33 573 Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een centrale stemopneming (Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming)

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Ontvangen ter Griffie op 10 juni 2013.

De voordracht voor een vaste te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 8 juli 2013.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 9 juli 2013.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2013

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 3, derde lid, van het wetsvoorstel Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Kamerstuk 33 573, nr. 2). Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven