateren dat studieschulden in euro’s worden aangegaan en in euro’s moeten worden terugbetaald. Zij constateren dat als studenten na afloop van hun studie terug keren naar hun land van herkomst, zij worden betaald in andere valuta’s dan euro’s. De delegaties verzoeken de regeringen om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om studieschulden terug te betalen in de valuta waarin deze (oud-)studenten worden uitbetaald, en bij de terugbetaling rekening te houden met de draagkracht. De regeringen worden verzocht hierover voor 1 november 2013 te rapporteren;

• een inventarisatie van de knelpunten op het gebied van erkenning van opleidingen en diploma’s uit de regio;

• verder zal de werkgroep de binnen de delegaties levende zorgen met betrekking tot het (nog niet ingediende) wetsvoorstel om te komen tot een sociaal leenstelsel en de mogelijke implicaties van het wetsvoorstel formuleren. De werkgroep zal deze zorgen en mogelijke implicaties vóór 1 april 2013 inventariseren en aan de griffiers van de vier landen sturen, ter verspreiding onder de delegaties.

De werkgroep stelt hiertoe een notitie op. De delegaties leggen deze voor aan hun regering.

Op het beleidsterrein van energie zijn de volgende conclusies getrokken:

De werkgroep energie vervolgt haar werkzaamheden, mede op basis van de discussie in het IPKO 2013 en zal zich hierbij onder meer richten op de onderstaande punten. Deze punten worden door de delegaties voorgelegd aan de regeringen, met als uitgangspunt dat de delegaties het erover eens zijn dat alternatieve energie van groot belang blijft.

• een inventarisatie opmaken van bestaande meer duurzame energieprojecten in elk der landen, inclusief de kosten, en het aandeel van deze duurzame energieproductie in de landen;

• een inventarisatie maken, inclusief de kosten, van wat de ambities zijn van elk van de landen, waaronder de mogelijkheid van gezamenlijke watervoorziening en gezamenlijke inkoop van gas;

• een inventarisatie opmaken van de mogelijkheden tot samenwerking, bijvoorbeeld door expertise uitwisseling en transport van energie tussen de landen.

Op het beleidsterrein van vervoer in het Caribisch gebied zijn de volgende conclusies getrokken:

De werkgroep vervoer in het Caribisch gebied vervolgt haar werkzaamheden, mede op basis van de discussie in het IPKO 2013 en zal zich hierbij onder meer richten op de onderstaande punten. De werkgroep stelt hiertoe een notitie op, op basis waarvan de delegaties deze punten voorleggen aan de regeringen:

• het activeren van de werkgroep vervoer van de Koninkrijksconferentie van de regeringen om te komen tot de uitvoering van de opdracht die de werkgroep heeft verkregen bij haar instelling;

• het onderzoeken van de mogelijkheid voor ingezetenen van de zes eilanden in het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk om met een (uniforme) identiteitskaart te reizen tussen deze eilanden;

• het onderzoeken van de mogelijkheid van «pre-clearance», zodat ingezeten van het Koninkrijk daarna vrijelijk kunnen reizen tussen de delen van het Koninkrijk. Het inklaren vindt dan plaats in het land van vertrek;

• het onderzoeken van de mogelijkheid om op grond van reciprociteit het immigratieformulier af te schaffen dat nu bij een vlucht tussen de Caribisch delen van het Koninkrijk moet worden ingevuld. Dit zoals het nu tussen Curaçao en Sint Maarten geregeld is;

• het onderzoeken van de mogelijkheid van versnelde afhandeling op diverse luchthavens voor houders van een paspoort van het Koninkrijk der Nederlanden, bijvoorbeeld door bij de immigratie een toegangsrij voor ingezetenen en de houders van het paspoort in te stellen;

• het minimaliseren van administratieve handelingen voor onder andere vissers voor wat betreft het sedert 10 oktober 2010 verplicht in- en uitklaren van boten voor visserij en pleziervaart; dit door de op een eiland van het Koninkrijk geregistreerde boot vrije toegang te verlenen tot een ander land van het Koninkrijk, al dan niet door dubbele administratie;

• de bestaande regeling tot het voorkomen van het betalen van dubbele belastingen wordt uitgebreid tot het voorkomen van het betalen van dubbele sociale lasten en/of premies;

• de discussie over het al dan niet belasten van in- of doorgevoerde goederen uitstellen totdat de regeringen van Sint Maarten en Nederland hierover inzicht hebben verschaft, waarbij deze regeringen wordt verzocht uiterlijk 1 november 2013 de verzochte duidelijkheid te hebben verschaft. Het voorgaande laat onverlet dat de Staten van Aruba en Curaçao bij hun regeringen zullen informeren naar de stand van zaken met betrekking tot eventuele vrijhandelsprotocollen, nu op dat gebied reeds initiatieven zijn ondernomen en werkzaamheden op ambtelijk niveau zijn verricht.

Op het beleidsterrein van gezondheidszorg zijn de volgende conclusies getrokken:

De delegaties spreken af dat de voorstellen tot samenwerking, zoals naar voren gebracht door de werkgroep, onder de aandacht van de regeringen worden gebracht. De delegaties spreken de wens uit dat de verschillende regeringen met elkaar in overleg treden, om te komen tot een optimale gezondheidszorg in het Koninkrijk, onder meer door te bevorderen dat waar de kleinschaligheid van de eilanden aanleiding geeft tot concentratie van medische specialisaties, dit gerealiseerd moet worden.

De samenwerkingsvoorstellen van de werkgroep worden gestructureerd op vier niveaus:

• het niveau van de eerstelijnsgezondheidszorg als verantwoordelijkheid van elk der landen;

• het niveau van de buurlanden, bijvoorbeeld Sint Maarten en Sint Eustatius/Saba of Aruba/Curaçao en Bonaire;

• het niveau van samenwerking tussen alle landen binnen het Koninkrijk, waaronder ook de samenwerking tussen de verschillende instellingen in het Koninkrijk (zoals ziekenhuizen);

• samenwerking ten aanzien van zorg die wordt afgenomen buiten het Koninkrijk, bijvoorbeeld in Colombia.

De werkgroep bereidt een verzoek aan de regeringen voor om een conferentie te organiseren voor parlementariërs, regeringen, ziekenhuizen, patiëntenorganisaties, verzekeraars en andere betrokken instanties van de landen van het Koninkrijk, met als uiteindelijk doel te komen tot concrete afspraken ten aanzien van de gezondheidszorg in het Koninkrijk. Mevrouw Ras (Aruba) wordt als kwartiermaker benoemd om samen met de werkgroep het verzoek aan de regeringen voor te bereiden en daarna de voortgang van de uitvoering van het verzoek te bewaken.

Daarnaast zullen de volgende vragen aan de regeringen van de landen worden voorgelegd:

• onderzoek de mogelijkheden om te komen tot samenwerking bij uitzendingen van patiënten in de regio, zoals bijvoorbeeld naar Colombia, zodat een kostenreductie kan worden gerealiseerd.

• onderzoek de mogelijkheden om met een basispakket van 70 à 80 generieke medicijnen in de eerstelijnsgezondheidszorg te komen tot een kostenreductie in de zorg in de Caribische landen van het Koninkrijk. De werkgroep zal voor een nadere formulering van dit punt contact opnemen met het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam.

• onderzoek de mogelijkheden om te komen tot samenwerking op het gebied van orgaantransplantatie en de matching van organen, om te bezien of het mogelijk is om tot gezamenlijke lijsten hiervoor te komen.

Ten aanzien van het onderwerp beter benutten economische kansen binnen het Koninkrijk zijn de volgende conclusies getrokken:

Na een technische briefing door twee ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt gesproken over het beter benutten van de economische kansen voor het Koninkrijk. De Nederlandse delegatie geeft aan dat zij de Koninkrijksregering zal vragen om een visie te formuleren op het (economisch) buitenlands beleid van het Koninkrijk, met name ten aanzien van de Caribische landen in het Koninkrijk. Hierbij zullen de volgende vragen worden meegenomen:

• Hoe kunnen voor de Caribische landen in het Koninkrijk concreet deuren geopend worden voor trainingen en kennisoverdracht die worden gefaciliteerd door de Wereldhandelsorganisatie (WTO)?

• Hoe kan ervoor gezorgd worden dat de Caribische landen in het Koninkrijk structureel vertegenwoordigd worden bij bijeenkomsten als de ambassadeursconferenties voor de landen van het westelijk halfrond?

• Is het mogelijk dat de Caribische landen jaarplannen aanleveren voor economisch buitenlands beleid met betrekking tot de landen die van belang zijn voor hun handelsbetrekkingen, zodat deze in de strategische agenda van de Nederlandse regering en de jaarplannen van ambassades en andere diplomatieke posten kunnen worden meegewogen bij beleidsbeslissingen?

• De landen moeten de mogelijkheid krijgen om de voor hen relevante jaarplannen van de ambassades en posten op te vragen, al dan niet via hun regeringen;

• Hoe kan worden bewerkstelligd dat meer mensen vanuit de landen in het Caribische deel van het Koninkrijk kunnen worden geplaatst in de ambassades die voor die landen belangrijk zijn?

Daarnaast zal de Nederlandse delegatie aan de Staten-Generaal vragen daar waar mogelijk versnelling van de behandeling te bewerkstelligen

De delegaties zullen er bij hun respectievelijke regeringen op aandringen om hun standpunten op het gebied van (economisch) buitenlands beleid over te brengen aan de bewindspersonen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse delegatie geeft hierbij aan bereid te zijn om vervolgens, indien nodig, bij de bewindspersonen van het ministerie van Buitenlandse Zaken navraag te doen naar, dan wel in debat te treden over, de wijze waarop deze standpunten worden opgepakt door de Nederlandse regering.

Op het beleidsterrein van jeugd en jongeren zijn de volgende conclusies getrokken:

De delegaties spreken af de voorstellen tot samenwerking, zoals naar voren gebracht door de werkgroep, onder de aandacht te brengen van de regeringen en van de Koninkrijksconferentie van de regeringen. Hierbij zal aan de regeringen gevraagd worden om aan te geven hoe zij deze voorstellen willen invullen. De voorstellen zoals gedaan door de werkgroep zijn:

• 1. Op het gebied van preventie:

  • zorgen voor een snellere en betere gegevensuitwisseling wanneer jongeren uit de vier landen in het Koninkrijk in de hulpverleningsketen van een ander land terechtkomen;

  • kennis uitwisselen op het gebied van jeugdzorg, jeugd- en gezinscentra en drop-outs;

  • kennis uitwisselen op het gebied van first-offenders en taakstraffen;

  • de nodige ondersteuning geven om te komen tot voorlichting op het gebied van gokken, alcohol en drugs.

• 2. Op het gebied van kinderrechten:

  • kennisuitwisseling met betrekking tot de actieplannen in de diverse landen van het Koninkrijk om kindermishandeling, fysieke mishandeling en seksueel geweld tegen te gaan;

  • samenwerken om deze onderwerpen te agenderen bij de Koninkrijksregering en met bijvoorbeeld initiatiefwetsvoorstellen en Kamervragen komen over deze onderwerpen;

  • het steunen van de introductie van een kinderombudsman in elk der Caribische landen van het Koninkrijk;

  • Het steunen van de vrijwilligersorganisaties die opkomen voor de waarborging van kinderrechten;

  • De delegaties spreken uit dat het wenselijk is te komen tot wet- en/of regelgeving waarmee voor kinderen duidelijk kan worden wie de ouders zijn. De delegaties stellen voor de mogelijkheden te inventariseren voor de introductie van wet- en/of regelgeving ten aanzien van de verbetering van de invulling van het ouderschap.

• 3. Op het gebied van seksuele voorlichting (met inachtneming van de cultuurverschillen tussen de verschillende landen in het Koninkrijk ten aanzien van dit onderwerp):

  • aansturen op het opnemen van het vak seksuele voorlichting in het curriculum, voor zover dat nog niet het geval is;

  • actieplannen met betrekking tot seksuele voorlichting ondersteunen, en de implementatie van deze acties steunen teneinde ongewenste tienerzwangerschap te voorkomen;

  • kennisuitwisseling tussen de landen van het Koninkrijk en het bespreekbaar maken van veilige seks en ongewenste zwangerschap.

Ten aanzien van het onderwerp kansen voor het Koninkrijk, 200 jaar Koninkrijk is de volgende conclusie getrokken:

De delegaties kunnen desgewenst voorstellen doen aan het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk ten aanzien van de invulling van de viering in hun landen. Hiertoe zijn de contactgegevens van het comité verspreid onder de delegaties.

Ten aanzien van het onderwerp kansen voor het Koninkrijk, geschillenregeling is de volgende conclusie getrokken:

De delegaties van de vier landen betreuren het dat de regeringen gezamenlijk nog geen gevolg hebben gegeven aan de uitvoering van de in 2010 aangenomen motie Yrausquin/Herdé (Kamerstuknummer 32 213 (R1903), nr. 14) over de geschillenregeling. De regeringen worden daarom verzocht alsnog zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor het einde van 2013, uitvoering te geven aan deze motie.

Den Haag, 8 maart 2013

C.G. Dammers (Staten van Aruba)

M.C. Franco (Staten van Curaçao)

R.E. Samuel (Staten van Sint Maarten)

J. Recourt (Staten-Generaal Nederland)

Bijlage 1 Leden van de deelnemende delegaties en programma Interparlementair Koninkrijksoverleg 2013

1. Leden van de deelnemende delegaties

Leden van de delegatie van de Staten van Aruba

Dhr. C.G. Dammers (Statenvoorzitter)

Dhr. G.R. Herdé (Commissievoorzitter)

Dhr. A.C.G. Bikker

Mw. L.C. Jansen-Varlack

Mw. M.J. Lopez-Tromp

Mw. M.G. Ras

Dhr. D.R. Rasmijn

Dhr. A.M. Sneek

Dhr. J.E. Thijsen

Dhr. C.A.S.D. Wever

Mw. E.C. Wever-Croes

Dhr. J.D.E. Yrausquin

Mw. J.A. Bastien-Sherman (Griffier)

Leden van de delegatie van de Staten van Curaçao

Dhr. M.C. Franco (Statenvoorzitter)

Dhr. H.M. Wiels (Commissievoorzitter)

Dhr. C.F. Cooper

Dhr. H.A. Davelaar

Mw. Z.A.M. Jesus-Leito

Dhr. A.D. Rosaria

Dhr. G.T. Sulvaran

Dhr. A.C.M. Thode

Dhr. S. Cijntje (Griffier)

Leden van de delegatie van de Staten van Sint Maarten

Dhr. R.E. Samuel (Statenvoorzitter)

Dhr. G.C. Pantophlet (Commissievoorzitter)

Mw. R.A.G. Douglass

Dhr. P.G. Illidge

Dhr. F.G. Richardson

Dhr. L.J. Richardson

Dhr. J.D. Semeleer (Griffier)

Dhr. R.H. Richardson (Adviseur)

Leden van de delegatie van de Staten-Generaal van Nederland

Leden Eerste Kamer

Mw. M.Y. Linthorst (Commissievoorzitter)

Mw. S.C. van Bijsterveld

Dhr. J.W.M. Engels

Dhr. R.R. Ganzevoort

Dhr. Th.C. de Graaf

Dhr. F.E. van Kappen

Mw. A.C. Quik-Schuit

Mw. T.M. Slagter-Roukema

Dhr. B.J. Swagerman

Dhr. F.J. Bergman (Commissiegriffier)

Dhr. F.IJ. Wolf (Stafmedewerker)

Leden Tweede Kamer

Dhr. J. Recourt (Commissievoorzitter)

Dhr. R. Bisschop

Dhr. A. Bosman

Mw. W. Hachchi

Dhr. P.P.M. Heijnen

Dhr. H.C.M. Krol

Dhr. P.H. van Meenen

Dhr. A.A.G.M. van Raak

Mw. M.M. van Toorenburg

Dhr. T.N.J. de Lange (Commissiegriffier)

Dhr. G.F.C. van Leiden (Commissiegriffier)

Mw. J.B. Garib (Staflid)

Mw. S. de Bruin-Bergs (Staflid)

2. Programma

Dinsdag 5 maart 2013
Locatie: Eerste Kamer (Hall) (besloten)
09.00 – 09.45 uur	Ontvangst
Locatie: Eerste Kamer (Gravenkamer) (besloten)
09.00 – 09.15 uur	Presidiumoverleg
	Aanwezig: Mw. Linhorst, Dhr. Recourt, Dhr. Dammers, Dhr. Herdé, Dhr. Franco, Dhr. Wiels, Dhr. Pantophlet, Dhr. Samuel en de griffiers
Locatie: Eerste Kamer (plenaire zaal) (openbaar)
09.45 – 10.15 uur	Opening
09.45u	welkomstwoord door Voorzitter van de Eerste Kamer
09.55u	korte speech door delegatieleider Aruba
10.00u	korte speech delegatieleider Curaçao
10.05u	korte speech delegatieleider Sint Maarten
10.10u	opening vergadering door voorzitter overleg, delegatieleider Staten-Generaal
Locatie: Eerste Kamer (plenaire zaal) (openbaar)
10.30 – 12.30 uur	– Terugkoppeling uit de werkgroep onderwijs en discussie
	– Terugkoppeling uit de werkgroep energie en discussie
Locatie: Tweede Kamer (Rooksalon) (besloten)
12.30 – 14.00 uur	Lunch
Locatie: Tweede Kamer (Thorbeckezaal) (openbaar)
14.15 – 16.15 uur	Terugkoppeling uit de werkgroep Vervoer in het Caribisch gebied en discussie
Locatie: Ministerie van Algemene Zaken (besloten)
16.45 – 17.15 uur	Bezoek aan minister-president
Locatie: Tweede Kamer (Koffiekamer) (besloten)
17.30 – 18.30 uur	Borrel aangeboden door Voorzitter van de Tweede Kamer in aanwezigheid fractievoorzitters Staten-Generaal
Locatie: Tweede Kamer (Rooksalon) (besloten)
18.30 – 21.00 uur	Diner aangeboden door Voorzitten van de Tweede Kamer
Woensdag 6 maart 2013
Locatie: Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam (besloten)
10.00 – 13.00 uur	Werkbezoek gezondheidszorg en lunch
Locatie: Tweede Kamer (Thorbeckezaal) (openbaar)
14.30 – 18.00 uur	– Terugkoppeling uit de werkgroep gezondheidszorg en discussie
	– Bespreking: beter benutten economische kansen Koninkrijk
	Technische briefing/inleiding door twee ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en discussie
Locatie: Noenzaal Eerste Kamer (besloten)
18.15 – 21.00 uur	Borrel en diner aangeboden door Voorzitter van de Eerste Kamer
Donderdag 7 maart 2013
Locatie: Jeugddetentiecentrum de Hartelborgt in Spijkenisse (besloten)
10.00 – 13.00 uur	Werkbezoek jeugd en jongeren en lunch
Locatie: Tweede Kamer (Thorbeckezaal) (openbaar)
14.30 – 18.00 uur	– Terugkoppeling uit de werkgroep jeugd en jongeren en discussie
	– Bespreking: kansen voor het Koninkrijk, viering 200 jaar Koninkrijk;
	Inleiding door Dhr. Tjeenk Willink van het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk
	– Bespreking: kansen voor het Koninkrijk, geschillenregeling
Locatie: Rommekamer (besloten)
18.00 – 18.30 uur	Presidiumoverleg
	Aanwezig: Mw. Linhorst, Dhr. Recourt, Dhr. Dammers, Dhr. Herdé, Dhr. Franco, Dhr. Wiels, Dhr. Pantophlet, Dhr. Samuel en de griffiers
Locatie: Extern locatie (besloten)
18.30 – 21.00 uur	Diner
Vrijdag 8 maart 2013
Locatie: Tweede Kamer (Thorbeckezaal) (openbaar)
09.30 – 11.30 uur	Vaststelling van afsprakenlijst
Locatie: Tweede Kamer (Rooksalon) (besloten)
12.00 – 13.30 uur	Lunch
Locatie: Tweede Kamer (Thorbeckezaal) (openbaar)
14.00 – 15.00 uur	Presentatie en ondertekening afsprakenlijst en persconferentie

Bijlage 2 Leden van de werkgroepen van het IPKO

1. Onderwijs

Voortrekker: Nederland

Leden: Mw. Linthorst (Nederland), dhr. Pantophlet (Sint Maarten), mw. Lopez-Tromp (Aruba) en mw. Jesus-Leito (Curaçao).

Plaatsvervangende leden: Dhr. Heijnen (Nederland), dhr. Illidge (Sint Maarten), dhr. Sulvaran (Curaçao) en dhr. Sneek (Aruba).

2. Energie

Voortrekker: Curaçao

Leden: Dhr. Bosman (Nederland), dhr. Marlin (Sint Maarten), dhr. Rasmijn (Aruba) en dhr. Sulvaran (Curaçao)

Plaatsvervangende leden: mw. Slagter (Nederland), dhr. Illidge (Sint Maarten), dhr. Thodé (Curaçao) en dhr. Bikker (Aruba)

3. Vervoer in het Caribisch gebied

Voortrekker: Sint Maarten

Leden: Dhr. Illidge (Sint Maarten), dhr. Bikker (Aruba), dhr. Cooper (Curaçao) en dhr. Van Kappen (Nederland)

Plaatsvervangende leden: Mw. Douglass (Sint Maarten), dhr. Heijnen (Nederland), dhr. Rosaria (Curaçao) en dhr. Briesen (Aruba)

4. Gezondheidszorg

Voortrekker: Aruba

Leden: Mw. Van Toorenburg (Nederland), mw. Ras (Aruba), dhr. Davelaar (Curaçao) en dhr. Lloyd Richardson (Sint Maarten).

Plaatsvervangende leden: Mw. Linthorst (Nederland), mw. Douglass (Sint Maarten), dhr. Wiels (Curaçao) en dhr. Thijsen (Aruba)

5. Jeugd en jongeren

Voortrekker: Aruba

Leden: Mw. Lopez-Tromp (Aruba), mw. Hachchi (Nederland), mw. Douglass (Sint Maarten) en dhr. Wiels (Curaçao).

Plaatsvervangende leden: mw. Quik-Schuijt (Nederland), dhr. Pantophlet (Sint Maarten), dhr. Davelaar (Curaçao) en dhr. Sneek (Aruba).

6. Beter benutten economische kansen binnen het Koninkrijk

Voortrekker: Curaçao

Leden: dhr. Yrausquin (Aruba), dhr. Rosaria (Curaçao), dhr. Frans Richardson (Sint Maarten) en dhr. Bosman (Nederland)

Plaatsvervangende leden: dhr. Bikker (Aruba), dhr. Sulvaran (Curaçao), dhr. Lloyd Richardson (Sint Maarten) en dhr. Swagerman (Nederland)

---

1 Brieven van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, d.d. 11 januari 2012 en d.d. 6 juli 2012 (Kamerstuknummer 32 836, nrs. 2 en 3)