33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2015

Op 17 december 2012 heeft mijn voorganger u geïnformeerd over het Besluit geslachtsnaamwijziging.1 2 De categorie slachtoffers en hun naasten die in aanmerking komen om hun naam te wijzigen op grond van zogenaamd «ambtshalve psychische hinder» blijkt in de huidige praktijk te beperkt te zijn. Als slachtoffers en hun naasten behoefte hebben om vanwege het misdrijf hun naam te wijzigen, moet dat eenvoudiger kunnen. De noodzaak hiertoe komt ook duidelijk tot uitdrukking in het VVD-pamflet «VVD staat voor slachtoffers!».3 Denk hierbij aan het volgende voorbeeld: een vader heeft zijn twee dochters jarenlang misbruikt. De familie wil niets meer met de vader te maken hebben en alle banden doorbreken. De dochters kunnen beiden hun naam wijzigen via ambtshalve psychische hinder. Logischerwijs wil hun broer ook zijn naam wijzigen. De procedure voor hem is emotioneel veel meer belastend, omdat hij een rapport van een onafhankelijk deskundige dient te overleggen. Ook moet hij in tegenstelling tot zijn zussen een tarief betalen. Voor de naasten van deze slachtoffers acht ik de huidige procedure onnodig belastend. Ik ben van mening dat de procedure voor hen eenvoudiger en kosteloos moet worden gemaakt. Met deze brief informeer ik u over de voorgenomen wijziging.

Geslachtsnaamwijziging

In het Besluit geslachtsnaamswijziging zijn de gronden voor het wijzigen van de geslachtsnaam of het toevoegen van een geslachtsnaam neergelegd. Justis, de screeningsautoriteit, behandelt de verzoeken tot geslachtsnaamswijziging namens de Minister van Veiligheid en Justitie op basis van artikel 1:7 BW en het Besluit geslachtsnaamswijziging. Artikel 6 van het Besluit bepaalt dat een verzoek tot naamswijziging dat niet op grond van de voorgaande artikelen van het Besluit kan worden ingewilligd, alsnog kan worden ingewilligd als de verzoeker kan aantonen dat het achterwege blijven ervan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de betrokkene ernstig zou schaden. In dit soort gevallen moet psychische hinder worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van een onafhankelijke (gedrags-)deskundige en moet er een tarief worden betaald.

Praktijk

De huidige praktijk is dat in twee situaties psychische hinder ambtshalve wordt aangenomen: bij adoptie en in het geval dat de ouder van wie verzoeker de achternaam heeft onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van bepaalde misdrijven4. In die gevallen komen verzoekers in aanmerking voor een naamswijziging zonder betaling van een tarief en zonder het overleggen van een schriftelijke verklaring van een onafhankelijke (gedrags-)deskundige. Echter uit de praktijk blijkt dat bijvoorbeeld twee zussen hun naam niet hebben kunnen wijzigen door middel van ambtshalve psychische hinder toen hun eigen vader en naamgever de nieuwe levensgezel van hun moeder had vermoord. Het (nogmaals) onderwerpen aan een onderzoek bij een (gedrags-) deskundige kan bij verzoeker – dit kan in de praktijk een jong kind zijn – als heel belastend en traumatiserend worden ervaren. Aangezien ik van mening ben dat het belang van de slachtoffers en hun naasten voorop moet staan, hecht ik veel waarde aan hier een gepaste mogelijkheid voor te bieden.

Wijziging

Ik zorg ervoor dat ook voor diegene, van wie de naamgever onherroepelijk is veroordeeld wegens een misdrijf5 gepleegd tegen familieleden in tweede graad, tegen zijn/haar levensgezel of tegen de levensgezel van zijn/haar familielid in eerste of tweede graad geslachtsnaamswijziging zonder schriftelijke verklaring van een onafhankelijke (gedrags-)deskundige en zonder betaling van het geldende tarief mogelijk wordt. Met het begrip «levensgezel» wordt aangesloten bij het in het Burgerlijk Wetboek gehanteerde begrip. Bovenstaande wordt vastgelegd in de zogenaamde Bijsluiter naamswijziging bij psychische hinder. Het formulier is te vinden op de website justis.nl. Hiervoor is geen wetswijziging nodig, waardoor een snelle invoering mogelijk is. Daarom wordt bovenstaande per 15 december 2015 ingevoerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Stb. 1997, 4563, laatstelijk gewijzigd Stb. 2014, 441

X Noot
2

Kamerstuk 33 400 VI, nr. 84, p.7

X Noot
3

Pamflet «VVD staat voor slachtoffers», d.d. 28 maart 2013. Pamflet is aangeboden aan Martin Roos, oprichter en secretaris van de Stichting Aandacht Doet Spreken (ADS). Zie VVD-website.

X Noot
4

Hierbij gaat het om het plegen van een misdrijf als omschreven in artikel 3, vierde lid, onderdeel d, 1e, van het Besluit tegen de (minderjarige of meerderjarige) verzoeker of familieleden in de eerste graad van verzoeker.

X Noot
5

Het gaat hierbij om het plegen van een misdrijf als omschreven in artikel 3, vierde lid, onderdeel d, 1e, van het Besluit.

Naar boven