Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2020
De nieuwbouwregeling is vanaf 1 juli 2020 publiek gemaakt en geopend. Partijen die
in het aardbevingsgebied nieuwbouw willen bouwen, kunnen zich vanaf die datum tot
de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) wenden voor een vergoeding. De private regeling
van NAM wordt vanaf die datum gesloten voor nieuwe aanvragen. Mede dankzij de samenwerking
met NAM staat het bedrijf hiermee ook op dit dossier op afstand.
Voor ik inga op de inhoud van de regeling, wil ik mijn erkentelijkheid uitspreken
voor alle partijen die hebben meegedacht over de vormgeving van de nieuwe regeling,
onder andere door het geven van een consultatiereactie. In het bijzonder wil ik de
NCG en de gemeente Groningen noemen. De NCG zal de regeling gaan uitvoeren, en bij
de gemeente Groningen is veel expertise omdat binnen die gemeente de meeste nieuwbouw
van de regio plaatsvindt.
Inhoud van de nieuwbouwregeling en vervolgstappen
Het bouwen van aardbevingsbestendige gebouwen is duurder dan reguliere bouw. Het gaat
om extra kosten zoals meer of duurdere bouwmaterialen. De nieuwbouwregeling biedt
een duidelijke procedure voor een vergoeding van deze meerkosten.
De hoogte van de vergoeding komt overeen met de hoogte van de vergoeding bij de private
nieuwbouwregeling van NAM. Er loopt een onafhankelijke studie of de vergoeding een
goede reflectie is van de gemiddelde meerkosten van aardbevingsbestendige nieuwbouw.
Ik verwacht in de loop van de zomer de resultaten daarvan. Waar nodig zal de hoogte
van de vergoeding aangepast worden aan de uitkomsten van deze studie. Indien uit de
studie volgt dat er in één of meerdere situaties een hogere vergoeding zou moeten
gelden, zal de hoogte van de vergoeding worden aangepast. De aanpassing geschiedt
met terugwerkende kracht tot en met 1 juli. Dat betekent dat bewoners die reeds een
vergoeding hebben ontvangen, met terugwerkende kracht het verschil ontvangen.
Ik heb uw Kamer eerder gemeld dat de publiekrechtelijke regeling ook bezien is vanuit
het perspectief van staatssteun (Kamerstuk 33 529, nr. 706). Het is vanuit dit oogpunt van belang dat de regeling niet hoeft te kwalificeren
als staatssteun. Dit is alleen het geval wanneer de regeling gemiddeld geen overcompensatie
met zich brengt. Bij een update van de NPR moet opnieuw bezien worden of de vergoeding
nog in lijn is met de gemiddelde meerkosten van aardbevingsbestendige nieuwbouw. Ik
ben over de regeling nog in gesprek met de Europese Commissie.
De kosten van de publiekrechtelijke nieuwbouwregeling, zowel de toegekende vergoedingen
als de uitvoeringskosten, zullen bij NAM in rekening worden gebracht. Ik ben met NAM
in gesprek om daartoe een betaalovereenkomst af te sluiten. Zoals gebruikelijk stuur
ik uw Kamer de overeenkomst na ondertekening.
Fiscale gevolgschade
Naar aanleiding van de toezegging aan het lid Aukje De Vries (VVD) tijdens het AO
Mijnbouw-Groningen van 24 juni 2020 informeer ik u over de eventuele mogelijkheden
om te voorkomen dat bewoners een nadeel ondervinden (fiscaal of in de toeslagen) als
gevolg van het ontvangen van een vergoeding voor schade door waardedaling of immateriële
schade. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) wordt per 1 juli opgericht en
daarmee is de publiekrechtelijke afhandeling van immateriële schade en waardedaling
een feit. Het IMG start met uitkeren van vergoedingen van schade door waardedaling
vanaf 1 september 2020 en met immateriële schade is het IMG voornemens vanaf 1 november
te starten. Wanneer er sprake is van een fiscaal nadeel bij fysieke schade door vergoedingen
die door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) zijn uitgekeerd,
geldt dit als gevolgschade en kunnen gedupeerden een aanvraag om vergoeding van gevolgschade
indienen bij de TCMG. Ik gebruik de zomer om voor de andere twee schadesoorten de
eventuele fiscale gevolgen (incl. toeslagen) in kaart te brengen. Ik ben hierover
met het IMG en de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst in
overleg. Ik zal uw Kamer hierover voor 1 september 2020 per brief nader informeren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes