33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2016

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel voor wijziging van de Elektriciteitswet 1998 («Tijdig realiseren doelstellingen Energieakkoord») (Kamerstuk 34 401, nrs. 2 en 3) van 18 februari 2016 (Kamerstuk 34 401, nr. 12) heb ik toegezegd om het in het wetsvoorstel aangekondigde ontwikkelkader windenergie op zee naar uw Kamer te versturen zodra dit is vastgesteld. Na het in werking treden van dit wetsvoorstel op 1 april jl. is het ontwikkelkader op 15 april jl. in de ministerraad vastgesteld. Hierbij informeer ik uw Kamer over het ontwikkelkader1.

Het ontwikkelkader ziet op de doelstelling voor windenergie op zee tot 2023 uit het Energieakkoord, namelijk de realisatie van een additioneel vermogen van 3.450 MW windenergie op zee bij een kostenreductie van 40%. De bepalingen in het ontwikkelkader gelden voor de windenergiegebieden uit de routekaart windenergie op zee 2, waarin de opgave uit het Energieakkoord is uitgewerkt. Het ontwikkelkader geeft een raamwerk voor de ontwikkeling van windenergie op zee in Nederland tot 2023 en voor de vormgeving en aanleg van het net op zee dat deze ontwikkeling ondersteunt. Het beschrijft op hoofdlijnen de functionele eisen en het technische concept van het net op zee waarop de windparken worden aangesloten. Het uitgangspunt en beoogde doel zijn het minimaliseren van de totale kosten van windenergie op zee, dus de kosten van de windparken en het net op zee tezamen. Op grond van artikel 16e van de Elektriciteitswet 1998, dat het ontwikkelkader introduceert, is de netbeheerder van het net op zee verplicht om tweejaarlijks een document op te stellen waarin staat aangegeven welke investeringen noodzakelijk zijn voor het net op zee ter uitvoering van dit ontwikkelkader. Dit om ervoor te zorgen dat de aansluiting van de windparken tijdig gereed is.

De belangrijkste elementen van het ontwikkelkader zijn de volgende:

  • De opleveringsdatum voor de verschillende delen van het net op zee. Het is van belang de aansluiting van de windparken tijdig gereed te hebben om opbrengstverliezen en schade aan de windparken te voorkomen. Overschrijding van de in dit ontwikkelkader aangegeven opleveringsdata kan aanleiding zijn voor een schadevergoeding door de netbeheerder van het net op zee aan de (toekomstige) vergunninghouder van het windpark, overeenkomstig de schadevergoedingsregeling die is opgenomen in artikel 16f van de Elektriciteitswet 1998. Zoals bekend is mijn voornemen om TenneT aan te wijzen als netbeheerder van het net op zee;

  • Definitief vastleggen van het principe van het net op zee uit de routekaart windenergie op zee en de technische randvoorwaarden en functionele eisen. Het ontwikkelkader legt de technische keuzes vast waaraan het net op zee moet voldoen. Deze randvoorwaarden en functionele eisen bepalen mede de technische opzet van de windparken en bieden daarmee duidelijkheid en zekerheid aan zowel TenneT als aan ontwikkelaars van windparken op zee. Dit geeft bieders op de subsidietenders zekerheid en kan resulteren in lagere biedingen. De eerste tender is op 10 april jl. geopend en sluit op 12 mei aanstaande;

  • De verwachte technische levensduren van de windparken en het net op zee waarvan moet worden uitgegaan. De vaststelling van de afschrijvingstermijn voor het net op zee is aan de ACM.

Behoudens een aanwijzing om bij de verkaveling van het windenergiegebied Hollandse Kust (noord) rekening te houden met een kabeltracé voor een eventuele (stapsteen-)verbinding naar windenergiegebied IJmuiden Ver, bevat het ontwikkelkader geen nieuwe besluitvorming op gebied van de ruimtelijke ordening. De verkaveling van dit gebied zal plaatsvinden na besluitvorming over de rijksstructuurvisie windenergie op zee: aanvulling gebied Hollandse Kust.

Indien de situatie erom vraagt zal ik het ontwikkelkader actualiseren. Uitgangspunt daarbij is dat de functionele eisen en het technische concept van het net op zee niet essentieel wijzigen, om zo de standaardisatie en daarmee gepaard gaande kostenbesparingen door TenneT te borgen. Ook geeft dit windparkontwikkelaars zekerheid dat zij hun ontwerp naderhand niet hoeven aanpassen. Op dit moment voorzie ik drie actualisaties, namelijk voordat de tenders voor de kavels van de windenergiegebieden Borssele (kavels III, IV en V), Hollandse Kust (zuid) respectievelijk Hollandse Kust (noord) opengaan. Tegen de zomer van 2016 zal ik daartoe de exacte opleveringsdatum van het net op zee voor het deel Borssele kavels III, IV en V (dit betreft het tweede platform van TenneT) vaststellen en middels een geactualiseerd ontwikkelkader bekendmaken.

De directe stakeholders (TenneT en windenergiesector) zijn nauw betrokken geweest bij het opstellen van het ontwikkelkader. Ook is het ontwikkelkader in het najaar van 2015 op www.internetconsultatie.nl voor openbare consultatie gepubliceerd. Ook is in het totstandkomingsproces de ACM geïnformeerd, die de investeringen door TenneT zal toetsen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 561, nr. A/11.

Naar boven