32 836 Interparlementair Koninkrijksoverleg juni 2011

B/ nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2012

Tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg op 15 juni 2011 is ambtelijk door het Ministerie van OCW een viertal toezeggingen gedaan.

Met de eerste toezegging heeft het Ministerie van OCW aangegeven een aantal rekenvoorbeelden te geven waaruit blijkt hoe de verlaging van het maandbedrag (draagkrachtmeting) voor betrokkenen in de praktijk op de eilanden uitpakt als deze wordt omgerekend naar Antilliaanse en Arubaanse guldens.

Met de tweede toezegging heeft het Ministerie van OCW aangegeven te zullen nagaan welke concrete signalen hem bereikt hebben in de laatste jaren naar aanleiding van klachten over de door DUO ingeschakelde deurwaarder op Curaçao.

Met de derde toezegging heeft het Ministerie van OCW aangegeven inzicht te geven in de aantallen debiteuren afkomstig van Curaçao, Sint maarten, Aruba en Caribisch Nederland, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen personen met draagkracht, zonder draagkracht en wanbetalers.

Met de vierde toezegging heeft het Ministerie van OCW aangegeven aan te zullen geven hoeveel studenten, afkomstig van Curaçao, Sint Maarten, Aruba en Caribisch Nederland, na de opleiding in Nederland terugkeren naar de eilanden.

Aan de eerste toezegging zal in de bij deze brief gevoegde bijlage 1 worden voldaan. Aan de tweede toezegging zal in de bij deze brief gevoegde bijlage 2 worden voldaan. Voor de overige twee toezeggingen is meer tijd nodig, omdat daarvoor nader onderzoek moet worden gedaan en omdat daarvoor gegevens nodig zijn die OCW van de eilanden moet krijgen. Naar verwachting zal eind maart aan deze toezeggingen worden voldaan.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

BIJLAGE 1

INLEIDING

Tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg is door het Ministerie van OCW aangegeven dat in een aantal rekenvoorbeelden wordt aangegeven hoe de verlaging van het maandbedrag (draagkrachtmeting) in de praktijk op de eilanden uitpakt voor betrokkenen als deze wordt omgerekend naar Antilliaanse en Arubaanse guldens.

Korte samenvatting terugbetalingregels

De regelgeving omtrent het terugbetalen van de studieschuld van de student volgt uit de Wet studiefinanciering 2000. In deze wet is bepaald dat de student zijn studieschuld binnen vijftien jaar moet aflossen. De hoogte van de studieschuld en het rentepercentage bepalen welk bedrag per maand afgelost moet worden. Dit maandbedrag kan worden berekend door de totale studieschuld, inclusief rente, te delen door 180 (15 jaar maal 12 maanden). Wel geldt een minimaal maandbedrag van € 45,41 per maand. Dat bedrag wordt ten behoeve van de leesbaarheid naar in dit document naar € 46 afgerond. Valt het vastgestelde maandbedrag lager uit dan € 46 dan moet toch € 46 per maand worden terugbetaald. Dit betekent automatisch dat de schuld dan wordt terugbetaald in een kortere periode dan 15 jaar.

Rekenvoorbeelden

In een aantal grafieken zijn rekenvoorbeelden uitgewerkt (p.4 t/m 12). In deze rekenvoorbeelden zal worden uitgegaan van drie verschillende studieschulden, te weten een studieschuld van € 5 000, een studieschuld van € 15 000 en een studieschuld van € 30 000. Er wordt een rentepercentage van 2% gehanteerd. In het rekenvoorbeeld gaat het om een alleenstaande debiteur.

De drie typen schulden zijn vervolgens uitgewerkt voor euro, Amerikaanse dollar, Antilliaanse gulden en Arubaanse florin. Voor de omrekening van de euro naar de Antilliaanse gulden, de Arubaanse florin en de Amerikaanse dollar is een wisselkoers van december 2011 gehanteerd.

Bij de berekening is geen rekening gehouden met de administratiekosten die banken in rekening brengen bij de conversie van de valuta naar de euro. De reden hiervan is dat deze kosten per bank verschillen.

Hoogte studieschuld

(exclusief rente)

Maandbedrag

(inclusief rente)

Afgerond maandbedrag

(inclusief rente)

€ 5 000

€ 32,13 -> € 45,41

€ 46

€ 15 000

€ 96,40

€ 96

€ 30 000

€ 192,80

€ 193

Effect verlagen maandbedrag

Indien de debiteur niet in staat is het voor hem vastgestelde maandbedrag te voldoen, kan hij verzoeken het maandbedrag te verlagen. Aan de hand van zijn verzamelinkomen of belastbaar loon berekent de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) per jaar welk bedrag de debiteur, gelet op dit inkomen, zou kunnen terugbetalen. Bij de vaststelling van de draagkracht van de debiteur wordt uitgegaan van zijn inkomen van twee jaar geleden. Voor de draagkracht in 2012 wordt dus uitgegaan van het inkomen in 2010. De Belastingdienst stelt het verzamelinkomen of belastbaar loon vast. Voor de definitieve berekening van de draagkracht wordt dus niet gekeken naar het besteedbare inkomen, met andere woorden: er wordt geen rekening gehouden met uitgaven, zoals bijvoorbeeld aflossing van andere schulden.

Als uit de berekening volgt dat de debiteur méér zou kunnen betalen dan zijn vastgestelde maandbedrag, dan blijft het maandbedrag hetzelfde. Zijn maandbedrag wordt niet hoger.

Als de alleenstaande debiteur in een bepaalde periode een inkomen heeft onder het draagkrachtvrije bedrag, dan hoeft hij in deze periode niets terug te betalen aan DUO. De schuld die na vijftien jaar resteert, wordt kwijtgescholden.

Als eerste wordt een tabel weergegeven die van toepassing is op een alleenstaande debiteur. Wanneer hij een inkomen heeft van € 15 695, dan behoeft hij in het geheel niets terug te betalen. Dit inkomen is ook direct het grensbedrag voor de debiteur met een studieschuld van € 5 000: alleen als zijn inkomen € 15 695 of minder bedraagt, is het zinvol te verzoeken zijn maandbedrag te verlagen. Bedraagt zijn inkomen meer, dan zou hij op basis van dit inkomen meer kunnen terugbetalen dan het maandbedrag dat voor hem is vastgesteld (€ 46). Dit hogere bedrag hoeft hij echter niet terug te betalen, daarom blijft in de tabel bij de hogere inkomens het bedrag van € 46 vermeld.

De debiteur met een studieschuld van € 15 000, kan met succes verzoeken zijn maandbedrag van € 96 te verlagen wanneer zijn inkomen € 19 528 of minder bedraagt. Voor de debiteur met een studieschuld van € 30 000 moet het inkomen € 24 409 of minder zijn om in aanmerking te komen voor een verlaging van zijn maandbedrag van € 193.

Let op, hier wordt benadrukt dat vanwege de leesbaarheid afgeronde maandbedragen worden gebruikt. De inkomensgrenzen zijn echter van toepassing op de onafgeronde maandbedragen. Voor precieze berekeningen wordt verwezen naar het rekenprogramma op http://www.ib groep.nl/studiepunt/rekenprog/wsf_dd.asp?jaar=2012&periode=1. 1

Maandbedrag in euro's alleenstaande debiteur
 

Een schuld van:

Inkomen in euro's

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

15 000

0

0

0

15 695

0

0

0

17 000

46

63

63

19 000

46

89

89

19 528

46

96

96

21 000

46

96

125

23 000

46

96

165

24 409

46

96

193

25 000

46

96

193

27 000

46

96

193

De alleenstaande debiteur die een of meer kinderen verzorgt, kan van de Belastingdienst korting krijgen op zijn inkomstenbelasting (alleenstaande ouderkorting). Voor de debiteur met alleenstaande ouderkorting geldt tevens dat de draagkrachtvrije bedragen hoger liggen.

Maandbedrag in euro's alleenstaande debiteur met kind
 

Een schuld van:

Inkomen in euro's

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

19 513

0

0

0

22 000

16

16

16

26 000

43

43

43

26 377

46

46

46

30 000

46

74

74

31 666

46

96

96

34 000

46

96

126

38 000

46

96

179

39 054

46

96

193

42 000

46

96

193

Hieronder worden bovenstaande rekenvoorbeelden in de valuta Antilliaanse gulden, Arubaanse florin en Amerikaanse dollar gegeven.

Partner

Bij het verlagen van het maandbedrag telt het inkomen van de partner mee. De debiteur kan ervoor kiezen om het inkomen van zijn partner buiten beschouwing te laten. Het gevolg is dan wel dat de debiteur niet meer automatisch na vijftien jaar van zijn schuld is. Het aantal maanden dat het inkomen van de partner buiten beschouwing wordt gelaten, wordt namelijk bij die vijftien jaar opgeteld.

Meer informatie

Voor meer berekeningen van een verlaging van het maandbedrag voor de verschillende situaties (alleenstaande debiteur, debiteur met partner, debiteur met alleenstaande ouderkorting) kan gebruik worden gemaakt van de rekenhulp op www.duo.nl.

Maandbedrag in dollars

Koers: 1 euro is 1,30 dollar

Verlaging maandbedrag in dollars alleenstaande debiteur
 

Een schuld van:

Inkomen in dollars

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

19 500

0

0

0

20 404

0

0

0

22 100

60

82

82

24 700

60

116

116

25 386

60

125

125

27 300

60

125

163

28 600

60

125

189

29 900

60

125

215

31 732

60

125

251

32 500

60

125

251

35 100

60

125

251

Verlaging maandbedrag in dollars alleenstaande debiteur met kind
 

Een schuld van:

Inkomen in dollars

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

25 367

0

0

0

28 600

21

21

21

33 800

56

56

56

34 355

60

60

60

39 000

60

96

96

41 166

60

125

125

44 200

60

125

164

49 400

60

125

233

50 770

60

125

251

54 600

60

125

251

Maandbedrag in Antilliaanse guldens

Koers: 1 euro is 2,39 Antilliaanse gulden

Maandbedrag in Antilliaanse guldens alleenstaande debiteur
 

Een schuld van:

Inkomen in NAF

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

35 850

0

0

0

37 511

0

0

0

40 630

110

151

151

45 410

110

213

213

46 672

110

229

229

50 190

110

229

299

52 580

110

229

347

54 970

110

229

394

58 338

110

229

461

59 750

110

229

461

64 530

110

229

461

Maandbedrag in Antilliaanse guldens alleenstaande debiteur met kind
 

Een schuld van:

Inkomen in NAF

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

46 636

0

0

0

52 580

38

38

38

62 140

103

103

103

63 161

110

110

110

71 700

110

177

177

75 682

110

229

229

81 260

110

229

301

90 820

110

229

428

93 339

110

229

461

100 380

110

229

461

Maandbedrag in Arubaanse florin

Koers: 1 euro is 2,38 Arubaanse florin

Maandbedrag in Arubaanse Florin alleenstaande debiteur
 

Een schuld van:

Inkomen in AWG

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

35 700

0

0

0

37 354

0

0

0

40 460

109

150

150

45 220

109

212

212

46 477

109

228

228

49 980

109

228

298

52 360

109

228

345

54 740

109

228

393

58 093

109

228

459

59 500

109

228

459

64 260

109

228

459

Maandbedrag in Arubaanse Florin alleenstaande debiteur met kind
 

Een schuld van:

Inkomen in AWG

€ 5 000

€ 15 000

€ 30 000

0

0

0

0

46 441

0

0

0

52 360

38

38

38

61 880

102

102

102

62 896

109

109

109

71 400

109

176

176

75 365

109

228

228

80 920

109

228

300

90 440

109

228

426

92 949

109

228

459

99 960

109

228

459

BIJLAGE 2

INLEIDING

Het Ministerie van OCW heeft aangegeven dat de Dienst Uitvoering onderwijs (DUO) zal nagaan welke concrete signalen haar bereikt hebben in de laatste jaren naar aanleiding van klachten over de door DUO ingeschakelde deurwaarder op Curaçao. Bij de rapportage over dit onderwerp zal speciale aandacht zijn voor het contract met de deurwaarder en de relevante voorwaarden die daarin zijn opgenomen over de kosten die de deurwaarder in rekening mag brengen bij de debiteur.

Voor de invordering in verband met achterstanden bij debiteuren woonachtig op Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Caribisch Nederland bij de terugbetaling van onder andere studieschulden op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) maakt DUO gebruik van de diensten van Souman Hermanus, Gerechtsdeurwaarders & Incasso NV.

Klachten

Wanneer een klant een klacht heeft over de dienstverlening van DUO of over de manier waarop een medewerker van DUO hem heeft behandeld, dan kan hij terecht bij de klachtenfunctionarissen van DUO. Zij behandelen de klacht volgens de wettelijke klachtenregeling. Onderzoek heeft uitgewezen dat er tot op heden geen officiële klachten bij DUO zijn ingediend over de handelwijze bij de invordering door de gerechtsdeurwaarder Souman Hermanus.

Eind 2007 is er door de consumentenbond van Curaçao (Fundashon pa Konsumidó) aangegeven dat een aantal debiteuren problemen ondervond bij de terugbetaling van hun studieschuld aan het deurwaarderskantoor. Deze zaken zijn door DUO onderzocht. Het merendeel van deze problemen betrof niet zozeer de inning van achterstallige studieschulden, maar onduidelijkheid van de debiteur omtrent zijn schuldsaldo en verwerking van betalingen. Ook bleek er weinig bekendheid te zijn met de mogelijkheden om het terug te betalen maandbedrag te verlagen.

Als gevolg van bovengenoemde constatering heeft DUO in 2009 een apart formulier ontwikkeld voor debiteuren woonachtig op de Antillen en Aruba, waarmee kan worden verzocht het maandbedrag te verlagen. Dit formulier is met een begeleidende brief in zowel de Nederlandse als Papiamentse taal naar alle debiteuren woonachtig op de Antillen en Aruba gezonden. Ook is tijdelijk een speciaal e-mailadres voor deze debiteuren gecreëerd en zijn aparte pagina’s met informatie voor deze debiteuren op de website van DUO opgenomen.

Getracht is om middels deze acties debiteuren meer gerichte informatie te verstrekken, waardoor verdere achterstanden in de terugbetaling kunnen worden voorkomen.

Om debiteuren op de hoogte te stellen van de mogelijkheid om te verzoeken het maandbedrag te verlagen is met het deurwaarderskantoor afgesproken dat hij een sjabloon op zal nemen in zijn sommatiebrieven waarin een verwijzing wordt gedaan naar de mogelijkheden op het gebied van de reguliere maandtermijnen.

Kosten

DUO heeft met deurwaarderskantoor Souman Hermanus een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de invordering van achterstallige schulden. In deze Overeenkomst is geregeld welke kosten de deurwaarder bij de debiteur in rekening mag brengen. Voor de incasso van vorderingen bij debiteuren is vastgelegd dat 15% van de vordering aan kosten en provisie in rekening mag worden gebracht bij de debiteur. Daarnaast mogen de kosten die gemaakt worden in een eventuele gerechtelijke procedure worden doorberekend aan de debiteur. In overeenkomsten met deurwaarders in Europees Nederland worden gelijkwaardige afspraken gemaakt. Het is DUO niet bekend en er hebben DUO geen signalen bereikt dat er meer kosten in rekening zouden worden gebracht bij de debiteur.


X Noot
1

In dit rekenvoorbeeld moet aangegeven worden of de debiteur onder de oude of de huidige terugbetalingsregels valt. Dit heeft namelijk gevolgen voor de berekening van de draagkracht. Voor de meeste terugbetalers gelden nog de oude regels. In de hier verstrekte rekenvoorbeelden is daarom ook van de oude regels uitgegaan.

Naar boven