33 529 Gaswinning

Nr. 591 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2019

Op basis van de Mijnbouwwet neem ik als Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) jaarlijks een besluit over het totale gasvolume dat wordt gewonnen en in welke clusters dat gebeurt. Hierbij staat de veiligheid voorop. Conform de mijnbouwwet vraag ik jaarlijks aan NAM om twee operationele strategieën voor de gaswinning voor het aankomende gasjaar, op basis van de meest recente inzichten van de daling van de vraag naar Groningengas zoals opgesteld door Gasunie Transport Services (GTS). Deze operationele strategieën leg ik vervolgens voor aan de wettelijke adviseurs (Mijnraad, SodM, TNO en de regionale overheden). Op basis van de adviezen stel ik een ontwerpbesluit voor de gaswinning op. Na een consultatieperiode neem ik uiteindelijk vóór 1 oktober een definitief besluit voor het gasjaar 2019/2020.

Onderdeel van de operationele strategieën is een Hazard and Risk Assessment (HRA): een beoordeling van de seismische dreiging en het daaruit volgende seismische risico ten gevolge van de gaswinning. De HRA wordt ook gebruikt om het versterkingsproces te prioriteren, conform het advies van de Mijnraad en het onderliggende advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) (zie Kamerstuk 33 529, nr. 502). Dit is vastgelegd in de bestuurlijke afspraken van 20 september 2018 en het plan van aanpak van de NCG. Zoals eveneens afgesproken en vastgelegd in het plan van aanpak wordt de HRA jaarlijks geactualiseerd en het effect van de uitkomst in de versterkingsopgave betrokken. De versterking is vormgegeven in de gemeentelijke plannen. Over de actualisatie gaan Rijk en regio, zoals afgesproken, jaarlijks in overleg.

Op 22 maart jongstleden zijn de twee operationele strategieën met bijbehorende HRA opgeleverd1. Voorafgaand aan oplevering heeft SodM in zijn rol als toezichthouder een review2 uitgevoerd op de HRA-actualisatie. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de review en het vervolgproces voor zowel het vaststellingsbesluit voor de gaswinning als de versterkingsoperatie.

Resultaten review

Voor de vaste jaarlijkse analyse met de HRA worden, zoals afgesproken en vastgelegd in het plan van aanpak van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), de nieuwste aanpassingen in de modellen doorgevoerd. Bovendien wordt de gebouwendatabase gedurende het jaar verder verbeterd. Zo is er dit jaar informatie over de typologieën van gebouwen toegevoegd. De HRA-run is daarmee steeds gebaseerd op de nieuwste inzichten ten aanzien van de afbouw van de gaswinning, de modellering van de risico’s en gebouwinformatie.

In zijn review heeft SodM geconstateerd dat de aanbevelingen van een comité van internationale experts uit 2018 voor verbetering van de HRA op een systematische wijze zijn opgevolgd. Daarmee concludeert SodM dat: «de HRA voor 2019 zoals beoogd een verbetering is ten opzichte van de HRA voor 2018 en dat de HRA voor 2019 daarmee een goed startpunt voor het adviesproces om te komen tot een nieuw vaststellingsbesluit voor de gaswinning in het gasjaar 2019/2020 is».

SodM stelt vast dat de daling van de gaswinning, groter dan oorspronkelijk voorzien, tot een daling van het algehele veiligheidsrisico heeft geleid en geeft aan: «Terwijl de HRA2018 zo’n 7200 gebouwen identificeerde met een (licht) verhoogd risicoprofiel, identificeert de HRA2019 er zo’n 5500.» Netto neemt het aantal panden met een (licht) verhoogd risicoprofiel af.

Verbeteringen in informatie omtrent de individuele gebouwen in de regio hebben volgens SodM daarnaast geleid tot verschuivingen in risicoprofielen. Het model bevat circa 150.000 panden. Ruwweg vijfduizend van deze gebouwen hebben een lager risicoprofiel gekregen en ruwweg drieduizend gebouwen hebben een hoger risicoprofiel gekregen dan tot op heden bekend was. SodM geeft aan: «Van deze (drieduizend) panden gaat het om een paar honderd panden met een verhoogd risicoprofiel en de rest met een licht verhoogd risico.» Deze gebouwen zijn nog niet gekoppeld aan adressen.

Vervolgproces

Proces vaststellingsbesluit gasjaar 2019/2020

Het proces om te komen tot een vaststellingsbesluit voor de gaswinning in het gasjaar 2019/2020 conform de mijnbouwwet kan met de gepresenteerde operationele strategieën en de review van SodM worden voortgezet. De komende weken worden de wettelijke adviseurs, de Mijnraad, TNO, SodM en de medeoverheden in de regio, in de gelegenheid gesteld om mij te adviseren over de operationele strategie en bijbehorende HRA. Nadat ik de wettelijke adviezen heb ontvangen, zal ik een ontwerpbesluit opstellen waarin ik een keuze maak voor een van beide operationele strategieën en bijbehorende HRA. Daarna kan iedereen een zienswijze indienen, waarna ik mijn definitieve vaststellingsbesluit voor de gaswinning 2019/2020 vóór 1 oktober 2019 zal nemen.

Vervolgproces versterkingsoperatie

Conform het advies van de Mijnraad en SodM, de bestuurlijke afspraken van 20 september 2018 en het plan van aanpak van de NCG wordt nu bekeken of er huizen moeten worden toegevoegd aan de lijst voor opname en beoordeling. Het exacte aantal gebouwen en bijbehorende adressen die mogelijk voor een opname en beoordeling in aanmerking komen, hangt af van de keuze voor de operationele strategie.

Vooruitlopend op deze keuze zal ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid de NCG vragen om:

  • het versterkingsprogramma voor 2019 door te zetten conform de lokale plannen van aanpak van gemeenten mits deze door SodM positief zijn beoordeeld;

  • tegelijkertijd een vertaling te maken van de HRA naar concrete adressen en uit te zoeken in hoeverre deze adressen in de verrijking van het plan van aanpak of de lokale plannen van aanpak wellicht al zijn meegenomen;

  • indien dit niet het geval is, in overleg met de gemeenten te bezien of de gebouwen in de hoogste risicocategorie zo snel mogelijk in de planning richting 2020 meegenomen kunnen worden. Ik treed hierover nog voor de zomer met gemeenten in overleg.

Met de regionale bestuurders heb ik afgesproken dat de huizen in de gemeentelijke plannen hoe dan ook worden opgenomen en beoordeeld, ook als zij geen (licht) verhoogd risicoprofiel meer hebben in de HRA. Dit is ook vastgelegd in het plan van aanpak van de NCG. Daarnaast is afgesproken dat, mocht uit de HRA komen dat er nieuwe gebouwen met een mogelijk verhoogd risico in beeld zijn, deze worden opgenomen in de werkvoorraad voor opname en beoordeling. Over de vaste jaarlijkse verwerking van deze eventuele nieuwe adressen in de gemeentelijke plannen voor de aankomende jaren gaan, zoals afgesproken, Rijk en regio in overleg. Over de uitkomsten zal ik uw Kamer nader informeren.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven