33 558 Regels voor subsidiëring van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (20.))

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 juni 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. het ontwikkelen van de centrale eindtoets, bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, en de toets, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op de expertisecentra.

B

In artikel 5 wordt na «terrein van leerplanontwikkeling» ingevoegd: en de doelen van toetsen en examens.

C

Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a. Wijziging van en samenloop met het wetsvoorstel centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 31 januari 2012 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs) (Kamerstukken 33 157) tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan dit wetsvoorstel, dan wordt in die wet in artikel III, onderdeel B, onder punt 2 in de aanhef van het zesde lid «op het gebied van toetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b van de Wet op de expertisecentra» vervangen door: op het gebied van de centrale eindtoets, bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, en de toets, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op de expertisecentra.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 31 januari 2012 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs) (Kamerstukken 33 157) tot wet is of wordt verheven, en artikel III, onderdeel B, van die wet eerder in werking treedt dan dit wetsvoorstel, dan wordt in de aanhef van het zesde lid van artikel 2 van de Wet College voor toetsen en examens «op het gebied van toetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b van de Wet op de expertisecentra» vervangen door: op het gebied van de centrale eindtoets, bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, en de toets, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op de expertisecentra.

Toelichting

Onderdelen A en C

Bij het wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs) is het amendement van de leden Rog en Schouten aangenomen. (Kamerstukken II, 33 157, nr. 38). Door dat amendement wordt het mogelijk dat de minister van OCW naast de centrale eindtoets ook andere toetsen toelaat.

In verband met die mogelijkheid om andere toetsen toe te laten, is het nodig geworden om de taken van Stichting Cito en van het College voor toetsen en examens te beperken tot werkzaamheden op het gebied van de centrale eindtoets en de facultatieve toets wereldoriëntatie. Dat wordt met onderdelen A en C bewerkstelligd. Met onderdeel A worden de taken van Stichting Cito gewijzigd, zoals ze in het voorliggende wetsvoorstel zijn opgenomen. Met het nieuwe artikel 12a wordt geregeld dat de uitbreiding van de taken van het College voor toetsen en examens beperkt blijven tot de centrale eindtoets en de facultatieve toets wereldoriëntatie zich niet uitstrekken over eventuele andere toetsen die worden toegelaten.

Onderdeel B

De nadere uitwerking van de inhoudelijke sturing op curriculumbeheer wordt vormgegeven door de Kaderbrief SLOA die in het voorliggende wetsvoorstel wordt geïntroduceerd. Hierin kunnen afspraken die voortvloeien uit het Regeerakkoord en afspraken met de verschillende onderwijssectoren op bestuurlijk niveau worden vertaald naar de wijze waarop van SLO wordt gevraagd haar wettelijke taken uit te voeren. Dit is in het huidige wetsvoorstel reeds voorzien.

Voor de wettelijke taken van Cito geldt dat toetsen en examens tot op zekere hoogte consistent en voorspelbaar zijn. Dit is de reden dat er aanvankelijk voor deze onderwerpen niet in het instrument van de kaderbrief was voorzien. Toetsen en examens hangen echter in hoge mate samen met het curriculumbeheer. Om die samenhang recht te doen bestaat de behoefte om concreet op middenlange termijn ook sturing te geven aan de doelen die met toetsen en examens worden nagestreefd. De Kaderbrief SLOA voorziet in de mogelijkheid voor de minister om inhoudelijk (bij) te sturen op een heldere en voorspelbare wijze.

Vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur is het wenselijk een consistente en eenduidige aanpak te hanteren voor zowel SLO als Cito zodat de aansluiting tussen toetsen, examens en curriculumbeheer gewaarborgd wordt. Daarbij dienen ambities ten aanzien van innovatie op het gebied van toetsing en examens transparant te zijn. Ingrepen die op dit vlak voorzien worden hebben grote gevolgen voor het onderwijsstelsel.

Met deze nota van wijziging wordt de inhoud van de Kaderbrief SLOA uitgebreid met de doelen van toetsen en examens die door Cito worden gemaakt. Dat heeft tot gevolg dat niet alleen de subsidieaanvragen voor de wettelijke taken van SLO, maar ook die van Cito moeten passen binnen de Kaderbrief SLOA die de minister eenmaal per twee jaar bekend maakt.

In de Kaderbrief SLOA worden door deze nota van wijziging de kaders voor de beide organisaties geschetst die in hun respectievelijke subsidieaanvragen tot uitdrukking komen. De kaders zijn niet alleen beleidsmatig van karakter maar brengen ook tot uitdrukking wat van beide organisaties op het vlak van informatievoorziening en verantwoordingsrapportages wordt verwacht.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker