Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het afbouwplan van GasTerra. In mijn brief
van 7 oktober 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 691) heb ik aangegeven dat het voorkeursscenario van de aandeelhouders is om op afzienbare
termijn tot geleidelijke afbouw van de GasTerra-onderneming te komen en dat zij de
directie hebben verzocht om daarvoor een concept afbouwplan op te stellen. Op
1 juli 2020 heeft GasTerra het plan voor de afbouw van de onderneming vastgesteld.
Het afbouwplan werkt toe naar beëindiging van GasTerra’s bedrijfsactiviteiten. De
beëindiging is vastgesteld op 31 december 2024.
GasTerra is een publiek-private samenwerking tussen het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat (EZK)(10% procent van de aandelen), het staatsbedrijf EBN (40%) en
de energiebedrijven Shell en ExxonMobil (ieder 25%). De kernactiviteit van GasTerra
is het verkopen van Groningengas. Door het versneld beëindigen van de gaswinning uit
Groningen vervalt deze kernactiviteit.
GasTerra zal zijn activiteiten gecontroleerd afbouwen of overdragen. Dit is een complex
proces dat in het belang van het goed functioneren van de gasmarkt zorgvuldig moet
worden uitgevoerd. GasTerra en zijn medewerkers zullen hieraan tot de einddatum hun
bijdrage blijven leveren.
De beslissing om GasTerra te beëindigen is ingrijpend voor alle medewerkers van GasTerra.
Na hierover overeenstemming te hebben bereikt met de vakbond, heeft GasTerra een sociaal
plan vastgesteld. Hierin is vastgelegd hoe en onder welke voorwaarden GasTerra ondersteuning
biedt bij het vinden van nieuw werk aan de medewerkers die het bedrijf zullen verlaten.
GasTerra’s verplichtingen nemen jaarlijks af, maar lopen gedeeltelijk door tot na
31 december 2024. De onderneming heeft bijvoorbeeld langetermijnovereenkomsten met
buitenlandse afnemers voor de levering van laagcalorisch gas die doorlopen tot 2029.
Verplichtingen die lopen na 31 december 2024 zullen aan nog nader te bepalen partij(en)
worden overgedragen of door nader te bepalen partij(en) worden uitgevoerd. De aandeelhouders
gaan de komende periode hierover in overleg met de directie van GasTerra.
Een specifiek aandachtspunt is de wettelijke kleineveldentaak van GasTerra. Op basis
van de Gaswet is GasTerra verplicht om Nederlandse producenten van kleineveldengas
een marktconforme aanbieding te doen, indien zij daarom verzoeken. Hierdoor kan de
producent zijn gas altijd verkopen tegen een marktconforme prijs. De praktijk laat
zien dat deze verplichting niet langer nodig is. De gasmarkt is de laatste jaren zeer
liquide geworden. Gebruikelijk is dat producenten hun gas via een aanbesteding verkopen.
GasTerra doet mee aan dergelijke aanbestedingen, maar heeft daarvan de laatste vijf
jaar geen enkele gewonnen. GasTerra heeft voorts aangegeven dat voor een zorgvuldige
afbouw het van belang is dat deze wettelijke verplichting spoedig wordt beëindigd.
Dit geeft zowel GasTerra als de producenten van kleine velden de gewenste duidelijkheid.
Het verwijderen van de kleineveldentaak van GasTerra uit de Gaswet wordt daarom dit
najaar meegenomen in het wetsvoorstel tot wijziging
van de Mijnbouwwet over het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek
(Kamerstuk 35 462, nr. 2).
Door het beëindigen van de gaswinning uit Groningen zal ook een einde komen aan de
publiek-private samenwerking in GasTerra. Met de andere aandeelhouders vind ik het
mede daarom van groot belang om in nauwe samenwerking met de directie van GasTerra
de onderneming op een zorgvuldige manier af te bouwen volgens de hierboven geschetste
lijnen.