Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2019
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) informeer
ik u over de stand van zaken om te komen tot een wettelijke regeling voor de schadeafhandeling
en de versterkingsaanpak in Groningen.
Het kabinet werkt aan een integrale aanpak voor schadeherstel en versterking in combinatie
met een duurzaam toekomstperspectief van en voor de regio. Daarbij is onze inzet,
in lijn met de wens van regionale en maatschappelijke partijen, er nadrukkelijk op
gericht dat NAM geen besluitvormende rol meer heeft bij schade en versterken. In de
afgelopen anderhalf jaar heb ik – samen met de betrokken regionale en maatschappelijke
partijen – en de Minister van BZK gewerkt aan het publiekrechtelijk verankeren van
zowel de schadeafhandeling als de versterkingsoperatie en het op afstand plaatsen
van NAM. De huidige maatregelen vormen echter slechts tijdelijke oplossingen. Voor
het definitief op afstand plaatsen van NAM bij schadeafhandeling en de uitvoering
van de versterkingsoperatie is een wettelijke regeling noodzakelijk. Onze ambitie
is erop gericht om schadeafhandeling en versterken in één wet, de Tijdelijke Wet Groningen,
te verankeren1.
Het wetsvoorstel zoals dat wordt ingediend bij uw Kamer geeft invulling aan het eerste
deel van de wettelijke regeling: de afhandeling van schade. Het voorstel wordt mede
namens de Staatssecretaris van BZK en de Minister voor Rechtsbescherming aangeboden
(Kamerstuk 35 250). Dit wetsvoorstel regelt de afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van
bodembeweging door de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van gaswinning
uit het Groningenveld of gasopslag bij Norg. Het wetsvoorstel richt daarnaast een
onafhankelijk zelfstandig bestuursorgaan op, het Instituut Mijnbouwschade Groningen
(IMG). Met het IMG ontstaat een publiekrechtelijk alternatief voor afhandeling van
alle schadesoorten zonder betrokkenheid van NAM. Tenslotte legt de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (EZK) met dit wetsvoorstel, ter financiering van de afhandeling van
schade door het zbo, een heffing op aan de NAM. Hiermee geef ik uitvoering aan de
motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 380).
Op hetzelfde moment wordt er gewerkt aan de publiekrechtelijke inbedding van de versterkingsopgave.
Voor de uitwerking hiervan zijn de regionale en maatschappelijke partijen, de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Nationaal Coördinator Groningen
(NCG) en ik op 11 maart 2019 gekomen tot afspraken over de aansturing en uitvoering
van de versterkingsoperatie2. Deze afspraken zijn in overleg met de regionale overheden, vooruitlopend op wetgeving,
uitgewerkt in het Besluit versterking gebouwen Groningen3. Daarnaast worden thans in overleg met de regio de mogelijkheden geïnventariseerd
om in de wetgeving het besluitvormingsproces te versnellen, bijvoorbeeld naar analogie
van de Crisis- en herstelwet. De uitbreiding van de Tijdelijke Wet Groningen die nodig
is voor de invulling van de versterkingsoperatie zal zo spoedig mogelijk in procedure
worden gebracht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes