Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
over de Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige nieuwbouw Groningen (hierna:
de nieuwbouwregeling).
In de zomer van vorig jaar is uw Kamer geïnformeerd dat per 1 juli 2020 de nieuwbouwregeling
publiek is gemaakt (Kamerstuk 33 529, nr. 790). De nieuwbouwregeling biedt een duidelijke procedure voor een vergoeding van de
extra kosten die gemaakt moeten worden om de nieuwbouw in het aardbevingsgebied aan
de veiligheidsnorm te laten voldoen. Gelijktijdig met de publicatie is opdracht gegeven
aan een consortium van onafhankelijke onderzoekers, te weten Ecorys, Van Rossum en
BOAG, (hierna: Ecorys) om een studie naar een passende hoogte van de vergoeding voor
aardbevingsbestendige bouw uit te voeren. Uw Kamer is daar eerder over geïnformeerd.
(Kamerstuk 33 529, nr. 790).
Begin dit jaar is deze studie afgerond. Ik voeg het rapport bij deze brief1. Uit het rapport volgt het advies om de vergoedingsstructuur van de regeling aan
te passen. Op dit moment is de hoogte van de vergoeding afhankelijk van het aardbevingsrisico
op de locatie van de nieuwbouw en de bouwsom. Ecorys stelt dat de werkelijke meerkosten
beter benaderd kunnen worden door een vaste vergoeding te bieden voor maatregelen,
en een vaste vergoeding voor de ontwerpkosten van grondgebonden woningen die per woning
afneemt naarmate meerdere woningen van hetzelfde ontwerp gebouwd worden.
Ecorys heeft bekeken hoe de voorgestelde vergoedingsstructuur zich verhoudt tot huidige
vergoedingsstructuur. Daaruit blijkt dat in de meeste gevallen de voorgestelde vergoeding
voor grondgebonden woningen hoger uit valt. Voor duurdere woningen op een locatie
met een hoger aardbevingsrisico valt de vergoeding lager uit, omdat voor die woningen
volgens Ecorys de extra kosten om aan de veiligheidsnorm te voldoen niet per se duurder
uitvallen. Andere kenmerken van de woningen, zoals het ontwerpkeuzes en type gebouw
zijn betere indicaties voor de hoogte van de extra kosten. Daarnaast toont Ecorys
aan dat de extra kosten afnemen wanneer meerdere woningen van hetzelfde basisontwerp
gebouwd worden, de vergoeding voor het ontwerp op grond van de nieuwbouwregeling neemt
dan ook evenredig met de aantallen af.
Door de aanpassing van de vergoedingsstructuur is er sneller duidelijkheid voor aanvragers
over het bedrag dat ze kunnen ontvangen op grond van de nieuwbouwregeling2. Daarnaast heeft de onderbouwing van de hoogte van de vergoeding nu onafhankelijk
en navolgbaar plaats gevonden waardoor eventuele staatssteunrisico’s van de regeling
afnemen. Ik ben voornemens om het advies van Ecorys te verwerken in een nieuwe beleidsregel.
Deze zal ik op korte termijn openbaar consulteren. De huidige beleidsregel waarmee
de nieuwbouwregeling is vormgegeven van de Minister van EZK zal worden ingetrokken
wanneer de nieuwe beleidsregel in werking treedt.
Er zijn tot dusver 30 toekenningen van een vergoeding op grond van de huidige nieuwbouwregeling
gegeven. Hiermee is financiering beschikbaar gekomen om 235 woningen aardbevingsbestendig
te bouwen. De toegekende vergoeding zal verschillen van de vergoeding die verkregen
zou zijn op grond van de nieuwe door Ecorys geadviseerde vergoedingsstructuur. Ik
vind het onwenselijk als aanvragers daardoor nadeel ondervinden. Ik zal daarom aanvragers
compenseren als blijkt dat zij een lagere vergoeding hebben gekregen dan zij op grond
van de nieuwe vergoedingssystematiek zouden hebben gekregen. De vergoeding van andere
aanvragers blijft ongewijzigd, ook wanneer ze met de nieuwe vergoedingsstructuur een
lagere vergoeding zouden hebben ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren