Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2023
De vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij gevraagd
(19 oktober 2023) een reactie te geven op de door het Centraal Planbureau (CPB) uitgevoerde
second opinion over, de maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) voor een nieuwe vrachthaven
op Bonaire. Het second opinion onderzoek van het CPB is opgesteld op verzoek van het openbaar lichaam Bonaire (OLB).
Met deze brief geef ik, in afstemming met de Ministeries van Economische Zaken en
Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
mijn reactie.
Ik onderschrijf de conclusies van het CPB over de uitkomsten van de MKBA voor de bouw
van een containerhaven op Bonaire. Het CPB benoemt een aantal belangrijke omissies
in de MKBA, waaronder het ontbreken van indirecte economische effecten en het niet
in kaart brengen van extra schade aan de natuur door toegenomen cruisepassagiers.
Het onderzoek geeft ook aan dat het nog onvoldoende helder is waar de baten van de
nieuwe haven zullen neerslaan. Dit dient voor besluitvorming helder te zijn, zodat
eventueel beleid ingezet kan worden om de baten zoveel mogelijk neer te laten slaan
bij de inwoners van Bonaire. Verder stelt het CPB dat de monetaire waarde voor natuurschade
in de MKBA mogelijk geen goede maatstaf is voor de schade aan koraal en andere natuur.
Ten slotte is aangegeven dat voor de alternatieve locaties dezelfde informatie over
de effecten op de natuur nodig is voor een evenwichtige afweging. Voor een goed geïnformeerde
(politieke) besluitvorming over de vrachthaven is er onder andere een nadere uitwerking
nodig van de fysieke effecten op de natuur, het bepalen van de (maatschappelijke)
kosten en de wijze waarop de effecten gemitigeerd of gecompenseerd kunnen worden.
Ik ben van mening dat informatie over de effecten op de natuur vereist is voor het
nemen van een besluit over de bouw van de haven. Door opvolging te geven aan de conclusies
van het CPB kan een volledig beeld van de werkelijke (maatschappelijke) kosten en
baten worden gevormd, waaronder de schade aan de natuur. Op basis daarvan kan een
passend beleid worden ontwikkeld om mogelijke negatieve effecten te minimaliseren
en te compenseren. Een belangrijk instrument voor het in beeld brengen van de effecten
op de natuur is via een milieueffectrapportage (MER). De MER moet daarbij ook toekomstige
schade op de natuur in beeld brengen. Hoewel in de MKBA door het OLB reeds de keuze
uit de twee geselecteerde locaties (waar al maritiem verkeer en aanlanding van schepen
plaatsvindt) is genomen, is onvoldoende duidelijk of de voorkeurslocatie van de haven
minder of geen voorziene schade aan de natuur tot gevolg heeft ten opzichte van de
alternatieve locatie. Daarnaast zal moeten blijken dat er geen andere alternatieve
locaties of mogelijkheden zijn met minder of geen schade aan de natuur. Indien er
geen alternatieven zijn én er dwingende redenen van openbaar belang zijn voor de aanleg
van de vrachthaven, dan zullen er op basis van de MER voldoende natuurcompensatie-
en mitigatiemaatregelen genomen moeten worden.
Ik heb notie genomen van de vaststelling van de startnotitie voor een MER voor de
containerhaven door het bestuurscollege van Bonaire. In hoeverre deze startnotitie
rekening houdt met de uitkomsten van het second opinion onderzoek is mij niet bekend. Hierover treed ik met het openbaar lichaam in overleg.
Op basis van de uitkomsten van de MER kan er nadere besluitvorming plaatsvinden over
de te nemen stappen.
De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal