Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2017
Hierbij informeer ik uw Kamer over het rapport «Woningmarktontwikkeling rondom het
Groningenveld, eerste kwartaal 1995 tot en met vierde kwartaal van 2016»1, dat in mijn opdracht is opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dit is het vierde rapport in deze cyclus. De vorige rapporten zijn in december 2015
(Kamerstuk 33 529, nr. 212), april 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 245) en november 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 314) naar uw Kamer gestuurd. Verder is bijgevoegd het rapport van het CBS over de woning-
en bewonerskenmerken van de deelnemers aan de pilot Koopinstrument2.
In dit rapport is de gehanteerde gebiedsindeling aangepast. Deze is niet meer op basis
van gemeenten maar op basis van buurten, waardoor er op een lager schaalniveau verschillen
aangegeven kunnen worden. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar gebieden met
een relatief klein, gemiddeld en hoog aandeel woningen met schade ten gevolge van
aardbevingen. Met deze verandering van de gebiedsindeling is invulling gegeven aan
de motie Agnes Mulder en Dik-Faber, waarmee de regering is verzocht om bij het bepalen
van de waardedaling en het monitoren van de huizenmarkt in het aardbevingsgebied naast
de onderzoeksmethode van het CBS gebruik te maken van de onderzoeksmethode als gebruikt
door de Rijksuniversiteit Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 260).
Uit het rapport van het CBS blijkt dat, net als in de rest van Nederland, ook in het
aardbevingsgebied een herstel van de woningmarkt is. In het algemeen worden er in
het aardbevingsgebied meer woningen verkocht, staan er minder woningen te koop en
neemt de verkoopduur af. De verkoopprijs is verder gestegen en zit weer op het niveau
van voor 2012. Dit is alleen nog niet zichtbaar in de WOZ-waarde, deze ligt gemiddeld
nog onder het niveau van 2012.
De CBS-rapporten geven een goed inzicht in de ontwikkelingen op de woningmarkt in
het aardbevingsgebied. Het volgende rapport van het CBS over de woningmarktontwikkeling
rondom het Groningerveld zal in december 2017 opgeleverd worden. In dit rapport zullen
ook weer de aanvullende volkshuisvestelijke analyses meegenomen worden, gericht op
de WOZ-waarden van de woningen en de verhuisbewegingen.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp