33 540 Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in 's Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren)

Nr. 15 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJKGRAAF EN KLEIN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 121

Ontvangen 3 juli 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, artikel 2, wordt aan het eerste lid, tweede volzin, een zinsnede toegevoegd, luidende: voor zover deze meer bedragen dan 5% van het begrotingstotaal van het openbare lichaam tot een maximum van € 30.000.000.

Toelichting

De enige aanleiding volgens indiener om schulden van het Rijk te verminderen door te salderen met vermogens van decentrale overheden moet zijn dat hierdoor beter inzichtelijk wordt wat de werkelijke schuldpositie is van Nederland. Dit belang moet afgewogen worden tegen de ingreep in de autonome bevoegdheid van de decentrale overheden om zelf hun middelen te beheren en tegen de ondoelmatigheid van het heen en weer boeken van financiële middelen. De indiener vindt het daarom wenselijk de drempelwaarde voor het schatkistbankieren te verhogen naar 5% van het begrotingstotaal van het openbare lichaam tot een drempel van 30 miljoen euro. Hiermee wordt het schatkistbankieren beperkt tot die decentrale overheden die aanzienlijke vermogens hebben en krijgen die meer financiële ruimte.

Dijkgraaf Klein


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging van de ondertekening.

Naar boven