Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2013
Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg Arbeidsmarktbeleid d.d. 2 juli 2013 (Kamerstuk
33 566, nr. 58) heb toegezegd stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, voorafgaand
aan het Algemeen Overleg Kinderopvang, een brief over het recht op kinderopvangtoeslag
van de ouder die zijn of haar hulpbehoevende ouder in huis neemt. Daarnaast maak ik
van de gelegenheid gebruik om u te informeren over een onderwerp dat losstaat van
het AO kinderopvang. Dit betreft een nabetaling van een laatste periode WW na werkhervatting
aan een aantal voormalig WW-gerechtigden. UWV zal vanaf medio september starten met
de nabetaling.
Partnerbegrip kinderopvangtoeslag
Door een aanpassing in het fiscaal partnerbegrip en het partnerbegrip voor de toeslagen
vanaf 2012 wordt een in huis genomen ouder toeslagpartner van een alleenstaande ouder.
Indien de inwonende (hulpbehoevende) ouder niet meer voldoet aan de arbeidseis, kan
dit voor de alleenstaande ouder tot gevolg hebben dat het recht op een kinderopvangtoeslag
vervalt. Op verzoek van uw Kamer hebben de Staatssecretaris van Financiën en ik besloten
een wetswijziging voor te bereiden, die per 1 januari 2014 en met terugwerkende kracht
over 2012 en 2013 dit probleem oplost, via een aanpassing in de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deze wijziging is meegenomen in het wetsvoorstel
Overige fiscale maatregelen 2014 en wordt daarin nader toegelicht. Dit wetsvoorstel
is op Prinsjesdag bij uw Kamer ingediend.
Betaling resterende WW-uitkering
UWV zal vanaf medio september aan ongeveer 16.000 voormalig WW-gerechtigden een nabetaling
doen. Geconstateerd is dat voor deze klanten uit de periode 2008 tot en met april
2013 de beëindiging van de WW-uitkering na werkhervatting niet correct is afgehandeld.
Daardoor is de laatste periode WW, die naar schatting gemiddeld 8 dagen omvat, niet
aan de klant betaald. De klanten ontvangen het resterende deel alsnog en worden hierover
persoonlijk geïnformeerd. Het herstel sluit aan bij de reguliere termijn van 5 jaar.
Deze nabetaling levert een nadelig budgettair effect van circa 20 miljoen euro voor
de uitkeringslasten op. Het uitblijven van deze laatste betaling is ontstaan door
een registratiefout in het uitkeringssysteem en deed zich incidenteel voor in de periode
1994 tot en met april 2013. UWV heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.
In overleg met UWV bezie ik hoe lering te trekken is uit deze casus voor de vroegtijdige
herkenning van onjuiste uitvoering.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher